Weefsels

• Biologie
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Vandaag

Bespreken van de toets

Uitleg over weefsels (paragraaf 2.3, bladzijde 103)

Maken opdrachten paragraaf 2.3

Herhalen paragraaf 2.3

Wat voor cel is dit?

1. Plantaardige cel
2. Dierlijke cel

Wat voor cel is dit?

1. Plantaardige cel
2. Dierlijke cel

Wat voor cel is dit?

1. Plantaardige cel
2. Dierlijke cel

Wat voor cel is dit?

1. Plantaardige cel
2. Dierlijke cel
3. Schimmelcel
4. Bacteriecel

Wat voor cel is dit?

1. Plantaardige cel
2. Dierlijke cel
3. Schimmelcel
4. Bacteriecel

Wat gaan we vandaag leren?

Vandaag gaan we leren:

Wat cellen en weefsels zijn.

Hoe de cellen van dieren en planten eruit zien. 

Cellen

Het kleinste levende deel in planten en dieren is een cel. Er zitten in een lichaam veel verschillende cellen die ook allemaal andere functies hebben. 

Weefsels van dieren

Een weefsel is een groep cellen die er allemaal hetzelfde uitzien en allemaal ook dezelfde functie hebben. Tussen de cellen zit tussencelstof.

Weefsels van planten

Planten bestaan ook uit weefsels, hoewel een plant minder weefsels heeft dan dieren. Bovenin een blad liggen cellen voor fotosynthese, en aan de onderkant huidmondjes. Alles word omringt door de opperhuid. 

Huidmondjes

Jaarringen

Jaarringen ontstaan doordat in de winter ander weefsel in de stam van een houtachtige plant (cambium) word gemaakt in de zomer. Dit is een aanpassing op het weer. 

Huiswerk volgende les

Alle opdrachten paragraaf 2.3 afmaken, inclusief de samenvatting. Als je eerder klaar bent mag je ook de samenhang maken. 

Welk onderdeel hebben planten wel, maar dieren niet?

1. Huidmondjes
2. Tussencelstof
3. Weefsel
4. Botcel

Welk onderdeel hebben dieren wel, maar planten niet?

1. Huidmondjes
2. Tussencelstof
3. Weefsel
4. Botcel