thema 5 les 3

• Natuur en Techniek
• HBO
• Studiejaar 2

Wie heeft er een proefje dat wij allemaal  kunnen doen!?

Vandaag gaan wij ons een klein beetje verdiepen in het waarom van buitenopnderwijs. 

Iets wat bij omgevingsonderwijs nog veelvuldig aan bod zal komen.

Ik ben benieuwd. Heeft een van jullie al wel eens buiten les gegeven? 

Hoe was dat? wat heb je gedaan?

Hoe vonden de kinderen het? 

Het het een meerwaarde voor jou als docent? 

Zou je het meer willen doen?

Ik probeerde het met mijn kleuters regelmatig. Voor onze school was een sloot, wat een rijke omgeving biedt om ondersijs te geven. 

vorige week

• Ik ken de didactiek van het ontwerpend leren.
• Ik kan het verschil tussen divergent en convergent noemen en toepassen.
• Ik weet wat het wybertjes-model is.
• Ik weet welke activiteit (ontwerpvaardigheid) bij welke stap hoort.
• Ik kan de 7 ontwerpvaardigheden opnoemen.

De eerste is eigenlijk een lesdoel van vorige week, maar voor deze week werk je daar verder aan. 

De tweede is belangrijk weet dat je daar toetsvragen over gaat krijgen. Ditzelfde kan gelden voor de derde. 

De leerlingen bewust maken van het belang van creatief denken en het uitstellen van
hun oordeel behoort tot de fase van…

1. concepten uitwerken.
2. genereren en selecteren van ideeën.
3. prototype maken.
4. verkennen en formuleren van het probleem.

Bij convergent denken...

1. denken de kinderen naar een punt
2. denken de kinderen alle kanten op.
3. stel je je oordeel uit

Welk van de onderstaande vaardigheden zijn ontwerpvaardigheden (2 antwoorden goed)

1. Beperk ideeën
2. Deel ideeën.
3. Leg de focus op jezelf
4. Denk alle kanten op.

Het verzinnen van zoveel mogelijk ideeën noemt men ook wel…

1. convergent denken.
2. globaal denken
3. perspectief denken
4. divergent denken.

lesdoelen

• Je kan jouw eigen kennis testen m.b.v. de literatuur van het buitenonderwijs.
• Je kent het belang van buitenonderwijs voor jongens en meisjes
• Je kan een visie vormen t.o.v. het buitenonderwijs.

Naast de doelen van de les heeft de voorbereiding ook enkele doelen:

- Je weet dat kinderen entousiaster zijn, actiever mee doen en meer samen werken met een buitenles.

- Je weet dat buitenles zorgt voor een fijnere afwisseling en een betere aansluiting op de lesstof.

- Je weet dat een buitenles een andere houding van de leerkracht vraagt.

- Je kan op basis van literatuurstudie meer voordelen noemen

Maak een foto van je groepsmindmap en deel deze met de groep.

Ga met je groepje bij een ander groepje zitten en vergelijk elkaars mindmap. 

Benoem en bespreek de overeenkomsten en verschillen. 

Wat halen wij eruit?

Wissel van groepje doe ditzelfde met een andere groep.

overeenkomsten drie keer in een groepje. 

zet een circel om de belangrijkste.

Straks verzamelen we de overeenkomsten.

Nodig voor de toets. 

Vergelijk elkaars mindmap.

- Welke overeenkomsten hebben jullie?

-Welke verschillen zijn er? 

Wissel van groepje.

- Welke overeenkomsten hebben jullie?

-Welke verschillen zijn er? 

Ga op zoek naar overeenkomsten. Wat zien jullie in elke mindmap terugkomen?

Waarin verschillen de mindmaps van elkaar?

genderongelijkheid (in buitenonderwijs)

Vaak wordt er gekekennaar jongens en meisjes. 

JOngens zouden meer buitenonderwijs nodig hebben omdat zij meer moeten bewegen en daardoor beter kunne onthouden. Meisjes hebben dat minder en zijn verbaler ingesteld dus. 

Jongens hebben meer met natuur en techniek dus doen later een beroep darain meisjes zijn verbaler en verzorgender ds\us worden juf. 

Echter blijkt uit andere onderzoeken dat dit niet helemala het geval is en dat die verschillen dus wel meevallen. Cognitief gezien. 

De omgeving waarin ze opgroeien is hierin veel belamgrijker. 

Jongens verschillen bijvoorbeeld veel meer van anderejongens dan dat ze van meisjes verschillen . 

Bij het natuur en vooral techniekonderwijs is nog een grote stap te maken. kijk een mee. 

Dit filmpje geldt alleen voor de feb 20/21. Hierna is dit opgenomen in les 2 thema 2.

buitenonderwijs

Hoe zie je dit nu terug. in het buitenonderwijs. Of hoe er wordt gekeken naar bewegen en jongens en of meisjes.

de feiten op een rij (prestaties jongens)

• Jongens lopen eind groep 8 - 1 jaar gem. achter op taal.
• CITO eindtoets bij jongens 1,5 punt gedaald afgelopen 5 jaar.
• Jongens scoren de laatste jaren lager bij de CITO eindtoets.

Oorzaak

1. Het ontbreken mannelijke rolmodellen.
2. Het onderwijs wordt steeds taliger.
3. Te weinig aandacht voor verschillen in hersenrijping tussen jongens en meisjes.
4. De daling van het aantal uren beweging(sonderwijs).

1. ontbreken mannelijke rolmodellen worden in andere bronnen weer ontkracht. Wanneer je een juf hebt die veel met techniek doet dan is dat bevorderlijk voor beide partijen. 

Wat hebben jongens nodig?

• lessen met meer ontdekken, experimenteren, bouwen, competitie
  en bewegen.
• concrete, uitvoerende taken.
• meer naar buiten om energie kwijt te kunnen.

Let op: ook meisjes hebben dit nodig!

Hoe kom jij tegemoet aan genderverschillen?

https:

Lesidee 1: bootje bouwen

wedstrijdje: welke bootje blijft het langst drijven of vaart het verst op de wind. Gebruik zowel kosteloos materiaal als natuurlijke materialen. spreek vooraf af waar het bootje op getest gaat worden. Doorloop ook hierbij de stappen van het ontwerpend leren. 

lesidee 2: de wolken

ga lekker naar buiten en laat de kinderen op een kleedje liggen per viertal met de hoofden bij elkaar. Welke figuren zien ze en zien de anderen dat ook.

Bespreek met elkaar waar de wolken vandaan komen en wat een wolk precies is.

Wat weten de kinderen over de waterkringloop en kunnen ze deze in het klein buiten nabootsen.

lesidee 3: groente onderzoek

leerlingen leren voorspelen onder welke omstandigheden groente het beste kunnen groeien. Hierbij leren ze het nauwkeurig bij te houden door in millimeters te meten. En leren de kinderen dit in een staafgrafiek te plaatsen. 

kerndoel 41: de kinderen leren over de bouw van planten, dieren en mensen en over de vorm en functie van hun onderdelen.

Kerndoel 42: de leerlingen leren onderzoek doen naar materialen en natuurkundige verschijnselen als licht, geluid, elektriciteit, kracht, magnetisme en temperatuur.

kerndoel 33: de leerlingen leren te meten en te rekenen met eenheden en maten, zoals bij tijd, geld, omtrek, oppervlakte, inhoud, gewicht, snelheid en temperatuur.

Zet vooraf alle materialen klaar en vertel dat ze gaan onderzoeken zoals echte biologen dat ook doen. Gebruik hiervoor eventueel tuinkers voor een snel resultaat.

van stengel tot stamper

Lesdoel

De leerlingen leren de verschillende delen van

een bloem kennen en oefenen met het schrijven

van een elfje.

Kerndoel 5: De leerlingen leren naar inhoud en

vorm teksten te schrijven met verschillende

functies, zoals: informeren, instrueren, overtuigen of plezier verschaffen.

Kerndoel 9: De leerlingen krijgen plezier in het

lezen en schrijven van voor hen bestemde verhalen, gedichten en informatieve teksten.

Kerndoel 41: De leerlingen leren over de bouw

van planten, dieren en mensen en over de vorm

en functie van hun onderdelen.

Inhoud

Voorbereiding

Kies een dag uit in een seizoen dat er bloemen

in de buurt te vinden zijn (maart-juni). Print

het werkblad en leg de loepjes/vergrootglazen

klaar.

Zet voor je begint twee filmpjes klaar:

SchoolTV: “Bloemen” https://schooltv.nl/

video/bloemen-wat-is-een-bloem/.

• SchoolTV: “Hoe veranderen paardenbloemen in pluizenbollen? 3:24 min.) https://

schooltv.nl/video/hoe-veranderen-paardenbloemen-in-pluizenbollen-van-gele-blaadjes-naar-witte-pluisjes/

Inleiding

Stel de leerlingen de volgende vragen om te

kijken hoeveel ze al weten:

• Weet jij waarom planten soms één of meer

bloemen hebben?

• Zijn bloemen van verschillende planten

hetzelfde van vorm?

• Wat zit er eigenlijk binnen in een bloem?

• Hoe heten de delen van een bloem?

Kijk naar beide filmpjes op SchoolTV. Kijk of je

samen de antwoorden kunt ontdekken.

Aan de slag

Ga met de leerlingen buiten op zoek naar

bloemen. Een aantal leerlingen mag een bloem

plukken (er mogen nog een steel en bladeren

aan zitten). Bespreek dat het plukken van bloemen eigenlijk niet handig is. Veel insecten eten

het nectar in de bloemen. Nu halen we dus hun

eten weg. Een paar mogen we er wel plukken,

zodat we kunnen zien hoe het werkt, maar als

je zelf buiten bent, kun je ze dus beter laten

staan. Eventueel kan je ook een paar bloemen

op voorhand kopen. Bijvoorbeeld lelies, omdat je daarbij goed de stamper kunt zien.

visie-pitch-opdracht

Je moet de stageschool overtuigen om meer lessen buiten te organiseren. Hoe ga je hun overtuigen?

Schrijf een overtuigend, kort pleidooi om in de nieuwsbrief/website van de school te plaatsen.

Tijd 7 minuten. 

Daarna worden er twee uitgekozen om te presenteren.

TOVERFORMULE

HKJ-vraag + voorwerp buiten + actief werkwoord = ontwerp-opdracht

Bedenk zoveel mogelijk ontwerp-opdrachten aan de hand van de toverformule.