RT wk 11 - F of V?

1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
Remedial TeachingMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Wanneer gebruik je f?
Aan het einde van de klankgroep schrijf je f:
hef-tig

Na een korte klinker schrijf je f:
handschrift





Slide 2 - Diapositive

Wanneer gebruik je v?
In een woord schrijf je v aan het begin van de volgende klankgroep:

ver - ve - ling
les - ge - ven
o - ver - he - ve - len

het gaan dus om het begin van de 2e, 3e, 4e, etc klankgroep

Slide 3 - Diapositive

Aan het eind van een woord schrijf je f

gaaf
druif
wolf
beloof

Slide 4 - Diapositive

Verandert het woord en hoor je de v/f klank aan het begin van de klank groep?
Dan wordt de f een v
          woord met 1 klankgroep            woord met meerdere klankgroepen
klank aan het eind, dus F                 klank aan het begin, dus V     
gaaf                                                                              ga-ve
druif                                                                        drui-ven
wolf                                                                         wol-ven
beloof                                                                  be-lo-ven

Slide 5 - Diapositive

*de korte klinkerregel (medeklinker verdubbelen) overheerst altijd!!
In het woord blaffen hoor ik de v/f aan het begin van de klankgroep.
Bla-ffen

In het woord blaffen hoor je een korte klank aan het eind van de eerste klankgroep.
Daardoor schrijf je de volgende medeklinker dubbel.

De v schrijf je nooit dubbel! blavven
Daarom schrijf je een f: blaffen


Slide 6 - Diapositive

Is het f of v?

In de volgende slide zie je plaatjes van woorden met f/v,
maar welke is de juiste?

Sleep de plaatjes naar de juiste letter.
Pas toe wat net is besproken.





Slide 7 - Diapositive

f
v

Slide 8 - Question de remorquage


Tijd om te oefenen..
welk woord is juist gespeld?
duiven
duifen

Slide 9 - Sondage

dui-ven

Ik hoor de f/v aan het begin van de klankgroep,
dus ik gebruik de v




Slide 10 - Diapositive


Tijd om te oefenen..
welk woord is juist gespeld?
duif
duiv

Slide 11 - Sondage

duif
duif

Ik hoor de f/v aan het einde van het woord,
dus ik gebruik de f




Slide 12 - Diapositive


Tijd om te oefenen..
welk woord is juist gespeld?
vijven
vijfen

Slide 13 - Sondage

(met z'n) vij-ven
Ik hoor de f/v aan het begin van de klankgroep,
dus ik gebruik de v

Niet te verwarren met het uitschrijven van een cijfer, bijvoorbeeld 25. Dan wordt het vijfentwintig: vijf-en-twin-tig
De klankgroepen zijn dan anders




Slide 14 - Diapositive


Tijd om te oefenen..
welk woord is juist gespeld?
schroef
schroev

Slide 15 - Sondage

schroef
schroef

Ik hoor de f/v aan het einde van het woord,
dus ik gebruik de f




Slide 16 - Diapositive


Tijd om te oefenen..
welk woord is juist gespeld?
schroevendraaier
schroefendraaier

Slide 17 - Sondage

schroe-ven-draai-er

Ik hoor de f/v aan het begin van de klankgroep,
dus ik gebruik de v




Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive