Module GRZ, bijeenkomt 2

Module GRZ
de oudere zorgvrager en multimrobiditeit
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingBeroepsopleidingMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Module GRZ
de oudere zorgvrager en multimrobiditeit

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen
de student kan in eigen woorden vertellen wat multimorbiditeit is, wat dit betekent voor de zorgvrager en zijn omgeving
de student kan de vormen van multimorbiditeit benoemen
de student kan na deze les de risico's bij psychofarmacie herkennen en benoemen.
de student kan  aangeven welke zorg mogelijkheden er zijn
de student kan de rol die je als verpleegkundige hebt benoemen en uitvoeren
de student heeft inzicht gekregen in wat de kwetsbare oudere inhoudt 
de student kan de vormen van kwetsbaarheid benoemen  en herkennen bij de oudere mens met multimorbiditeit

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is MUltimorbiditeit?

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom zijn chronische ziekten in de huidige tijd de grootste uitdaging van het medische wereld?

Slide 4 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

2

Slide 5 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Terminologie
Co-morbiditeit: er zijn meerdere aandoeningen gerelateerd aan een (chronische) ziekte
(bijvoorbeeld depressie bij dementie) 
 Multi-morbiditeit: er zijn meerdere aandoeningen/ziekten tegelijk aanwezig (bijvoorbeeld
parkinson en incontinentie) 

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vormen van multimorbiditeit
  1. de zorgvrager heeft verschillende  ziekten met dezelfde oorzaak
  2. de ene ziekte is een complicatie van een andere
  3. een groep ziekten komt vaak gezamenlijk voor, maar het is nog niet bekend hoe dat komt
  4. een multimorbiditeit kan niet verklaard worden en lijkt op toeval te berusten

Slide 7 - Diapositive

ad 1: vb door roken : hart en vaatziekten en copd
ad 2: vb nierfalen door chronische diabetes
ad 3 (aids, hiv, gemeenschappelijke oorzaak was)
Hartfalen en diabetes
o Hartfalen en COPD (astma) 
o COPD en eczeem 
o Depressie en angst
Co morbiditeit
zintuiglijke problemen: visus en gehoorafwijkingen
psychologische/psychiatrische resp. psychosociale problemen en aandoeningen zoals angst,
depressie, eenzaamheid
 chronische progressieve aandoeningen die van invloed zijn op de levensverwachting zoals DM,
COPD, HF, nierfunctiestoornissen, oncologische aandoeningen
reumatische en degeneratieve aandoeningen zoals reumatoïde artritis, polymyalgia rheumatica en
coxarthrose en gonarthrose
cognitie verlies c.q. dementie
 restgroep

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gevolgen van multimorbiditeit
grote invloed op kwaliteit van leven
en
vermindert de mogelijkheid om EIGEN REGIE te blijven voeren

sprake van complexe behandeling en zorg en toenemend gebruik van
zorg en polyfarmacie

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Polyfarmacie
wanneer een zorgvrager 5 of meer verschillende geneesmiddelen chronisch gebruikt.
uit verschillende medicijngroepen (ACT)

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Nadelen polyfarmacie
de werking van medicatie bij gebruik door ouderen is weinig bekent, daar de onderzoeken gaan over groepen van 18 tot 65 jaar
bijwerkingen van medicatie kunnen medicatie gebruik toenemen
contra indicaties van medicaties ( samen effectievere werking, of net een vertraagde werking)
de afbraak van medicatie is verstoort, ivm enzymsystemen in de lever die langzamer werken.
gebruik van alcohol en drugs
kans op fouten bij beheer en inname
het overzicht kwijt raken

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zorg voor chronisch zieke zorgvragers
primaire preventie (gericht op de hele bevolking om chronische ziekten te voorkomen of de gevolgen te verminderen)

zorg voor chronisch zieken, gericht op de specifieke groep die door een chronische ziekte beperkingen ondervindt

zorg bij multimorbiditeit, gericht op de zorgvragers met meerdere chronische ziekte tegelijk.

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De zorg voor chronische zieke zorgvrager
specialisatie en diseasemanagement
ketenzorg
zelfmanagement en empowerment
transitiezorg
ondersteuning van mantelzorg
toegang tot maatschappelijke diensten

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de rol van de huisarts m.b.t. chronische ziektes/ GRZ?

Slide 14 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Rol van verpleegkundige
de zorgvragers moeten telkens beoordelen wat het beste past bij deze specifieke situatie
niet pluis gevoel

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer is er sprake van geriatrische revalidatie zorg?

Slide 17 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

opdracht
1 Je hebt in je dagelijks werk te maken met zorgvragers met multimorbiditeit. Werk 
samen met een andere student. Bespreek met elkaar aan de hand van vraag a tot en
met d hoe je in de praktijk omgaat met dergelijke zorgvragers.



beperkingen de zorgvrager heeft.
Het doel van deze vraag is dat je inzicht kunt geven in het ziektebeeld van een
zorgvrager. Daarbij moet je ook de beperkingen kunnen beschrijven die zich
voordoen bij multimorbiditeit.
c Bespreek met elkaar welke zorg je aan de zorgvrager biedt?
In je antwoord moet de zorg- en begeleidingsaspecten naar voren komen.
d Bespreek met elkaar welke zorg je zou bieden bij de zorgvrager die je
medestudent gekozen heeft? Zijn er overeenkomsten of verschillen?
Het doel is je eigen manier van werken expliciet en bespreekbaar te maken.
Belangrijk is dat je open staat voor de mening van anderen en inzicht krijgt in de
complexiteit van de afwegingen en keuzes.
e Maak een verslag van het gesprek. Je verslag moet bestaan uit twee A4’tjes. In
dit verslag moet je de situatie van de zorgvrager beschrijven, aangeven welke
zorg je biedt en welke zorg je medestudent zou bieden. Beschrijf ook de
overeenkomsten en verschillen.

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

a Kies een zorgvrager vanuit je eigen praktijk waarbij sprake is van multimorbiditeit.
Leg aan elkaar uit waarom je voor deze zorgvrager kiest.
b Beschrijf aan elkaar de ziektebeelden van je zorgvrager. Geef ook aan welke
beperkingen de zorgvrager heeft.

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

c Bespreek met elkaar welke zorg je aan de zorgvrager biedt?
d Bespreek met elkaar welke zorg je zou bieden bij de zorgvrager die je medestudent gekozen heeft? Zijn er overeenkomsten of verschillen?

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions