Flipping the classroom
1 / 11
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Wat is Flipping the Classroom?
A
a. De indeling van de klas omzetten zodat onderwijs beter te volgen is.
B
b. Met behulp van zelfgemaakte video’s, uitleg en instructie te geven over een bepaald onderwerp.
C
c. ipv schoolonderwijs alleen online onderwijs aanbieden.
Slide 2 - Quiz
Welk model wordt gebruikt bij het maken van een geflipte les?
A
Model van kok
B
Model van lalonde
C
Model van Gerstein
D
Model van korthagen
Slide 3 - Quiz
Flipping the classroom kent volgens Hamdan, McKnight & Arfstrom 2012 vier pijlers. Welk van de onderstaande pijlers hoort daar NIET bij.
A
flexibele omgeving
B
leercultuur
C
professionele docenten
D
differentiëren
Slide 4 - Quiz
Wat is de vierde fase van flippin the classroom?
A
professional
B
time
C
location
D
demostration and application
Slide 5 - Quiz
Bij Flipping the classroom krijgt de instructeur beter de kans om…..
A
De studenten die in de klas zitten meer aandacht te geven.
B
om te gaan met verschillende niveaus, studentenmoeilijkheden en gedifferentieerde leervoorkeuren.
C
Op afstand te werken aan de hand van moderne technologieën.
Slide 6 - Quiz
Wat is fase 2 van flipping in the classroom?
A
In groepen bespreken
B
zelfstandig met de leerstof aan de slag
C
bespreken met medestudenten die deze leerstof beheersen, de informatie uitwisselen met elkaar.
Slide 7 - Quiz
Door wie werd de term “flipping in the classroom” voor het eerst gebruikt en in welk jaar?
A
Salman Khan, 2011 tijdens een Ted- conferentie.
B
Anna Merr, 2011 tijdens een vergadering.
C
Jonh Korczak, 2012 tijdens een epidemie
Slide 8 - Quiz
Wat betekent flipping the classroom letterlijk?
A
doorgedraaide klas
B
het doorslaan van onderwijs
C
Een omgedraaid klaslokaal
Slide 9 - Quiz
Wat is het nadeel van flipping in the classroom?
A
Leraren moeten zich meer voorbereiden
B
Leraren hoeven zich minder voor te bereiden
C
Studenten kunnen op hun eigen tempo werken
Slide 10 - Quiz
Wat is het voordeel van flipping in the classroom?
A
Het bevorderen van afhankelijk leren
B
Het leren staat centraal
C
Conventioneel onderwijs
