Trede 11 - Past continuous

Past Continuous
Wil je aangeven dat je iets een tijdje deed in het verleden, dan gebruik je de past continuous. Kijk bijvoorbeeld naar de volgende zinnen:

- We waren aan het zingen, toen Patrick aankwam.
--> We were singing, when Patrick arrived.
- Ik zat te schreeuwen, terwijl we het verkeersbord raakten.
--> I was screaming, while we hit the road sign.
- Ik was aan het slapen, terwijl mijn vriendin ons huis aan het opruimen was.
--> I was sleeping, while my girlfriend was cleaning our house.


1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Past Continuous
Wil je aangeven dat je iets een tijdje deed in het verleden, dan gebruik je de past continuous. Kijk bijvoorbeeld naar de volgende zinnen:

- We waren aan het zingen, toen Patrick aankwam.
--> We were singing, when Patrick arrived.
- Ik zat te schreeuwen, terwijl we het verkeersbord raakten.
--> I was screaming, while we hit the road sign.
- Ik was aan het slapen, terwijl mijn vriendin ons huis aan het opruimen was.
--> I was sleeping, while my girlfriend was cleaning our house.


Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Hoe maak je de past continuous?

Slide 3 - Question ouverte

Welke handeling krijgt de past continuous? de lange of de korte handeling?

Slide 4 - Question ouverte

Slide 5 - Vidéo

Slide 6 - Vidéo

Slide 7 - Lien

Herhaling Past Simple
Trede 9 (leerjaar 1 en 2)

Slide 8 - Diapositive

Wanneer gebruik je de past simple?

Slide 9 - Question ouverte

Hoe maak je de Past Simple?

Slide 10 - Question ouverte

Past Continuous vs Past Simple

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

The man ........(walk) in the field when he ........(see) an eagle
A
walked - saw
B
walked - was seeing
C
was walkin - saw
D
was walking - was seeing

Slide 13 - Quiz

I ........(play) football with my team when it .......(start) to rain
A
played - started
B
was playing - was starting
C
played - was starting
D
was playing- started

Slide 14 - Quiz

My friends ......(study) for a test when we .......(have) an accident
A
was studying - had
B
were studying - had
C
studied - were having
D
were studying - were having

Slide 15 - Quiz

While Peter......(do) his homework I .......(ring) the bell
A
did - ringed
B
was doing - rung
C
was doing - rang
D
did - was ringing

Slide 16 - Quiz

While we ......(climb) the mountain we ..........(have) a wonderful sight
A
was climbing- had
B
climbed - were having
C
climbed - had
D
were climbing - had

Slide 17 - Quiz

When I ......(come) home my brother ......(play) the drums
A
was coming - played
B
was coming- was playing
C
came - was playing
D
come - was playing

Slide 18 - Quiz

While I ......(walk) to school a car almost ......(hit) me
A
walked - hit
B
was walking - hitted
C
was walking - hid
D
was walking- hit

Slide 19 - Quiz