16/19-9-23 TV 1.1 instaptoets TV H1 afmaken en uitleg 1.1 en 1.2

Nederlands
Taalverzorging 
H1 Grammatica
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Nederlands
Taalverzorging 
H1 Grammatica

Slide 1 - Diapositive

We starten de les met 15 minuten lezen
timer
15:00

Slide 2 - Diapositive

Wat is het leukste wat je dit weekend hebt gedaan?

Slide 3 - Question ouverte

Inhoud
  • Video NOS op 3
  • Oefentoets afmaken
  • Uitleg taalverzorging H1.1
Inhoud

Slide 4 - Diapositive

4

Slide 5 - Vidéo

00:00

A

Slide 6 - Quiz

01:27
Hoe wordt deze video ingeleid en op welke hoofdvraag krijg je antwoord?

Slide 7 - Question ouverte

08:40
Ontdaan zijn...
In welke situaties?

Slide 8 - Question ouverte

00:00
We gaan een video kijken over de veiligheid van de Booster op de kermis.
Kijkvraag: hoe wordt deze video ingeleid en op welke hoofdvraag krijg je antwoord?

Slide 9 - Question ouverte

Onderwerp
Aan de slag
timer
15:00

Slide 10 - Diapositive

LESDOEL
Elk woord in een zin kun je benoemen.

Je weet waarom het belangrijk is om de woordsoorten te kennen.

Slide 11 - Diapositive

TV H 1.1 Woordsoorten (blz. 254)
Hoofdstuk  1.1 Woordsoorten (blz. 254 e.v.)





Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Het werkwoord 'bestellen'
Hij bestelt de boeken in de webshop.                PERSOONSVORM
 

Hij heeft de boeken besteld.                      VOLTOOID DEELWOORD

Hij heeft de bestelde boeken binnen.            BIJV. NAAMWOORD


Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Wat is de pv in deze zin?
Je kunt een nieuw vervoersbewijs aanvragen op de website.

Slide 16 - Question ouverte

Wat is de pv in deze zin?
Wegens ziekte heb ik de aanvraag uitgesteld.

Slide 17 - Question ouverte

Wat is het vd in deze zin?
Wegens ziekte heb ik de aanvraag uitgesteld.

Slide 18 - Question ouverte

Slide 19 - Vidéo

TV H1. 1.2 Zinsdelen (blz. 260)

Slide 20 - Diapositive

Sleep de woorden uit deze zin naar het juiste vak. 

lijdend voorwerp

meewerkend voorwerp

bijwoordelijke bepaling
gezegde
Onderwerp
Morgen
geef
ik
mijn verlofuren
de  teamleider
online
door.

Slide 21 - Question de remorquage

Wat is in deze zin het gezegde?
Onderweg zijn veel treinreizigers aan het whatsappen.
A
onderweg
B
zijn aan het whatsappen
C
zijn

Slide 22 - Quiz

Wat is in deze zin het gezegde?
Ik zoek de gegevens van dat bedrijf op.
A
ik
B
zoek
C
zoek op
D
de gegevens

Slide 23 - Quiz

Afsluiting
In tweetallen:
  1. Schrijf de onderstaande zinnen op.
  2. Benoem de woordsoorten die je (nog) kent.

Hij bestelt de boeken in de webshop.

Hij heeft de boeken besteld.

Hij heeft de bestelde boeken binnen.

Slide 24 - Diapositive