*Werkwoordspelling H3, vwo 1

Persoonsvorm in de verleden tijd: sterke werkwoorden
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Persoonsvorm in de verleden tijd: sterke werkwoorden

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen 
Na deze lessenserie kun je: 
de verleden tijd van sterke werkwoorden correct spellen. 

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Lien

Noteer de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in de verleden tijd.

Wij (blazen) de ballonnen op.

Slide 4 - Question ouverte

Noteer de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in de verleden tijd.

Ze (kijken) de hele avond naar de televisie/.

Slide 5 - Question ouverte

Noteer de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in de verleden tijd.

Mijn broertje (liegen) de hele tijd tegen mij.

Slide 6 - Question ouverte

Noteer de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in de verleden tijd.

hij (ontwijken) de bal behendig.

Slide 7 - Question ouverte

Noteer de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in de verleden tijd.

Ik (vinden) het geplaag niet leuk meer.

Slide 8 - Question ouverte

Persoonsvorm verleden tijd: sterke werkwoorden
Sterke werkwoorden veranderen van klank in de verleden tijd. Vaak hoor je hoe het werkwoord geschreven moet worden. 

Slide 9 - Diapositive

Opdracht 
Blz. 96-97: Maak opdracht 1, 3 en 4

Slide 10 - Diapositive