atheneum maat 1/12

1 / 19
suivant
Slide 1: Vidéo
MaatschappijleerMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Vidéo

6. Invloed op politieke besluiten

Slide 2 - Diapositive

Wat weet je na deze les
Welke actoren en factoren  invloed hebben op de politieke besluitvorming
 en hoe je kunt bereiken dat politici naar je luisteren?
Hoe werkt het systeemmodel over besluitvorming?

Slide 3 - Diapositive

6.1 Strijden met woorden

In een democratie wordt gestreden met woorden om machtsposities en het verwezenlijken van idealen. 
Politici gaan met elkaar in debat. Soms praten ze ook in achterkamertjes waar besluitvorming in beslotenheid plaatsvindt.
Via de media kunnen politici hun boodschap aan burgers overbrengen.
Politici spreken met burgers.

Politici praten niet alleen, maar nemen ook beslissingen die grote impact op het leven van burgers kunnen hebben.

Slide 4 - Diapositive

6.2 Het systeem van politieke besluitvorming

De Amerikaanse politicoloog Easton beschrijft vier fasen in de politieke besluitvorming:
Invoer.
Omzetting.
Uitvoer.
Terugkoppeling. 

Slide 5 - Diapositive

Het politieke systeemmodel van Easton

Slide 6 - Diapositive

6.3 Politieke actoren
Politieke besluitvorming komt tot stand via een groot aantal verschillende mensen en groepen. Dit noemen we politieke actoren.

We zullen kijken naar de volgende vier actoren:
Ambtenaren.
Burgers.
Pressiegroepen.
Media.

politieke actoren.
Alle individuele burgers, groepen, bestuursorganen en instanties die betrokken zijn bij het politieke besluitvormingsproces.

Slide 7 - Diapositive

De taken van de ambtenaren

Slide 8 - Diapositive

Hoe kunnen burgers invloed uitoefenen?

Stemmen (ook voor raadgevend referendum).
Lid worden van een politieke partij.
Gebruikmaken van het burgerinitiatief.
Contact opnemen met politici.
Massamedia benaderen.
Je aansluiten bij een actiegroep.
Een bezwaarschrift indienen.
Overgaan tot burgerlijke ongehoorzaamheid.

Slide 9 - Diapositive

Pressiegroepen

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Media en democratie

Belangrijk voor een democratie zijn goed functionerende media. Dit wordt (in Nederland) bereikt door:
persvrijheid en vrijheid van meningsuiting (grondrechten).
een pluriform aanbod van media.
de Wet openbaarheid van bestuur (WOB): De overheid is verplicht om journalisten informatie te geven als ze daarom vragen.

Slide 12 - Diapositive

6.4 Omgevingsfactoren
In de praktijk kunnen omgevingsfactoren het proces van besluitvorming verstoren. 
Events: onvoorziene gebeurtenissen veranderen de situatie zoals een natuurramp of economische crisis.
Trends: gebeurtenissen die een politicus kan zien aankomen. Denk aan de vergrijzing, automatisering en klimaatverandering.

Slide 13 - Diapositive

Het systeemmodel bestaat uit verschillende fasen. Zet de subfasen van de fase Omzetting in de goede volgorde 
Subfase 1
Subfase 2
Subfase 3
Uitvoer
Agendabepaling
Steun
Beleidsvoorbereiding
Feedback
Beleidsbepaling
Beleidsevaluatie
Invoer

Slide 14 - Question de remorquage

Hebben jullie het begrepen? Welke fasen zitten er in het systeemmodel van politieke besluitvorming?
A
Invoer, uitvoer, omzet en feedback
B
Omzet, vertaling, uitvoer en feedback
C
Invoer, vertaling en output

Slide 15 - Quiz

Filmpjes Invloed van burgers

Slide 16 - Diapositive

Noem drie manieren waarop je als burger invloed kunt uitoefenen op de politieke besluitvorming.

Slide 17 - Question ouverte

In welke situatie is er sprake van omzetting volgens de systeemtheorie?
A
De gemeenteraad besluit om stoplichten op een kruispunt te plaatsen nadat er twee doden zijn gevallen.
B
Buurtbewoners willen stoplichten op een kruispunt nadat er twee doden zijn gevallen.
C
Een gemeenteraadslid stelt vragen aan de wethouder over de veiligheid bij een kruispunt nadat er voor de tweede keer een dodelijk ongeluk heeft plaatsgevonden.
D
Een wethouder geeft opdracht stoplichten te plaatsen op het kruispunt.

Slide 18 - Quiz

I. De politieke functies van de media bevestigen dat Nederland een democratisch land is.
II. De politieke functies van de media zijn in strijd met de trias politica.

A
I is juist, II is onjuist.
B
I is onjuist, II is juist.
C
I en II zijn beide juist.
D
I en II zijn beide onjuist.

Slide 19 - Quiz