H3 Periode 1, Les 6 KOL (28-09-2023)

• Spaans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Bienvenidos

Lessonup.app --> zie link in teams

El programa de hoy

• Comprobar los deberes
• Vocab. 1.4
• Hablar (K)
• ¡Abre tu libro! (el imperativo negativo, J)
• Evaluación, deberes

Los deberes fueron:

 Hoofdstuk 1 vocab 1.1 + 1.2 + bron D (presente en presente perfecto), leer de ‘perfecto’ ook uit het tekstboek (achterin het grammatica overzicht)  

 Hacer: afmaken oef 22 + oef 30c (behalve zin 6 en 8) + 30d 

--> zie antwoordblad

Vocab 1.4

Frases clave K

ESTUDIAR: 

Frases clave K

HACER: 

1. WB oef 33 + 34 
2. schrijf een routebeschrijving van school naar jouw huis

El imperativo

De 'imperativo' (gebiedende wijs)  wordt gebruikt om iemand een bevel of opdracht te geven. 

Voorbeelden: Kijk naar het bord, ga de trap op, eet je bord leeg etc.

Imperativo

Spreek je tegen een 'jij'-persoon: neem de presente 3e persoon

Tegen 'jullie': neem het hele werkwoord -> de -r wordt een -d

Tegen 'u': neem de presente 3e persoon -> de -a wordt een -e, of andersom. Is het meervoud?                                                                                                                                                                   Zet er een -n achter.

HACER: WB A, oef 30c (zin 6 en 8 overslaan) + oef 30d

Imperativo negativo, fuente J (TB p.15)

Soms wil je juist dat iemand iets NIET doet.

Bijvoorbeeld:      Koop het shirt NIET!        Eet GEEN patat!

De 'gebiedende wijs ontkennend' maak je vanuit de gewone presente. 

In de uitgang vervang je de -a door -e, of andersom.

comprar (kopen)                      -> ¡No compres la camiseta! (Koop het shirt niet!)

comer  (eten)                             -> ¡Señor, no coma patatas fritas!  (Meneer,  eet geen patat!)

HACER (maken): 

1. Ontkennend: WB p. 34, oef 30c zin 6 en 8 + oef 30e
2. Herhaling: Bevestigend jij-vorm, WB p.35, oef 31b

STER 

Werk aan Bron G (TB p.12) en gebruik daarbij vocab 1.3.

Maak oef 23 in je werkboek. 

Vertel de volgende keer wat je te weten bent gekomen over Antoni Gaudí.

Welk nieuw Spaans woord ga je
onthouden van vandaag?
Noteer ook de vertaling.

Deberes

Estudiar:

• Vocab 1.3 en 1.4 (werkboek A p.44-45)

• Bron J (TB p.15) + leer je aantekeningen over de gebiedende wijs

• Bron K (TB p.15)

Hacer:

• Afmaken oef 30c zin 6 en 8 + oef 30e + oef 31ab + oef 33, 34 + schrijf een routebeschrijving van school naar jouw huis

Info ICT, toetsen, opdrachten

ICT:   

• magister, studiewijzer 
• lessonup: aanmelden, linkje in teams

Toetsen en opdrachten: 

• Toets Paso adelante Hoofdstuk 1
• Buen Viaje: praktische opdracht + toets
• Evt. SO

Reglas

1. groeten bij binnenkomst, telefoon in de telefoontas
2. spullen en huiswerk in orde
3. bij binnenkomst rustig op eigen plaats gaan zitten
4. als de docent spreekt, ben je stil
5. vragen? hand opsteken
6. computer alleen gebruiken voor de les, en alleen indien de docent dat vraagt (dus geen andere bestanden of meldingen open hebben staan)

                                                 

                                    Respecteer elkaar, en elkaars spullen.

Verbos: klinkerwisseling

Bij de meeste werkwoorden is de stam onveranderlijk, en zijn de uitgangen per persoon verschillend. Ejemplo 'cant-ar': yo cant-o, tú cant-as etc.

Soms verandert echter ook de stam van het werkwoord.

Ejemplo 'pod-er' (kunnen): 

yo puedo, tú pued-es, él pued-e, nosotros pod-emos, vosotros pod-éis, ellos pued-en

Dit noem je klinkerwisseling. In een woordenboek of woordenlijst staat de klinkerwissseling er tussen haakjes achter: poder (ue).

-> ESTUDIAR: Grammaticaboekje (onderbouw), nr. 43-45

-> HACER oef 12b in Paso adelante (WB p.17-18) 

Atención: bij nosotros en vosotros GEEN klinkerwisseling

Repaso: Los números, TB p.96

A.

Schrijf voor jezelf 5 sommen op in cijfers. Laat het aan niemand zien. Gebruik getallen tot 1000.

Schrijf ze daarna op een briefje in het Spaans, in woorden. Vb: cuatrocientos cinco + treinta = ....

Zet je naam eronder en lever in. 

B. 

Je krijgt een briefje met sommen die door een klasgenoot zijn opgesteld, in woorden.

Je noteert je antwoorden op een apart blaadje. Dit mag in cijfers.

Laat je antwoorden controleren door degene die de sommen heeft opgesteld. 

C. Meerdere rondes, zodat je de sommen van meerdere klasgenoten maakt.

Dele-examen

https://drive.google.com/drive/u/0/folders/0B5Yvdo7ya7vUMkJQLXl5N1lpYjA