Samengestelde zinnen + samentrekking

1 / 40
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Samengestelde zinnen

Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen
  • Je kunt onderschikkende en nevenschikkende voegwoorden herkennen
  • Je kunt een onderscheid maken tussen hoofd- en bijzinnen
  • Je kunt zinnen correct begrenzen: hoofd- en bijzinnen maken, leestekens gebruiken
  • Je kunt een correcte en een foutieve samentrekking herkennen 

Slide 3 - Diapositive

Weet je nog?

Slide 4 - Diapositive

Zijn de voegwoorden nevenschikkend of onderschikkend?
nevenschikkende voegwoorden
onderschikkende voegwoorden
en
terwijl
maar
doordat
dus
als
toen
want
hoewel
omdat

Slide 5 - Question de remorquage

Nevenschikking of onderschikking?

Omdat Pasen nadert, zoekt een Brits supermarktbedrijf tijdelijke werknemers.
A
nevenschikking
B
onderschikking

Slide 6 - Quiz

Nevenschikking of onderschikking?

Het bedrijf biedt zijn klanten een bijzondere service, want zij mogen hun kerstverlichting van vorig jaar terugbrengen.
A
nevenschikking
B
onderschikking

Slide 7 - Quiz

Nevenschikking of onderschikking?

Stel je eens voor dat je de hele dag bundels kerstverlichting moet ontwarren!
A
nevenschikking
B
onderschikking

Slide 8 - Quiz

Hoofdzin
  • PV staat na het eerste zinsdeel of vooraan in de zin
  • Er kunnen geen woorden tussen onderwerp en PV staan
  • Kun je (meestal) los opschrijven
Bijzin
  • PV staat niet na het eerste zinsdeel of vooraan in de zin, maar vaak achteraan
  • Er kunnen wél woorden tussen onderwerp en PV staan
  • Kun je niet los opschrijven
  • Is een onderdeel van de hoofdzin

Slide 9 - Diapositive

Voorbeeld 1
Hij weet al lang dat hij goed kan tekenen.
1e deel: Hij weet al lang (hoofdzin)
2e deel: (dat) hij goed kan tekenen (bijzin)

Deze zin is samengesteld (want 2 pv's) en onderschikkend (want onderschikkend voegwoord 'dat' + bijzin)

Slide 10 - Diapositive

Voorbeeld 2
De verdachte was aangehouden en hij moest lange tijd in de cel doorbrengen.
1e deel: De verdachte was aangehouden (hoofdzin)
2e deel: (en) hij moest lange tijd in de cel doorbrengen (hoofdzin)
Deze zin is samengesteld (want 2 pv's) en nevenschikkend (want nevenschikkend voegwoord 'en' + 2 hoofdzinnen)

Slide 11 - Diapositive

Enkele aanbevelingen
  • Hoofdzinnen kunnen gescheiden worden door een punt, bijzinnen niet. 
  • Bijzinnen kunnen niet op zichzelf staan.
  • Als je meerdere hoofdzinnen achter elkaar zet, start dan ook een nieuwe zin: hoofdletter en punt. 
  • Gebruik leestekens. 

Slide 12 - Diapositive

Ik stuur je deze brief omdat we in het Achterhuis zelf niet veel contact hadden, eigenlijk had niemand veel contact met elkaar, ik wou mijn gedachten en gevoelens uiten over je gedrag naar de mensen in het Achterhuis.

Slide 13 - Question ouverte

Ik weet niet of je deze brief ooit zult gaan lezen of dat ik er toch voor kies om hem niet aan jou te geven, maar ook al lees je hem niet wil ik toch het idee hebben gehad dat ik de brief tenminste heb geschreven.

Slide 14 - Question ouverte

Als ik jou en je vader wel eens samen zie dan voel ik me verdrietig want ik zou willen dat je net zoveel van mij houdt als je van je vader houdt.

Slide 15 - Question ouverte

Mooier: 
Als ik jou en je vader wel eens samen zie, dan voel ik me verdrietig. Ik zou namelijk (=signaalwoord) willen, dat je net zoveel van mij houdt als van je vader (=samentrekking).

Slide 16 - Diapositive

Samentrekking
Woorden uit een zin weglaten mag, als: 

- Ze dezelfde betekenis hebben

- Ze dezelfde grammaticale functie hebben

- Ze hetzelfde getal (enkelvoud/meervoud) hebben

Slide 17 - Diapositive

Is de volgende zin een samentrekking?
'Marc zit op voetbal en Faisal ook.'
A
ja
B
nee

Slide 18 - Quiz

In de toetsweek worden er lange en korte toetsen afgenomen.
goed of fout?
A
goede samentrekking
B
foutieve samentrekking

Slide 19 - Quiz

Sinterklaas had acht bier en een mijter op.
goed of fout?
A
goede samentrekking
B
foutieve samentrekking

Slide 20 - Quiz

De docent leidde het nieuwe onderwerp in en de leerlingen om de tuin.

goed of fout?
A
goede samentrekking
B
foutieve samentrekking

Slide 21 - Quiz

Ik moet en zal slagen dit jaar, want ik wil echt niet blijven zitten in klas 3.
goed of fout?
Extra info
Het gaat in deze zin om de samentrekking van 'Ik moet en zal'.
A
goede samentrekking
B
foutieve samentrekking

Slide 22 - Quiz

Jouw idee in de ideeënbus vond de jury het origineelste en zal spoedig gerealiseerd worden.

goed of fout?
A
goede samentrekking
B
foutieve samentrekking

Slide 23 - Quiz

De Eerste Kamer heeft gisteren vergaderd en de nieuwe wet aangenomen.

goed of fout?
A
goede samentrekking
B
foutieve samentrekking

Slide 24 - Quiz

De Eerste Kamer heeft de nieuwe wet aangenomen en geldt vanaf 1 januari.
goed of fout?
A
goede samentrekking
B
foutieve samentrekking

Slide 25 - Quiz

Hij werd niet goed en werd naar huis gebracht.
A
goede samentrekking
B
foutieve samentrekking

Slide 26 - Quiz

Is de samentrekking juist of onjuist?

Alice maakte de bedden op en daarna het ontbijt klaar.
A
juist
B
onjuist

Slide 27 - Quiz

Zijn broek kostte tachtig euro, maar vind ik niet mooi.
Waarom foutieve samentrekking?
A
verschil in grammaticale functie
B
verschil in getal
C
verschil in betekenis

Slide 28 - Quiz

Is de samentrekking juist of onjuist?

Het huiswerk was niet moeilijk en heb ik onder de les al afgemaakt.
A
juist
B
onjuist

Slide 29 - Quiz

Verbeter de onderstaande foutieve samentrekking:
In onze straat wordt een verkeersdrempel aangelegd en huizen gebouwd.

Slide 30 - Question ouverte

Maak van deze zin een samentrekking:

Ik eet een appel en ik eet een banaan.


Slide 31 - Question ouverte

Verbeter de onderstaande foutieve samentrekking:
Het lukte haar niet de beste te blijven en begon nerveus te worden.

Slide 32 - Question ouverte

Maak van deze zin een samentrekking:

De ouders van Bilal zijn aardige mensen en zijn behulpzame mensen.

Slide 33 - Question ouverte

Verbeter deze foutieve samentrekking:
Dat boek vond ik niet te duur en leek mij heel spannend.

Slide 34 - Question ouverte

Trix is moe en ziek gemeld door haar moeder.
























De juf wordt toegezongen door alle leerlingen en de lokalen versierd.

A
de samentrekking is goed
B
het is niet dezelfde functie (pv, ow, lv)
C
het is niet dezelfde betekenis
D
het is niet hetzelfde getal (mv, ev)

Slide 35 - Quiz

Liesbeth is keeper en veel te vinden op het trainingsveld.
























De juf wordt toegezongen door alle leerlingen en de lokalen versierd.

Wij bieden u een baan aan en hopen u volgende week te zien.


A
de samentrekking is goed
B
het is niet dezelfde functie
C
het is niet dezelfde betekenis
D
het is niet hetzelfde getal

Slide 36 - Quiz

Veel sporters vonden het benauwd in de sporthal en wilden enkele deuren openzetten.
























De juf wordt toegezongen door alle leerlingen en de lokalen versierd.



A
de samentrekking is goed
B
het is niet dezelfde functie
C
het is niet dezelfde betekenis
D
het is niet hetzelfde getal

Slide 37 - Quiz

De bouwvakker draait de panelen om en de moeren aan.
























De juf wordt toegezongen door alle leerlingen en de lokalen versierd.

A
de samentrekking is goed
B
het is niet dezelfde functie
C
het is niet dezelfde betekenis
D
het is niet hetzelfde getal

Slide 38 - Quiz

Lesdoelen
  • Je kunt onderschikkende en nevenschikkende voegwoorden herkennen
  • Je kunt een onderscheid maken tussen hoofd- en bijzinnen
  • Je kunt zinnen correct begrenzen: hoofd- en bijzinnen maken, leestekens gebruiken
  • Je kunt een correcte en een foutieve samentrekking herkennen 
  • Je kunt een foutieve samentrekking verbeteren 

Slide 39 - Diapositive

Check de lesdoelen! Hoe sta je ervoor?
😒🙁😐🙂😃

Slide 40 - Sondage