Checken + vragen

H7 Woordformules





Ga rustig zitten op je plek.
Leg je wiskundespullen open op tafel.


1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

H7 Woordformules





Ga rustig zitten op je plek.
Leg je wiskundespullen open op tafel.


Slide 1 - Diapositive

Opbouw les 
  • Start
  • Hoofdstuk doorlopen
  • Check
  • Aan de slag
  • Afsluiting

Slide 2 - Diapositive

Hoofdstuk 7 samen doorlopen

Slide 3 - Diapositive

Ik kan een formule maken bij een beschrijving.
Succescriteria
Ik weet wat een regel in woorden is.
Ik weet hoe je een regel in woorden ombuigt naar een formule.
Ik weet wat een (woord)formule is.







Leerdoel 1

Slide 4 - Diapositive

Ik kan een grafiek maken bij een formule.
Succescriteria
Ik weet wat een (woord)formule.
Ik kan een formule gebruiken om een antwoord te berekenen.
Ik kan een tabel tekenen bij een formule.
Ik kan een assenstelsel tekenen.
Ik kan een grafiek bij een tabel tekenen.
 







Leerdoel 2

Slide 5 - Diapositive

Ik weet hoe ik een lineaire formule kan herkennen
Succescriteria
Ik weet welke vorm een lineaire grafiek heeft.
Ik ken de vorm van een lineaire formule.
Ik weet wat het startgetal en de stapgrootte is.
Ik kan rekenen met een lineaire formule.
Ik kan aan een lineaire formule zien of de bijbehorende grafiek stijgt of daalt.



Leerdoel 3

Slide 6 - Diapositive

Ik kan formules opstellen bij grafieken
Succescriteria
Ik kan een tabel maken bij een grafiek
Ik kan het startgetal aflezen uit een grafiek
Ik kan de stapgrootte aflezen uit een grafiek.
Ik ken de vorm van een lineaire formule
Ik kan aan een formule zien of de bijbehorende grafiek stijgt of daalt.



Leerdoel 4

Slide 7 - Diapositive

Ik kan grafieken met elkaar vergelijken
Succescriteria
Ik kan een grafiek tekenen bij een formule.
Ik weet wat lineaire grafieken en formules zijn. 
Ik weet wat het snijpunt is en wat dit punt betekent in een grafiek.
Ik kan twee grafieken in één assenstelsel tekenen met een juist gekozen stapgrootte op de as.
Ik kan controleren of het snijpunt klopt door de waarde in de formule in te vullen.



Leerdoel 5

Slide 8 - Diapositive

bedrag = 250 - aantal x 15     is stijgend



bedrag = -150 + 7,50 x aantal     is stijgend



aantal x 5 - 200 = bedrag     is dalend
Denk je dat het klopt zet een groen vinkje, denk je dat het fout is zet een rood kruisje

Controleer de volgende beweringen
?
?
?

Slide 9 - Question de remorquage


Teken een assenstelsel met bij de horizontale as de tijd in uren en bij de verticale as het bedrag in euro's. 
Teken een lijn door de punten (1,6) en (3,2).
Welke coördinaten heeft het snijpunt van deze lijn met de verticale as?
Maak een formule bij deze lijn. 
(Noteer de 3 stappen: begin waarde, stapgrootte en formule)

Slide 10 - Question ouverte


Maak de formule bij deze grafiek.
(Noteer de 3 stappen: begin waarde, stapgrootte en formule)

Slide 11 - Question ouverte


Maak de formule bij deze grafiek.
(Noteer de 3 stappen: begin waarde, stapgrootte en formule)
Maak de formule bij deze grafiek.
(Noteer de 3 stappen: begin waarde, stapgrootte en formule)

Slide 12 - Question ouverte


Teken een assenstelsel met bij de horizontale as de tijd in uren en bij de verticale as het bedrag in euro's. 
Teken een lijn door de punten (4,10) en (12,6).
Welke coördinaten heeft het snijpunt van deze lijn met de horizontale as?
Maak een formule bij deze lijn. 
(Noteer de 3 stappen: begin waarde, stapgrootte en formule)

Slide 13 - Question ouverte


Maak de formule bij deze grafiek.
(Noteer de 3 stappen: begin waarde, stapgrootte en formule)

Slide 14 - Question ouverte

Slide 15 - Diapositive