Industriële revolutie

• Geschiedenis
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Industriële revolutie

Programma

Bekijken film en maken woordweb + bespreken (20 min)

Uitleg 2.1 (15 min)

Aan de slag! (15 min)

Bekijken film en maken woordweb

?

Leerdoelen

• Je kunt uitleggen waarom België eerder industrialiseerde dan Nederland.
• Je kunt uitleggen wanneer en waardoor de industrialisatie in Nederland op gang kwam.
• Je kunt de arbeidsomstandigheden en woonomstandigheden van ondernemers en arbeiders in de 19e eeuw beschrijven.

2.1

Samenvoeging van gebieden

Koning Willem I was koning

2.1

Verschillen noorden en zuiden*

• Industriële revolutie was in zuiden al begonnen*
• Genoeg grondstoffen in het zuiden*
• In het zuiden al veel spoorwegen*

2.1

In het noorden nauwelijks industrie

• Te duur om te overstappen op stoomkracht
• Rond 1800 geen steenkool beschikbaar
• Tot 1860 weinig spoorwegen
• Weinig vraag naar producten

Wat kan de politiek nu doen?

2.1

Maatregelen Willem I om de industrie op gang te brengen*

• Verbetering infrastructuur*
• 'Kanalen koning'*
• Textielfabrieken in Twente, goedkope arbeiders*

2.1

Oorzaken industrialisatie vanaf 1860

• Nog meer investeren infrastructuur*
• Komst van machines
• Groei zware industrie
• Vraag producten nam toe door lage belastingen
• Door koloniën een groot afzetgebied

Aan de slag!

Lees alinea: 'Arbeidersomstandigheden en woonomstandigheden'

Noteer werk- en woonomstandigheden van de arbeiders tijdens de industriële revolutie 

2.1

Omstandigheden arbeiders

• Lage lonen
• Lange werkdagen
• In de fabriek-> slecht voor je gezondheid
• Werk was onveilig
• Werk eentonig en machines bepalen het tempo
• Afhankelijk fabriekseigenaar
• Geen beschermende wetten

Arbeidsdeling: Een arbeider maakt geen compleet product, maar slechts een onderdeel daarvan.