8.2 Radioactiviteit

Welkom, ga lekker zitten.
We gaan vandaag 8.2 doen
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 14 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Welkom, ga lekker zitten.
We gaan vandaag 8.2 doen

Slide 1 - Diapositive

Doelen van deze uitleg:
  1. Je weet wat 'radioactieve stoffen' zijn
  2. Je weet hoe een atoom in elkaar zitpl
  3. Je weet dat je radioactiviteit meet met een geigerteller
  4. Je kent het verschil tussen stabiele en instabiele kernen
  5. Je weet dat atoomkernen veranderen als ze 'vervallen'
  6. Je weet wat 'halveringstijd' of 'halfwaardetijd' is



Slide 2 - Diapositive

  • in een atoom zit een kern
  • in de kern zitten protonen  en  neutronen
  • de kern kan stabiel  of instabiel  zijn
  • isotopen:  sommige kernen hebben evenveel protonen maar meer of minder neutronen en zijn daarom minder stabiel

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Lien

Radioactieve stoffen
Stoffen die straling uitzenden.
In deze radioactieve stoffen zitten atomen die 
een instabiele kern  hebben.
Door het uitzenden van de straling wordt de kern stabiel.

Slide 5 - Diapositive

Activiteit
Hoeveel kernen per seconde 'vervallen' heet de activiteit. 
Eenheid: Becquerel (Bq)

Slide 6 - Diapositive

Halveringstijd of halfwaardetijd
Welke kernen vervallen berust puur op toeval. 
Hoe meer kernen er zijn, hoe meer er vervallen.

De tijd die het duurt om de helft van het beginaantal kernen te laten vervallen heet de halfwaardetijd  of halveringstijd

Slide 7 - Diapositive

Halveringstijd of halfwaardetijd
Stel: de halveringstijd is 1 minuut en er zijn 1 miljoen radioactieve kernen.
  • Dan zijn na 1 minuut nog 500.000 kernen over (de helft)
  • Na weer 1 minuut is de helft daarvan nog over: 250.000 (de helft van de helft)
  • Na weer 1 minuut is de helft daarvan nog over: 125.000 (de helft van de helft van de helft)

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Onthoud:
  1. Als een atoomkern niet stabiel is dan kan hij straling uitzenden (= vervallen)
  2. Hoe snel dat gaat heet 'activiteit' en wordt gemeten in Becquerel (Bq): het aantal kernen dat per seconde verandert
  3. Het tempo waarin de stof vervalt heet HALVERINGSTIJD (= tijd nodig om de helft van de kernen te laten vervallen)

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Lien

Halveringstijd
De tijd die de helft van de kernen nodig heeft om te vervallen.
LET  OP: 
Na de tweede halveringstijd is de helft van de helft over.
Na de derde halveringstijd is de helft van de helft van de helft over.

Slide 12 - Diapositive

opslag radioactief afval (Borssele)

Slide 13 - Diapositive

swt
vragen even bewaren tot na de swt!
timer
10:00

Slide 14 - Diapositive