les 8. Ik LEG de scheidbare werkwoorden UIT

• NT2
• MBO
• Studiejaar 2

scheidbare werkwoorden

werkwoorden die soms worden opgesplitst in een zin.

scheidbaar werkwoord

 prefix (meestal voorzetsel) + werkwoord

opladen
afhalen
meenemen

scheidbaar ww met ander prefix

plaatsmaken

goedkeuren

huishouden

vooruitkomen

.

wanneer is een ww scheidbaar?

wanneer is een ww scheidbaar?

klemtoon op 1e deel van het werkwoord
overvallen?
injecteren?
vergroeien?

wanneer scheid je het ww?

voorbeeld:

 foto natekenen

wanneer scheid je het ww?

als het scheidbare werkwoord in de persoonsvorm staat

voorbeeld:

hij tekent morgen de foto na

de plaats van het voorzetsel

 als het ww. in de persoonsvorm staat in de o.t.t. en o.v.t.

hij tekent de foto in de winkel na

hij tekent de foto na in de winkel.

de plaats van het voorzetsel

als het scheidbare ww in de persoonsvorm staat in een bijzin:

Hij zegt [dat hij de foto in de winkel natekent].

wat gebeurt er als het scheidbare ww niet de persoonsvorm is?

voorbeeld:

foto natekenen

wat gebeurt er als het scheidbare ww niet de persoonsvorm is?

Het hele werkwoord verplaatst zich naar het einde van de zin.

voorbeeld:

hij zal morgen de foto natekenen

hij zegt dat hij de foto in de winkel moet natekenen

scheidbaar ww in zinnen met 'om te'

niet scheidbaar:

Ik heb geen zin om te kijken.

Ik heb geen tijd om de jurk te tekenen.

scheidbaar:

Ik heb geen zin om uit te kijken.

Ik heb geen tijd om morgen mijn zusje na te tekenen.

scheidbaar ww als voltooid deelwoord?

hoe maak je het voltooid deelwoord?

voorbeeld:

foto natekenen

hoe maak je het voltooid deelwoord

het prefix (ge-) komt voor het werkwoordelijk deel.

hij heeft gisteren de foto nagetekend

ik heb het patroon overgetrokken