Unit 4. Par. 5 - grammar (future: to be going to, will and shall) + Writing

WHAT ARE WE GOING TO DO TODAY?

- Weten we het nog? -  much/ many/ a few/ a little

- New grammar: future - to be going to, will and shall

- Writing exercises 
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1,3

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

WHAT ARE WE GOING TO DO TODAY?

- Weten we het nog? -  much/ many/ a few/ a little

- New grammar: future - to be going to, will and shall

- Writing exercises 

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

WETEN WE HET NOG?

Oefenzinnen met much/ many/ a few/ a little op de volgende slides


Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

There aren't ________ tickets left for the Billie Eilish concert.
A
much
B
many

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

I don't have ________ clothes at home.
A
much
B
many

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

I don't have _______ water left.
A
much
B
many

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Could you give me ............. bottles of water, please?
a few/a little

Slide 6 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

There is _______ more space here than at home.
a few/ a little

Slide 7 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

New grammar:
 the future - 'to be going to', 'will' & 'shall'

- Op de volgende slide krijg je uitleg over de volgende grammatica:  the future (to be going to, will & shall)

- Dit is een lastig stukje grammatica dus maak hierbij ook aantekeningen!



Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


TO BE GOING TO

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer gebruik je 'to be going to'?
going to - (op 2 manieren)
1.  bij plannen die al gemaakt waren voor het moment van spreken
bijv. I am going to visit John this afternoon
(dit stond al gepland voordat je deze zin uitsprak).

2. als er op het moment van spreken aanwijzingen zijn dat iets in de toekomst gaan gebeuren
bijv. Look at those dark clouds. It's going to rain. 
(de donkere wolken zijn een aanwijzing dat het in de toekomst gaat regenen)

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe maak je 'to be going to':
Bevestigende/gewone zinnen

Vorm:
I + am + going to + hele werkwoord
you/we/they + are + going to + hele werkwoord
he/she/it + is + going to + hele werkwoord

Bijv. I am going to visit my grandmother today.

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe maak je 'to be going to':
vragen en ontkenningen
am + I + going to + hele werkwoord?
 are you/we/they + going to + hele werkwoord?
 is + he/she/it +  going to + hele werkwoord?
Bijv. Am I going to visit my grandmother today?

I + am not + going to + hele werkwoord
you/we/they + are not + going to + hele werkwoord
he/she/it + is not + going to + hele werkwoord
Bijv. I am not going to visit my grandmother today. 

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Let's practice:
 
op de volgende slides komen oefen opdrachten over de uitleg van de vorige dias. 

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Peter .... study History after his exams.
A
am going to
B
is going to
C
are going to
D
will

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

What are you doing next weekend?
I .... celebrate my birthday Saturday night.
A
am going to
B
is going to
C
are going to
D
will

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Oh no, look! My bus is late!
I ...... too late at the airport.
A
am being
B
will be
C
am going to be
D
shall be

Slide 16 - Quiz

Vanwege de vertraging van je bus heb je nu aanleiding om aan te nemen dat je te laat gaat komen.
Maybe I .... go home. Or maybe not. I don't know yet.
A
am going to
B
is going to
C
are going to
D
will

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Will & Shall

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer gebruik je 
Will - (op 2 manieren)
1. Als je een beslissing neemt op het moment van spreken
bijv. Do you think John is at home? I think I will call him this afternoon. 
(Je hebt op het moment van spreken besloten om John vanmiddag te gaan bellen)

2. Bij een wens, veronderstelling, belofte, aanbod, verzoek of voorspelling
 bijv. He will not be on time, he is always late. OF Those boxes look heavy, I will help you carry them. 
(Zin 1: je voorsptelt dat hij niet optijd komt. Zin 2: je biedt aan om de dozen te dragen)

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer gebruik je
Shall

In vragen kun je will OF shall gebruiken:
- Shall gebruik je alleen met I en we. 
- Shall wordt vooral gebruikt om te vragen naar een mening, bij voorstellen en om iets aan te bieden. 
bijv.  Shall we go out or stay in?  - (je vraagt naar een mening)
Shall we go shopping this weekend?  - (je doet een voorstel)

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Will & Shall,
Hoe maak je die & wanneer gebruik je die?





-Gewone/bevestigende zin: Will + hele ww               (it will be dark soon)
-ontkennende zin: will not (won't) + hele ww            (it will not be dark soon)
-vraagzin: will + ... + hele ww                                             (will it be dark soon?)
-vraagzin (alleen bij een aanbod of voorstel!) : shall + hele ww 
                                                                                                        (shall I help you with this?)
Regel
Voorbeeldzin
1. om te vertellen dat iets in de toekomst gaat gebeuren
1. It will be dark soon
2. Om aan te geven dat iets spontaan besloten wordt zonder dat het gepland is
2. I will help you in a minute. 

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

My plane ___ (arrive) at 10pm tomorrow evening.

Slide 22 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

I ___ (not start) school tomorrow. I still have one week of vacation.
(helemaal uitschrijven!!)

Slide 23 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

___ they ___ (move) next week or the week after?

Slide 24 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

___ I ___ (help) you with moving the boxes?

Slide 25 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Well done!

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Homework
- Leren: 
Build up
irregular verbs

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions