Een norm is een (gedrags)regel die we onszelf opleggen, omdat we bepaalde waarden belangrijk vinden.
Voorbeeld
Niet vechten (Vrede), Hard werken (welvaart), Niet stelen (veiligheid), Gezond eten (gezondheid), Vaak fietsen (milieu), Goed je best doen op school (educatie), iemand begroeten als je binnenkomt (respect), andersdenkenden niet veroordelen (tolerantie)
Slide 12 - Diapositive
Wat zijn belangen?
Een belang is een voordeel dat je ergens van kunt hebben.
Als scholier heb je bijvoorbeeld belang bij goede docenten omdat zij je kunnen helpen bij je schoolwerk.
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Machtsmiddelen
Beschikken over kennis / deskundigheid
Omvang van een groep
Financiële middelen
Formele bevoegdheden
Toegang tot politici
Toegang tot de media
Zitting in een adviesorgaan
Slide 15 - Diapositive
Socialiseren =
het je eigen maken van normen en waarden, het aanleren van de cultuur, opvoeden
Denk ook aan re-socialiseren = heropvoeden
Slide 16 - Diapositive
Socialisatie / cultuuroverdracht:
Door het gebruik van media vindt er een overdracht plaats van kennis en cultuur.
In plaats van cultuuroverdracht spreekt men ook over de socialiserende functie van de massamedia.
Slide 17 - Diapositive
Pluriformiteit van de media
De Mediawet moet zorgen voor een divers en veelzijdig aanbod, zodat allerlei maatschappelijke, religieuze en politieke stromingen een kans krijgen in de media
Slide 18 - Diapositive
De overheid heeft regels ten aanzien van radio, televisie en gedrukte media opgesteld (Mediawet) met het doel om een breed en divers aanbod van zenders en kranten/tijdschriften in stand te houden. Door deze veelzijdigheid van het media- aanbod, krijgen allerlei maatschappelijke, religieuze en politieke stromingen een kans in de media. De publieke omroep is een omroep die (deels) wordt betaald uit publieke middelen o.a. belasting; de omroep verzorgt programma’s zonder winstoogmerk.
Slide 19 - Diapositive
Referentiekader / selectieve perceptie
Jouw normen, waarden en ervaringen vormen de bril waardoor jij de wereld ziet. Niet iedereen heeft dezelfde normen, waarden en ervaringen, dus iedereen heeft een ander referentiekader.
Op basis van je referentiekader kan je selectief waarnemen
Slide 20 - Diapositive
corona: pandemie
aantal coronabesmettingen toegenomen
dit zijn de symptomen van corona
Rutte overstag: mondkapjes verplicht in ov
er moeten meer coronatests komen
De media beïnvloeden waar de mensen over praten.
De media beïnvloeden ook de manier waaropmensen denken over een onderwerp (zonder dat je dat altijd in de gaten hebt).
Mensen beoordelen berichten verschillend >>>>>>
Slide 21 - Diapositive
Beeldvorming
Beeldvorming: een beeld dat je vormt van iets, iemand of een situatie (onder andere door hoe iets/iemand/een situatie in de media wordt gebracht).
Selectief waarnemen: je kiest zelf hoe je een bericht bekijkt.
Voorbeeld: iemand die bang is voor corona bekijkt deze tabel heel anders dan iemand die niet bang is voor het virus.
Slide 22 - Diapositive
Publieke omroepen
In Nederland heb je publieke en commerciële omroepen.
Publieke omroepen krijgen geld van de overheid.
Zo zorgt de overheid ervoor dat er voor alle mensen iets te zien is op televisie.
Publieke omroepen mogen niet adverteren tijdens programma's.
Slide 23 - Diapositive
Commerciële omroepen
Commerciële omroepen krijgen geen geld van de overheid.
Zij maken hun programma's extra aantrekkelijk om kijkers te trekken.
Op die manier worden hun programma's aantrekkelijk voor bedrijven.
Als bedrijven adverteren (mag ook tijdens programma's) verdienen de zenders geld aan de reclames.
Slide 24 - Diapositive
'Steeds meer jongeren hebben schulden' Waarom is dit een maatschappelijk probleem?
Slide 25 - Question ouverte
'Uit het onderzoek blijkt verder dat driekwart van de Nederlanders vindt dat hier een rol ligt voor de overheid.' Is dit een links of een rechts standpunt?