H1 formuleren en h2 gr zinsdelen

Welkom bij 
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Welkom bij 

Slide 1 - Diapositive

timer
1:00

Slide 2 - Diapositive

3 oktober tijdens les Nederlands
9.30 to 10.30 uur

Slide 3 - Diapositive

  • Zelf met ov naar Den Haag CS
  • 9:00 - 9.15 uur verzamelen bij Literatuurmuseum, begane grond bij de lockers.
  • Gezamenlijk met docenten met ov terug naar school.
  • V.a. 11.35 uur weer lessen op school.
  • Vergeet je ov-chipkaart / pinpas niet voor het ov.

Slide 4 - Diapositive

Na deze les....
Kun je een samentrekking controleren en verbeteren. 

Slide 5 - Diapositive

Huiswerk nakijken
H2 Spelling opdracht 1, 4, 8 en 10. 
H1 grammatica zinsdelen opdracht 2 en 3.


Antwoorden in Classroom.

Slide 6 - Diapositive

Samentrekken gaat vaak fout
Wat is er mis met de volgende zinnen? 
  • Hier wordt een nieuw sportveld aangelegd en enkele kleedkamers geplaatst. 
  • Max keek naar een leuk meisje en daardoor niet goed uit bij het oversteken.
  • De maand augustus is vaak heet en brengen Italianen graag door aan de kust. 

Slide 7 - Diapositive

Drie voorwaarden
Om iets weg te laten moet je eerst aan drie voorwaarden voldoen:

De woorden hebben:
1. dezelfde functie (onderwerp, lv, koppelww, enz.)
2. dezelfde betekenis
3. hetzelfde getal (enkelvoud of meervoud)

Slide 8 - Diapositive

Stappenplan 
  1. Bepaal wat er is weggelaten.
  2. Bepaal de functie, de betekenis en het getal van het eerste deel.
  3. Bepaal de functie, de betekenis en het getal van het tweede deel. 
  4. Alles hetzelfde? Goede samentrekking. 
  5. Niet? Voeg de ten onrechte weggelaten delen toe.

Slide 9 - Diapositive

Is de volgende zin goed samengetrokken?
Emma liep naar de winkel en kocht een boek.
A
Ja
B
Nee

Slide 10 - Quiz

Is de zin goed samengetrokken?
De cabaretier verbaasde zich erg over de prijs, en de toeschouwers nog meer.
A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quiz

Samentrekkingen controleren en verbeteren
  • Controleer en verbeter indien nodig.
  • Geef bij een foutieve samentrekking aan, aan welke voorwaarde niet is voldaan. 
  • Tweetallen 
  • 5 min. 
  • Spinner bepaalt de beurt bij bespreken. 
  1. In het laboratorium wordt een nieuwe installatie gebouwd en kasten neergezet.
  2. Het lukte hem niet om de beste te blijven en begon nerveus te worden.
  3. De student werd voortdurend gepest en werd tenslotte ziek.
  4. Marten is een gameliefhebber en dan ook vaak met zijn vrienden aan het gamen.

Slide 12 - Diapositive

H2 Grammatica zinsdelen + formuleren
Wanneer gebruik je welke verwijswoorden? 
Fouten met verwijswoorden controleren

Slide 13 - Diapositive

1. Geef aan waar het woord 'wat' naar verwijst.
2. Geef ook de betekenis.

Mijn ouders kochten een vakantiehuis in Frankrijk, wat wij erg leuk vonden.

Slide 14 - Question ouverte

1. Geef aan waar het woord 'dat' naar verwijst.
2. Geef ook de betekenis.

Mijn ouders kochten een vakantiehuis in Frankrijk, dat wij erg leuk vonden.

Slide 15 - Question ouverte

Slide 16 - Diapositive

Overige verwijswoorden
  • dat: het-woord
  • wat: overtreffende trap, onbepaald voornaamwoord, hele zin of een deel van een zin 
  • vz+ wie: personen ( De leerlingen over wie wij spreken....)
  • waar + vz: zaken + dingen (De zaken waarover wij spreken.....)

Slide 17 - Diapositive

Fouten met verwijswoorden
1. Onjuist verwijzen
Je gebruikt het verkeerde verwijswoord om naar een ander woord (of een woordgroep) in de zin te verwijzen --> het antecedent 

2. Onduidelijk verwijzen
Het gebruikte verwijswoord kan naar meerdere woorden of woordgroepen in de zin verwijzen of het verwijswoord verwijst naar iets wat niet in de tekst staat.

Slide 18 - Diapositive

Kies het juiste verwijswoord.
Het bedrijf kon niet voldoen aan de vraag van … klanten.
A
haar
B
hen
C
hun
D
zijn

Slide 19 - Quiz

Kies het juiste verwijswoord.
De apotheek kon niet voldoen aan de vraag van … klanten.
A
haar
B
hen
C
hun
D
zijn

Slide 20 - Quiz

Goed of fout? Leg uit.
De mentoren overhandigden hun aan het eind van het jaar de rapporten.

Slide 21 - Question ouverte

Vul in: 'dat' of 'wat'.
Gisteren zijn er in de mist diverse ongelukken gebeurd, … veel blikschade opleverde.

Slide 22 - Question ouverte

Verbeter de zin indien nodig:
'Natuurlijk is de natuurbescherming blij met wildviaducten, omdat ze dan gemakkelijk van de ene kant van de snelweg naar de andere kant kunnen komen.'

Slide 23 - Question ouverte

Huiswerk 5 oktober
H2 Grammatica zinsdelen opdracht 1, 2 en 5
H2 Formuleren opdracht 3, 4 en 5

Slide 24 - Diapositive