Uitdaging 1: Les 3 : Soorten argumenten

Uitdaging 1: Les 3 : Soorten argumenten
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsSecundair onderwijs

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Uitdaging 1: Les 3 : Soorten argumenten

Slide 1 - Diapositive

Je bent verwikkeld in een verhitte discussie. Welke soorten argumenten kan je aanhalen?

Slide 2 - Carte mentale

soorten argumenten
- voorbeelden
- vergelijking met een gelijkaardige situatie
- oorzaak en gevolg 
- cijfers, statistieken, wetenschappelijk onderzoek 
- persoonlijk gevoel 

Slide 3 - Diapositive

In Engeland is het heel normaal een uniform te dragen op school. Misschien kan dat dan in België ook wel?
A
vergelijking
B
persoonlijk gevoel
C
cijfers of wetenschappelijke gegevens
D
oorzaak en gevolg

Slide 4 - Quiz

Mijn beslissing is gebaseerd op de resultaten van de grote enquête over verkeersveiligheid in de buurt van scholen.
A
vergelijking
B
persoonlijk gevoel
C
cijfers of wetenschappelijke gegevens
D
oorzaak en gevolg

Slide 5 - Quiz

Uit een grote online bevraging blijkt dat veel jongeren zelf al maatregelen nemen om hun gsm-gebruik te beperken. Dan moeten we dat als school niet ook nog doen?


A
vergelijking
B
persoonlijk gevoel
C
cijfers of wetenschappelijke gegevens
D
oorzaak en gevolg

Slide 6 - Quiz

De politie had je rijbewijs niet ingetrokken als je niet dronken achter het stuur had gezeten.
A
vergelijking
B
persoonlijk gevoel
C
cijfers of wetenschappelijke gegevens
D
oorzaak en gevolg

Slide 7 - Quiz

Stop toch met die gevaarlijke motorsport. Ik maak me grote zorgen!
A
vergelijking
B
persoonlijk gevoel
C
cijfers of wetenschappelijke gegevens
D
oorzaak en gevolg

Slide 8 - Quiz

Je vindt dat nieuwe nummer van die dj zeker goed. Zijn vorige nummers vind je toch ook allemaal super?


A
vergelijking
B
persoonlijk gevoel
C
cijfers of wetenschappelijke gegevens
D
oorzaak en gevolg

Slide 9 - Quiz

Omgaan met kritiek ... 
slik

Slide 10 - Diapositive

Omgaan met kritiek
is voor mij een fluitje van een cent.
is een hele opgave voor mij maar ik probeer steeds correct te reageren.
lukt me erg moeilijk ... correct reageren is een hele opgave
zwijg! Ik ontplof en punt gedaan.

Slide 11 - Sondage

1 belangrijke voorwaarde
Kritiek hoort 'constructief' te zijn. 

Slide 12 - Diapositive

Wat betekent 'constructief'?

Slide 13 - Carte mentale

constructief
betekent dat je duidelijk weet wat verkeerd is en hoe je het kunt aanpassen.

Slide 14 - Diapositive

Er is een rekenfout in je berekening geslopen. Kijk eens in de vijfde bewerking. (p.18)
A
constructief
B
niet constructief

Slide 15 - Quiz

Het is altijd hetzelfde met jouw tekeningen.
A
constructief
B
niet constructief

Slide 16 - Quiz

In je tweede pagina staan drie werkwoordsfouten. Neem je de spellingsregels opnieuw door ?
A
constructief
B
niet constructief

Slide 17 - Quiz

Je kende de volgorde van je presentatie niet uit het hoofd. Oefen thuis voldoende zodat je de structuur van je presentatie kent.
A
constructief
B
niet constructief

Slide 18 - Quiz

Je neemt onze afspraken nooit serieus.
A
constructief
B
niet constructief

Slide 19 - Quiz

Je bent een sloddervos.
A
constructief
B
niet constructief

Slide 20 - Quiz

Filmfragment p. 19
Vul de vragen ook aan op p. 19. 

Slide 21 - Diapositive

Waarom is het belangrijk dat je kritiek in positieve feedback kunt ombuigen?

Slide 22 - Question ouverte

Feedback is een ‘groeihormoon’ waarmee je iets kunt doen,
waaruit je kunt leren en waardoor je kunt groeien of beter worden.


Slide 23 - Diapositive

Welke drie manieren zijn er om met kritiek om te gaan?

Slide 24 - Question ouverte

Omgaan met kritiek

Slide 25 - Diapositive

Wat is de beste manier om met kritiek om te gaan?

Slide 26 - Question ouverte