19 november 2020

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

1A

Les devoirs

Huiswerk voor vandaag:	Maken: 7 Leren: vocabulaire A
Maken/doen voor de volgende les:	In werkboek: 8, 10, 11 In LessonUp : opdracht persoonlijk voornaamwoord & être (Zie LU van 13/11) Tekstboek : Bestuderen grammaire C
Leren voor de volgende les:	Chapitre 2: vocabulaire A (voor MO) + B
Programme d'aujourd'hui: (Programma van vandaag)	Corriger tijdens MO's (zelfstandig) ex. 5*, 7 Faire ex. 8, (9*), 10, 11 + corriger Filmpje + vragen Le tunnel sous La Manche Vocabulaire B

Corriger ex. 5*

= *opdracht, dus deze heb je alleen gemaakt als je meer uitdaging wilt

1. In de wiskundeles

2. Haar wiskundeboek

3. Het is niet haar rugzak

4. Het is de rugzak van Dylan

Ex. 7a

1. Tu es en quelle classe?

Je suis en cinquième A.

2. Qui est ton prof de maths?

C'est Monsieur Leclerc.

Ex. 7b

1. Je suis en cinquième (A/B/C/D)

2. C'est Madame ... / Monsieur ...

3. C'est Monsieur Keser.

4. C'est Madame Peters :) 

r

rr

• Ex. 8 samen maken

• Begin zelf aan ex. 8, (9*), 10
• Dit is ook huiswerk

Klaar? 

Leren: Vocabulaire AB

Je mag ook doorwerken in je werkboek

Corriger ex. 8

8a

1. Op de beste docent (van de middelbare school)

2. De verslaggever/interviewer

3. Op de middelbare school Jacques Brèl

8b

plaatje 1 --> Eric

plaatje 2 --> Fabrice

plaatje 3 --> Sandrine

8c

1. faux (ze zit in de 2e klas)

2. faux (hij is niet streng)

3. vrai

4. vrai

5. vrai

6. vrai

7. faux (dit is zijn tweede week op school)

Klaar met nakijken? Ga verder met ex. (9*), 10, 11 (=hw) of leren

Filmpje "C'est quoi, le tunnel sous la Manche?"

Pak een schrift

1e keer kijken (zonder geluid): schrijf op waar het filmpje over gaat

2e keer kijken (met geluid): vragen beantwoorden

00:23

François Mitterand was in 1986 de .... van Frankrijk

1. koning
2. prins
3. president
4. hertog

00:34

In hoeveel tijd kun je door de tunnel nu van Frankrijk naar Engeland?

1. 15 minutes
2. 25 minutes
3. 35 minutes
4. 45 minutes

00:51

Hoeveel meter ligt de tunnel onder het water?

1. 10 meter
2. 20 meter
3. 30 meter
4. 40 meter

01:24

De Eurostar vervoert goederen

1. waar
2. niet waar

01:29

Wat werd er gezegd?
L'Angleterre n'est plus ... ...

Les nombres 0 - 20

• Welke groep kan het snelst in juiste volgorde de getallen op noemen?
• Iedereen zit.
• 1 voor 1 zegt iemand een getal (0, 1, 2, etc) tot jullie bij 20 zijn.
• Als je het getal goed hebt, mag je gaan staan. Fout = blijven zitten en in de volgende ronde weer proberen.

Corriger ex. 10

Ex. 12

Vocabulaire B

Ex. 11

Rôle B

- J'aime l'histoire/Non, je n'aime pas l'histoire/Je déteste l'histoire

- Mon prof d'histoire est ...

- Oui/non, il/elle (n)'est (pas) sympa

Volgende les...

• Grammaire C: regelmatige werkwoorden vervoegen
  
• TB blz. 28 doornemen
• Ex. 13, 14, (15*)

Les devoirs

Huiswerk voor vandaag:	Maken: 7 Leren: vocabulaire A
Maken/doen voor de volgende les:	In werkboek: 8, 10, 11 In LessonUp : opdracht persoonlijk voornaamwoord & être (Zie LU van 13/11) Tekstboek : Bestuderen grammaire C
Leren voor de volgende les:	Chapitre 2: vocabulaire A (voor MO) + B
Programme d'aujourd'hui: (Programma van vandaag)	Corriger tijdens MO's (zelfstandig) ex. 5*, 7 Faire ex. 8, (9*), 10, 11 + corriger Filmpje + vragen Le tunnel sous La Manche Vocabulaire B

Les nombres 0 - 20

• Welke groep kan het snelst in juiste volgorde de getallen op noemen?
• Iedereen zit.
• 1 voor 1 zegt iemand een getal (0, 1, 2, etc) tot jullie bij 20 zijn.
• Als je het getal goed hebt, mag je gaan staan. Fout = blijven zitten en in de volgende ronde weer proberen.

1C

Les devoirs

Huiswerk voor vandaag:	Maken: 8, 10 Leren: vocabulaire A
Maken/doen voor de volgende les:	In werkboek: 11 In LessonUp : opdracht persoonlijk voornaamwoord & être (Zie LU van 13/11) Tekstboek : Bestuderen grammaire C
Leren voor de volgende les:	Chapitre 2: vocabulaire A (voor MO) + B
Programme d'aujourd'hui: (Programma van vandaag)	Corriger tijdens MO's (zelfstandig) ex. 8 Corriger ex. 10 (samen) F ilmpje + vragen Le tunnel sous La Manche Faire ex. 11 Vocabulaire B

Corriger ex. 8

8a

1. Op de beste docent (van de middelbare school)

2. De verslaggever/interviewer

3. Op de middelbare school Jacques Brèl

8b

plaatje 1 --> Eric

plaatje 2 --> Fabrice

plaatje 3 --> Sandrine

8c

1. faux (ze zit in de 2e klas)

2. faux (hij is niet streng)

3. vrai

4. vrai

5. vrai

6. vrai

7. faux (dit is zijn tweede week op school)

Klaar met nakijken? Ga verder met ex. (9*), 10, 11 (=hw) of leren

Corriger ex. 10

Ex. 11

Rôle B

- J'aime l'histoire/Non, je n'aime pas l'histoire

- Mon prof d'histoire est ...

- Oui/non, il/elle (n)'est (pas) sympa

Volgende les...

• Grammaire C: regelmatige werkwoorden vervoegen
  
• TB blz. 28 doornemen
• Ex. 13, 14, (15*)

Vocabulaire B

Les devoirs

Huiswerk voor vandaag:	Maken: 8, 10 Leren: vocabulaire A
Maken/doen voor de volgende les:	In werkboek: 11 In LessonUp : opdracht persoonlijk voornaamwoord & être (Zie LU van 13/11) Tekstboek : Bestuderen grammaire C
Leren voor de volgende les:	Chapitre 2: vocabulaire A (voor MO) + B
Programme d'aujourd'hui: (Programma van vandaag)	Corriger tijdens MO's (zelfstandig) ex. 8 Corriger ex. 10 (samen) F ilmpje + vragen Le tunnel sous La Manche Faire ex. 11 Vocabulaire B

Filmpje "C'est quoi, le tunnel sous la Manche?"

Pak een schrift

1e keer kijken (zonder geluid): schrijf op waar het filmpje over gaat

2e keer kijken (met geluid): vragen beantwoorden

0

00:23

François Mitterand was in 1986 de .... van Frankrijk

1. koning
2. prins
3. president
4. hertog

00:34

In hoeveel tijd kun je door de tunnel nu van Frankrijk naar Engeland?

1. 15 minutes
2. 25 minutes
3. 35 minutes
4. 45 minutes

00:51

Hoeveel meter ligt de tunnel onder het water?

1. 10 meter
2. 20 meter
3. 30 meter
4. 40 meter

01:24

De Eurostar vervoert goederen

1. waar
2. niet waar

01:29

Wat werd er gezegd?
L'Angleterre n'est plus ... ...

Ex. 11

Rôle B

- J'aime l'histoire/Non, je n'aime pas l'histoire

- Mon prof d'histoire est ...

- Oui/non, il/elle (n)'est (pas) sympa

Volgende les...

• Grammaire C: regelmatige werkwoorden vervoegen
  
• TB blz. 28 doornemen
• Ex. 13, 14, (15*)

Vocabulaire B

Les devoirs

Huiswerk voor vandaag:	Maken: 8, 10 Leren: vocabulaire A
Maken/doen voor de volgende les:	In werkboek: 11 In LessonUp : opdracht persoonlijk voornaamwoord & être (Zie LU van 13/11) Tekstboek : Bestuderen grammaire C
Leren voor de volgende les:	Chapitre 2: vocabulaire A (voor MO) + B
Programme d'aujourd'hui: (Programma van vandaag)	Corriger tijdens MO's (zelfstandig) ex. 8 Corriger ex. 10 (samen) F ilmpje + vragen Le tunnel sous La Manche Faire ex. 11 Vocabulaire B

Les nombres 0 - 20

• Welke groep kan het snelst in juiste volgorde de getallen op noemen?
• Iedereen zit.
• 1 voor 1 zegt iemand een getal (0, 1, 2, etc) tot jullie bij 20 zijn.
• Als je het getal goed hebt, mag je gaan staan. Fout = blijven zitten en in de volgende ronde weer proberen.