Lesson Two Theme 4

Lesson starts at 13:25
1 / 44
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

Cette leçon contient 44 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Lesson starts at 13:25

Slide 1 - Diapositive



  • Taking the register (roll call)
  • What do you need?
  • Learning goals
  • New grammar



  • Let's get down to work (exercises)
  • Homework

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

iPad      workbook      binder          pen         airpods
                       A                              and pencil

Slide 4 - Diapositive

  • Nadenken over waarom je de stof uit deze unit leert
  • Vooruit kijken naar de dingen die je gaat leren
  • Nadenken over hoe je jezelf kunt ontwikkelen als je Engels leert
  • Specifieke informatie vinden en begrijpen in eenvoudig, alledaags materiaal
  • Eenvoudige advertenties met weinig afkortingen begrijpen
  • Specifieke informatie vinden in lijsten overzichten en formulieren

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Time for answers
Exercise:
- Introduction: 1+2, page 119, Workbook A
- Reading: 1a-6, page 121-125, Workbook A

Slide 7 - Diapositive

Exercise 1 (page 119)
  • When can you deliver it?
  • I'd like some extra rice, please.
  • That will be all, thank you.
     

Slide 8 - Diapositive

Exercise 2 (page 119)
    • Je loopt met je vrienden in de stad. Jullie zoeken een plek om iets te gaan drinken. - Why don't we try The Coffee Bar?
    • Je wilt met je vriend een taart gaan bakken, maar jullie ontdekken dat jullie niet genoeg boter en suiker in huis hebben. - Let's go to the supermarket.
    • Je kleine zusje wil graag een ijsje, maar de ijssalon is dicht. - We could go home and get you an ice lolly from the freezer.
    • Je klasgenoot kent het Engelse woord voor 'gerecht' niet. - How's this for an idea? Look it up on your phone.
    • Je opa is net vijfenzeventig geworden. Je ouders willen hem graag iets geven, maar weten niet zo goed wat. - Could we organise a birthday meal for him?
    • Ferron: 'Mijn ouders eten bij vrienden vanavond en ik mag niet mee.' - Do you fancy fish and chips at my house?

     

Slide 9 - Diapositive

Exercise 1a (page 121)

Personal answers

Slide 10 - Diapositive

Exercise 2a (page 123)
  1. Eating fast food at market stalls and pop-up eateries.
  2. Jamaican Jerk Chicken; Vietnamese Banh Mi
  3. It's spicy and crunchy.
  4. Meat (pork), salad and chilli sauce.
  5. Take your time and marinate the meat for a day and a half.
  6. Rice.

Slide 11 - Diapositive

Exercise 3 (page 124)
    1. The Pancake Stop
    2. The plain pancake with jam or chocolate (£1.25).
    3. Show the advertisement at the stall.
    4. 4–5 hours
    5. How much chocolate is needed (and that you need foil for the recipe).


Slide 12 - Diapositive

Exercise 4 (page 124)
  1. recipe
  2. salad
  3. stall
  4. serve
  5. coconut
  6. cream
  7. boil
  8. salmon

Slide 13 - Diapositive

Exercise 5 (page 125)
    Across
    1. My favourite dessert is fresh fruit and cream!
    2. You need chopped fresh ginger in Rob's Jamaican coconut candy.
    3. This tea is too sweet! I put too much sugar in it.
    4.  I love eating fish! Especially salmon.

     Down
    1.  A coconut grows on a palm tree.
    2.  Follow the recipe for Rob's Jamaican coconut candy.
    3.  A simple salad is made with lettuce, cucumber and tomatoes.
    4.  You can buy banh mi at a stall at Temple Quay Market.


Slide 14 - Diapositive

Exercise 6 (page 125)
    1. fried
    2. crunchy
    3. savoury
    4. decorate
    5. spicy
    6. salmon
    7. tasty
    8. bake


Slide 15 - Diapositive

Gebiedende wijs

wel doen / niet doen

Slide 16 - Diapositive

Gebiedende wijs
   

  • - Bevel > Come here!
  • - Waarschuwing > Watch out!
  • - Advies > Drink plenty of water.
  • - Verbod > Don't park here.
  • - Instructie > Mix the mayonaise and ketchup together.
Met de 'gebiedende wijs' geef je aan wat iemand wel of niet moet doen.
Bij de gebiedende wijs begint de zin altijd met het werkwoord.

Slide 17 - Diapositive

Gebiedende wijs
Kijk uit!
Watch out!
Drink veel water.
Drink plenty of water.
Open je boek op pagina 28.
Open your book on page 28.
Wacht even!
Wait a minute!
Doe het raam dicht.
Close the window.
Wel doen
Niet te hard praten.
Don't talk too loud.
Kom niet te laat.
Don't be late.
Niet doen!
Don't do that!
Hier niet eten.
Don't eat here.
Verpest het niet.
Don't mess it up.
Niet doen
Bij de gebiedende wijs begint de zin altijd met het werkwoord.

Slide 18 - Diapositive

Gebiedende wijs

Slide 19 - Diapositive

Can + infinitive

Slide 20 - Diapositive

Can + infinitive
Om aan te geven dat je iets wel of niet kan/kunt doen gebruik je 'can + infinitive' (infinitive = hele werkwoord)

I can speak 7 languages.
They can sing beautifully.
She can't help you right now.
We can't do our homework today.

Can't 
voluit geschreven = cannot

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive



   De opdrachten staan klaar in de                LessonUp app

Slide 23 - Diapositive

Gebiedende wijs

wel doen / niet doen

Slide 24 - Diapositive

Gebiedende wijs
   

  • - Bevel > Come here!
  • - Waarschuwing > Watch out!
  • - Advies > Drink plenty of water.
  • - Verbod > Don't park here.
  • - Instructie > Mix the mayonaise and ketchup together.
Met de 'gebiedende wijs' geef je aan wat iemand wel of niet moet doen.
Bij de gebiedende wijs begint de zin altijd met het werkwoord.

Slide 25 - Diapositive

Gebiedende wijs
Kijk uit!
Watch out!
Drink veel water.
Drink plenty of water.
Open je boek op pagina 28.
Open your book on page 28.
Wacht even!
Wait a minute!
Doe het raam dicht.
Close the window.
Wel doen
Niet te hard praten.
Don't talk too loud.
Kom niet te laat.
Don't be late.
Niet doen!
Don't do that!
Hier niet eten.
Don't eat here.
Verpest het niet.
Don't mess it up.
Niet doen
Bij de gebiedende wijs begint de zin altijd met het werkwoord.

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Vidéo

Lesson 1: Reading

Do: Exercise 7, page 126, Workbook A            

Slide 28 - Diapositive


Answers exercise 7

Slide 29 - Question ouverte

Can + infinitive

Slide 30 - Diapositive

Can + infinitive
Om aan te geven dat je iets wel of niet kan/kunt doen gebruik je 'can + infinitive' (infinitive = hele werkwoord)

I can speak 7 languages.
They can sing beautifully.
She can't help you right now.
We can't do our homework today.

Can't 
voluit geschreven = cannot

Slide 31 - Diapositive

Lesson 1: Reading

Do: Exercise 8, page 126, Workbook A            

Slide 32 - Diapositive


Answers exercise 8

Slide 33 - Question ouverte

Lesson 2: Writing

Slide 34 - Diapositive

Lesson 2: Writing
Read: Table talk, page 129+130, Workbook A

Do: Exercise 12, page 130, Workbook A            

Slide 35 - Diapositive


Answers exercise 12

Slide 36 - Question ouverte

Slide 37 - Diapositive

Vocabulary 4.2
 
Engels
Nederlands
Engels
Nederlands
atmosphere
sfeer
organise
organiseren
bill
rekening
portion
portie
book
reserveren
reservation
reservering
busy
druk
select
uitzoeken, selecteren
chips
patat
starter
voorgerecht
delicious
heerlijk
steak
biefstuk
dessert
toetje, nagerecht
surprise
verrassing
dish
gerecht
text
sms'en
huge
reusachtig
waiter
ober
main course
hoofdgerecht
meal
maaltijd
order
bestellen

Slide 38 - Diapositive

Lesson 1: Reading

Read: Vocabulary 4.2, page 174, Workbook A

Do: Exercise 13, page 130+131, Workbook A           

Slide 39 - Diapositive


Answers exercise 13

Slide 40 - Question ouverte

Exercise 14
The first course of a three course meal.
booking
A person who works in a restaurant and serves food.
What you eat after the main course.
Tasting very good.
enormous
waiter
dessert
starter
huge
delicious
reservation

Slide 41 - Question de remorquage

Slide 42 - Diapositive

Leren:
- vocab 4.1+4.2, page 174, Workbook A
- gebiedende wijs
- can + infinitive

Don't forget your vlog            Deadline = February 19

Slide 43 - Diapositive

Thanks for your attention

Slide 44 - Diapositive