Bijeenkomst 4 periode 3
1 / 15
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Waarom werken we bij het jonge kind
met 'bedoelingen' ipv. smart doelen?
met 'bedoelingen' ipv. smart doelen?
Slide 3 - Carte mentale
Jasmijn en Rayan bouwen samen aan een kasteel. "Ik bouw de ophaalbrug, straks komen de vijanden ons aanvallen!" "De slaapkamer van de prinses was in de toren, want daar zit ze opgesloten." Met welke soort kernactiviteit zijn deze kinderen bezig?
A
constructie- beeldend
B
rekenen- wiskunde
C
lezen- schrijven
D
manipulerend spel- rollenspel
Slide 4 - Quiz
Keesje speelt in de exploratiebak met confetti. Ze vult verschillende bekers en flesjes met het materiaal. Steeds laat ze de confetti naar beneden dwarrelen. "Het sneeuwt!"
A
rekenen- wiskunde
B
manipulerend spel- rollenspel
C
constructie- beelden
D
gesprek
Slide 5 - Quiz
Waar zie je de beste/ rijkste spelhoek?
Slide 6 - Sondage
Wat is de 'oogst' van een activiteit?
Slide 7 - Carte mentale
Oriënteren
Structureren en verdiepen
Verbreden
In de vliegveldhoek maken twee kinderen verschillende wegwijsbordjes: "douane" "inchecken" en "vertrekhal." Eerst werden vooral koffers gewogen.
De leerkracht kijkt met de kinderen een filmpje over Schiphol.
De leerkracht speelt mee bij de incheckbalie: "Mag ik eerst uw paspoort zien alstublieft?"
Slide 8 - Question de remorquage
De leerkracht heeft tijdens het observeren van het spel in de themahoek 'de dierenarts' gezien dat de kinderen alleen maar bezig zijn met het geven van prikjes en het aanleggen van verband. Ze stapt gaat rustig in de wachtkamer zitten met haar knuffelhond. Wanneer ze aan de beurt is vraagt ze: "Dokter, heeft u misschien medicijnen voor mijn hond? Hij heeft diarree!"
Welke didactische impuls zet deze leerkracht in?
Welke didactische impuls zet deze leerkracht in?
A
Structureren en verdiepen
B
Oriënteren
C
Verbreden
D
Toevoegen van een nieuwe handelingsmogelijkheid
