Cette leçon contient 15 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 90 min
Éléments de cette leçon
2A Nederlands
9 oktober 2024
Slide 1 - Diapositive
Les 1
- Uitleg theorie
- Opdrachten maken (klassikaal + alleen)
- Afsluiten + korte pauze
Les 2
- Introductiefilmpje kijken
- Tekst lezen met elkaar
- Opdrachten maken (in tweetallen)
Slide 2 - Diapositive
Lesdoel
Je leert de betekenis van onbekende woorden in een tekst te ontdekken.
Slide 3 - Diapositive
Onbekende woorden
Soms lees je een woord waarvan je de betekenis niet kent. Je kunt dan een woordraadstrategie gebruiken om de betekenis van het woord te ontdekken.
Vorig jaar heb je de volgende strategieën al geleerd:
synoniem, omschrijving en voorbeeld.
Slide 4 - Diapositive
Tegenstelling
Je kunt de betekenis van een onbekend woord soms vinden doordat er in de tekst een tegenstelling staat. Een tegenstelling is een ander woord dat precies het tegenovergestelde betekent.
hard --> zacht
groot --> klein
licht --> donker
Slide 5 - Diapositive
Tegenstelling zoeken
Let in de tekst op de woorden maar, echter, toch, daarentegen.
Aan deze woorden kun je zien dat er een tegenstelling in de tekst staat.
Nieuwe games zijn vaak prijzig, maar in de uitverkoop zijn ze goedkoop.
Slide 6 - Diapositive
Een bekend woorddeel zoeken
Als je de betekenis van een woord niet kent, kun je op zoek gaan naar een bekend deel in dat woord. Deze strategie kun je toepassen bij woorden die zijn samengesteld uit twee of meer woorden.
Slide 7 - Diapositive
Een bekend woorddeel zoeken
Kijk of je de betekenis van een deel van het woord al kent.
Bijvoorbeeld: leesplezier.
Je kent het woord lees en plezier. Als je leesplezier hebt, dan vind je het dus leuk om te lezen.
Slide 8 - Diapositive
Voorvoegsels
Kijk of er een voorvoegsel voor het woord staat, bijvoorbeeld: on-, her-.
Het voorvoegsel on- betekent niet of zonder. Het voorvoegsel her- betekent opnieuw.
Onduidelijk
Herexamen
Slide 9 - Diapositive
Achtervoegsels
Kijk of er een achtervoegsel achter het woord staat, bijvoorbeeld -vol, -loos.
Het achtervoegsel -vol betekent met. Het achtervoegsel -loos betekent zonder.
Hoopvol
Ademloos
Slide 10 - Diapositive
Aan de slag (BB)
Pak je boek op bladzijde 10 en 11.
Met elkaar:
Opdracht 1, 2 en 3
Alleen:
Opdracht 4 en 5
Aan de slag (KB)
Pak je boek op bladzijde 11 t/m 13
Alleen:
Opdracht 1 t/m 5
Slide 11 - Diapositive
Pauze
11.05 is iedereen weer terug in de les.
Slide 12 - Diapositive
Introductiefilmpje
Tijgers uit Nederland naar Kazachstan.
Slide 13 - Diapositive
Leestekst
We lezen met elkaar de tekst en gaan op zoek naar de moeilijke woorden.
In tweetallen:
De opdrachten maken.
Slide 14 - Diapositive
Afsluiting
Je leert de betekenis van onbekende woorden in een tekst te ontdekken.