Les 1A: Verwachtingen, LSD en actief luisteren (blok 3)

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1,4

Communicatieve vaardigheden

Blok 3

Docent: Naima Azannay
[e-mail]

Les 1: Verwachtingen, LSD en actief luisteren

• Programma:
  
• Bespreken resultaten blok 2
• Lesstof:
• Theorie bespreken over actief luisteren en LSD (herhaling basisboek Sociaal werk hfd 22)
• Oefenen met luisteren en communiceren (duo's)
  

Les 1: Verwachtingen, LSD en actief luisteren

Hoe ziet dit blok eruit?

• Twee keer per week les
• Theorie en heel veel oefenen!
• Gesprek met een acteur
• Nabootsen van een echt hulpverleningsgesprek

 CV toets einde blok

In lesweek 3 krijgen de studenten een casus toegewezen (naam, leeftijd en korte problematiek)

1. E-mail (10%) in week 4

2. Gesprek (55%) in week 9 (toetsweek)

3. Advies (20%) & evaluatie (15%) in de toetsweek

Je moet aan alle onderdelen deelnemen!
Mis je een onderdeel? Dan een herkansing in blok 4.

Check

Vragen over de toets of dit vak?

Lezen: Thema 22

Lees van het basisboek Sociaal werk thema 22
Wat weet je nog?

Nabespreken is belangrijk om alles nog opnieuw te begrijpen

Leg uit wat actief luisteren betekent?

Waaraan kan je opmerken dat iemand actief luistert? Noem er 3.

Kan je het volgende tegen een cliënt zeggen:
Ik beloof dat alles geheim blijft wat jij vertelt!

Waar staat LSD voor?

Wat is parafraseren? En wat is het doel ervan?

Wat voor soort vraag is dit?
Wil je liever een vroege of late dienst?

Hoe laat ben je vanmorgen opgestaan?

Hoe vond je het vandaag gaan?

Heb je de deur dicht gedaan en heb je de boodschappen al besteld?

Parafraseren

Parafraseren:

Herformuleren

'Als ik het goed begrijp...' Klopt dat?

Kenmerken actief luisteren

• Je maakt oogcontact
• Je zit rustig en ontspannen
• Je knikt af en toe en maakt instemmende geluiden
•  Je lichaamstaal en gezichtsuitdrukking laten zien dat je geïnteresseerd bent
• Je stelt doelgerichte vragen, durft ook stiltes te laten vallen
• Je herhaalt regelmatig (parafraseren) en vat samen wat de ander vertelt

Valkuilen

Waarschuwen, dreigen (‘Weet je wel hoe gevaarlijk dat is?’)

Vermanen, preken (‘Dat is niet slim van je.’)

Adviseren, suggesties doen (‘Als ik jou was …’)

Oordelen, bekritiseren, beschuldigen (‘Dat had je dus beter niet kunnen doen!’)

Prijzen, ermee eens zijn (‘Wat goed van je!’)

Interpreteren, analyseren, diagnose stellen (‘Volgens mij is ze gewoon jaloers.’)

Geruststellen, troosten (‘Nou, het komt heus wel weer goed.’)

Uit de weg gaan, afleiden, over iets anders praten (‘Zullen we iets leuks doen?’)

Bevelen, dirigeren, commanderen (‘Dat moet je echt nóóit meer doen!’)

De les lezen, beleren, argumenten aanvoeren (‘Dit heb ik al zo vaak gezegd.’)

Schelden, belachelijk maken (‘Jeetje zeg, van welke planeet ben jij?’)

Doorvragen, ondervragen (‘Leg nog één keer uit hoe het precies zit.’).

Soorten vragen

Open vragen: meerdere antwoorden mogelijk

Gesloten vragen: 1 antwoord mogelijk

Keuzevragen: twee of meer alternatieven

Reflecterende vragen: nadenken over de eigen situatie, gevoel of rol. 

Confronterende vraag: vraag waarin de verteller attent wordt gemaakt op een tegenstrijdigheid in zijn verhaal of houding.

Dubbele vragen: een combinatie van twee (of meer) vragen

Suggestieve vragen: sturen naar een door de vragensteller gewenst antwoord

Waarom-vraag: de vraag is vaak lastig te beantwoorden en kan als een afwijzing of gebrek aan acceptatie worden ervaren.

Opdracht samen

Ga in drietallen een gesprek voeren en oefen met LSD, parafraseren en actief luisteren.

De ander observeert en let op de houding van de vraagsteller. Wat zie je? Wat gebeurt er? Waarom loopt het gesprek vast? Lukt het de vraagsteller om actief te luisteren?

Het onderwerp mag je zelf verzinnen. 

Duur: 5 minuten per persoon.