‹Revenir à la recherche

Cap 3 - les 1

¿Qué vamos a hacer?
  • discutir la prueba
  • Cap3 '¿Y tú, cómo eres? 

  • => descripciones de personas



1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

¿Qué vamos a hacer?
  • discutir la prueba
  • Cap3 '¿Y tú, cómo eres? 

  • => descripciones de personas



Slide 1 - Diapositive

Les in twee delen 
Dos preguntas cotidianas
¿Cuál es la fecha de hoy?

¿Qué tiempo hace hoy?

=> anota en tu cuaderno

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Reflectie over de toets:
1. Hoe ging het?
2. Wat ging goed, wat ging niet goed?
3. Hoe heb je geleerd voor de toets?
4. Wat kan je volgende keer anders doen?
timer
3:00

Slide 3 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Capítulo 3

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

¿Qué ciudad es?
A
Bruselas, Bélgica
B
Londres, Inglaterra
C
Paris, Francia
D
Granada, España

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Algunas preguntas sobre Granada (7 min.)
1. ¿Dónde está Granada? 
2. ¿En qué comunidad está Granada?
3. ¿Cómo se llama el monumento más famoso de Granada?
4. ¿Quién construyó este monumento? ¿Y cuándo?
5. ¿Qué montaña famosa está cerca de Granada?
6. ¿Qué otras 3 ciudades están en Andalucía?

timer
7:00

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

timer
1:00
Aan welk(e) Spaans(e) woord(en) denk je
bij het onderwerp uiterlijk/karakter?

Slide 9 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

ejercicios 3 + 4

timer
10:00

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leer "La llegada"
1. Va a: Fuente A (Libro de Texto p27)
En parejas: leer el texto en voz alta

2. Hacer: ejercicios 3 + 4abcd (Libro de Ejercicios p89)

3. Estudiar: Quizlet - leerjaar 2 - Capítulo 3 - 3.1 + 3.2
timer
10:00

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

¿Qué palabras recuerdan?
aspecto físico / caracter

Slide 12 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

0

Slide 13 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

¿Qué adjetivos mencionan?

Slide 14 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Adjetivos
  1. alto
  2. bajo
  3. intelectual
  4. cómico
  5. serio
  6. fenomenal
  7. guapo
  8. activo
  9. perezoso
  10. atlético
  11. tímido
  12. trabajador

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

¿Cómo eres tú?
Escribe 3 frases en tu cuaderno.
Después, describe a un compañero

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

¿Cómo eres tú?
3 verbos comunes:
- Ser (zijn)
- Tener (hebben)
- Llevar (dragen)
Deze werkwoorden gebruik je in 
standaard combinaties. 


Vertaal eerst de woorden om 
mensen van uiterlijk te omschrijven op de  volgende slide


Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tiene el pelo moreno. Lleva los pantalones azules.

A
B
C
D
A
Rosa
B
María
C
Pablo
D
Jorge

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Tiene el pelo rizado. Lleva un vestido rojo.

A
B
C
D
A
Rosa
B
María
C
Pablo
D
Jorge

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Es una mujer delgada, tiene el pelo rubio.

A
B
C
D
A
Rosa
B
María
C
Pablo
D
Jorge

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Es....
A
viejo
B
joven
C
moreno
D
gordo

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Tiene los ojos..........
A
azules
B
verdes
C
azul
D
verde

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Karakter beschrijven in het Spaans doe je met het werkwoord
Extra uitleg werkwoorden bij personen beschrijven

Ser gebruik je bij het beschrijven van uiterlijk en/of karakter wanneer er een bijvoeglijk naamwoord volgt. 
Bijvoorbeeld: Ella es guapa.

Estar gebruik je bij gemoedstoestanden
Bijvoorbeeld: Estoy contenta. 

Tener gebruik je als je beschrijft hoe oud iemand is of wanneer er een zelfstandig naamwoord volgt. 
Bijvoorbeeld: Tengo los ojos azules.

Lever gebruik je als je beschrijft of iemand iets draagt/aanheeft. 
Bijvoorbeeld: Lleva los pantalones azules. 

A
Ser
B
Llevar
C
Estar
D
Tener

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Haarkleur beschrijven in het Spaans doe je met het werkwoord
Extra uitleg werkwoorden bij personen beschrijven

Ser gebruik je bij het beschrijven van uiterlijk en/of karakter wanneer er een bijvoeglijk naamwoord volgt. 
Bijvoorbeeld: Ella es guapa.

Estar gebruik je bij gemoedstoestanden
Bijvoorbeeld: Estoy contenta. 

Tener gebruik je als je beschrijft hoe oud iemand is of wanneer er een zelfstandig naamwoord volgt. 
Bijvoorbeeld: Tengo los ojos azules.

Lever gebruik je als je beschrijft of iemand iets draagt/aanheeft. 
Bijvoorbeeld: Lleva los pantalones azules. 

A
Ser
B
Llevar
C
Estar
D
Tener

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

timer
0:30
el pelo rubio
el pelo corto
las gafas
los ojos azules
el pelo castaño

Slide 26 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Beschrijf jezelf in 4 zinnen
1: Soy.......,
2: Tengo el pelo........,
3: Tengo los ojos........, 4: Llevo........
timer
1:30

Slide 27 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

A. Describe a alguien en esta clase
Individualmente
  1. Schrijf je naam boven aan een nieuw blaadje dat je kan uitscheuren
  2. Beschrijf 2 personen die in de klas zitten, niet je vecin@!
  3. Dit schrijf je op in minimaal 5 HELE zinnen. Challenge: gebruik muy/poco/bastante
Juntos
  1. De docent leest 1 van de 2 beschrijvingen voor
  2. De klas raad over wie het gaat
  3. Steek je hand op als je het weet!

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Describe a dos personas en la clase

Slide 29 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

¡A trabajar!
ejercicios: 5, 6, 8, 9, 10b
quizlet 3.2 + 3.3
estudiar fuente D

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

¿Cómo fue la clase?
😒🙁😐🙂😃

Slide 31 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Plus de leçons comme celle-ci

Cap 3 - les 1 + 2 etccc materiaal

- Leçon avec 40 diapositives
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

22. descripciones, andere

- Leçon avec 37 diapositives

Cap 3 - les 2

- Leçon avec 23 diapositives
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

22. descripciones, andere

- Leçon avec 28 diapositives
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Start Unidad 3

- Leçon avec 21 diapositives
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Start Unidad 3

- Leçon avec 16 diapositives
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Les 5 (Na Toetsvierdaagse) - Beschrijven uiterlijk en karakter

- Leçon avec 19 diapositives
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cap 3 - les 3

- Leçon avec 23 diapositives
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2