Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Paragaaf 2.1 kopen is kiezen
Slide 1 - Diapositive
Planning
- Heel korte uitleg 1.6
- Opgaves 1.6 maken
- Uitleg paragaaf 2.1
- Aan de slag
- Terugblik en afsluiting
Slide 2 - Diapositive
procenten en procentpunt
Procentpunt
Een procentpunt geeft het absolute verschil aan tussen hoeveelheden die in procenten zijn uitgedrukt.
Als dus het rentepercentage daalt van 8% naar 5% is het rentepercentage 3 procentpunten gedaald.
Slide 3 - Diapositive
Procenten of procentpunten?
Slide 4 - Diapositive
Procenten of procentpunten?
In de vrije sector
Stijging is procenten? (4,5-3,8) : 3,8 x 100 = 14,6%
Stijging in procentpunten? 4,5 - 3,8 = 0,7 procentpunt
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Question ouverte
Slide 7 - Question ouverte
Slide 8 - Question ouverte
Slide 9 - Question ouverte
Aan de slag
Ga bezig met het maken van de rest van de opgaves van 1.6
timer
18:00
Slide 10 - Diapositive
Waar denken jullie aan bij een markt? En vraag en aanbod?
Slide 11 - Carte mentale
Leerdoelen H2.1
- Vraaglijn tekenen
- Gevraagde hoeveelheid en prijs bij een vraaglijn berekenen
- Verandering langs en van de vraaglijn onderscheiden
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Vidéo
Vraaglijn
- Vraag hoeveelheid goederen of diensten
- Prijs
- Vergelijking van de vraaglijn (Qv)
- Negatieve richtingscoëfficiënt
- Hoge prijs, dalende vraag
- Lage prijs, stijgende vraag
Slide 14 - Diapositive
Gegeven is Qv= -50p+4000. Hiermee bereken je de gevraagde hoeveelheid spijkerbroeken. 1a: Hoeveel spijkerbroeken worden er gevraagd bij een p van 20? 1b: Hoeveel spijkerbroeken worden er gevraagd bij een p van 60? 1c Teken de vraaglijn met bovenstaande gegevens. ( p op de verticale as tot p = 100. Q op de horizontale as tot Q=5000.
Slide 15 - Question ouverte
Slide 16 - Vidéo
Oorzaak verandering?
Slide 17 - Diapositive
Aan de slag!
- Lees paragaaf 2.1 door en maak de opdrachten 2,3,5,6,8 en 10.
- Ben je eerder klaar? Dan kan je bezig met het maken van de oefentoets of de vragen van 1.5
Slide 18 - Diapositive
Hoe teken je een vraaglijn
A
Door 2 willekeurige punten de bepalen
B
Met een pen
C
Door P = 0 en Qv = 0 in te vullen
D
Als een stijgende lijn
Slide 19 - Quiz
Bekijk de vraaglijn hiernaast. Welke formule hoort bij deze vraaglijn?
A
Qv = -100p + 50
B
Qv = -100p + 100
C
Qv = -200p + 50
D
Qv = - 200p + 100
Slide 20 - Quiz
Vraaglijnen kunnen ook verschuiven. Wat is geen reden dat een vraaglijn verschuift
A
Hoogte van het inkomen
B
De behoeften en voorkeuren van de vragers
C
De prijs van andere producten
D
Betere technologie, waardoor je goedkoper kan produceren
Slide 21 - Quiz
Wat kan een reden zijn voor deze verschuiving van de vraaglijn?
A
Afname van het aantal consumenten
B
Verslechtering kwaliteit concurrerende producten
C
Toename besteedbaar inkomen
D
Toename productiviteit
Slide 22 - Quiz
Leerdoelen H2.1
- Vraaglijn tekenen
- Gevraagde hoeveelheid en prijs bij een vraaglijn berekenen
- Verandering langs en van de vraaglijn onderscheiden