Spreekwoorden/zegswijzen/gezegden

1 / 5
suivant
Slide 1: Vidéo
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 5 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Vidéo

Spreekwoord
- Zin die een mededeling bevat
- Onveranderlijk. Altijd dezelfde woorden in dezelfde volgorde
- Bevat een wijsheid of waarheid

'Een gegeven paard mag je niet in
de bek kijken.'

Slide 2 - Diapositive

Zegswijze
- Figuurlijk taalgebruik waarmee een situatie beeldend omschreven wordt
- Geen vaste formulering

‘Het liep de spuigaten uit.'

Slide 3 - Diapositive

Uitdrukkingen

- spreekwoord
- gezegde
- zegswijze

Slide 4 - Diapositive

Antwoorden
1. Mijn buurjongen is een vrolijke frans. Een vrolijke frans - gezegde. Betekenis: iemand die altijd vrolijk is.

2. Toen hij zijn zin niet kreeg liet hij zijn tanden zien. Zijn tanden laten zien - spreekwoord. Betekenis: van zich afbijten.

3. Hij sprong in de bres voor zijn vriend. In de bres springen - spreekwoord. Betekenis: opkomen voor iemand.

4. Die nieuwe broek kostte een rib uit mijn lijf. Een rib uit mijn lijf - spreekwoord. Betekenis: iets wat veel geld heeft gekost.

5. Wat je nu zegt lijkt mij een open deur. Een open deur - gezegde. Betekenis: iets wat zo vanzelfsprekend is, dat je het niet hoeft te zeggen.

6. Hij zit deze maand op zwart zaad. Op zwart zaad zitten - spreekwoord. Betekenis: hij heeft geen geld.

7. Er is stront aan de knikker. zegswijze. Betekenis: Er is iets mis. 







Slide 5 - Diapositive