H7 Oefentoets

Mens & Maatschappij
Toets: hoofdstuk 7
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Mens & Maatschappij
Toets: hoofdstuk 7

Slide 1 - Diapositive

Open vragen

Slide 2 - Diapositive

Maak de juiste combinaties.

Doe het zo: 1A - 2B - 3C - 4D

Slide 3 - Question ouverte

Tegenwoordig kun je nog aan veel dingen zien dat het in de tijd van regenten en vorsten goed ging met de economie in de Republiek.

Noteer daarvan een voorbeeld.

Slide 4 - Question ouverte

Gebruik de bron (De Karpaten in Oekraïne). Kies het juiste woord en leg je antwoord uit.

Op de afbeelding zie je een JONG / OUD gebergte, omdat ....

Slide 5 - Question ouverte

Zet de letters A-D in de juiste volgorde. Begin met wat het eerst gebeurde.

A Elk jaar komen nieuwe lagen plantaardig afval op de oude onverteerde laag.
B Er komt geen lucht bij de plantenresten en ze rotten niet weg.
C Op de bodem van het meer ontstaat veen.
D Resten van planten vallen in het water van het meer.

Slide 6 - Question ouverte

Meerkeuzevragen

Slide 7 - Diapositive

In welke zin staat een oorzaak van de economische groei in de Gouden Eeuw?
A
Er was veel werkgelegenheid in de scheepsbouw
B
Er werd veel kaas gemaakt.
C
Nederlanders verzorgden een groot deel van de handel in Europa.
D
Spinners en wevers maakten stoffen van wol.

Slide 8 - Quiz

Juist of onjuist?

Nederland sloot in de 17e eeuw vrede met Spanje.
A
juist
B
onjuist

Slide 9 - Quiz

Juist of onjuist?

Nederland voerde oorlog tegen Frankrijk en Engeland
A
juist
B
onjuist

Slide 10 - Quiz

Juist of onjuist?

Veel oorlogen gingen over de internationale handel.
A
juist
B
onjuist

Slide 11 - Quiz

De Staten-Generaal gaf aan de VOC het monopolie voor de Nederlandse handel in Indië.

Waarom wilde de Staten-Generaal dat alleen de compagnie ging varen en handelen?

A
Dan hoefde de Staten-Generaal aan minder mensen loon te betalen.
B
Dan hoefden er minder schepen gebouwd te worden.
C
Ze wilden zeker weten dat er genoeg plek was in de havens in Indië.
D
Zonder concurrentie kon er meer verdiend worden aan de handel.

Slide 12 - Quiz

Geef aan of het land bij de VOC of bij de WIC hoort. Soms kan dat bij beide compagnieën zijn.

Afrika


A
VOC
B
WIC
C
Zowel VOC als WIC

Slide 13 - Quiz

Geef aan of het land bij de VOC of bij de WIC hoort. Soms kan dat bij beide compagnieën zijn.

Amerika

A
VOC
B
WIC
C
Zowel VOC als WIC

Slide 14 - Quiz

Geef aan of het land bij de VOC of bij de WIC hoort. Soms kan dat bij beide compagnieën zijn.

Azië

A
VOC
B
WIC
C
Zowel VOC als WIC

Slide 15 - Quiz

Geef aan of het land bij de VOC of bij de WIC hoort. Soms kan dat bij beide compagnieën zijn.

Driehoekshandel

A
VOC
B
WIC
C
Zowel VOC als WIC

Slide 16 - Quiz

Geef aan of het land bij de VOC of bij de WIC hoort. Soms kan dat bij beide compagnieën zijn.

Slavenhandel

A
VOC
B
WIC
C
Zowel VOC als WIC

Slide 17 - Quiz

Geef aan of het land bij de VOC of bij de WIC hoort. Soms kan dat bij beide compagnieën zijn.

Specerijen

A
VOC
B
WIC
C
Zowel VOC als WIC

Slide 18 - Quiz

Gebruik de bron. Welk begrip moet op de puntjes staan?

In de prehistorie was de Veluwe een ...
A
ingericht landschap
B
natuurlandschap

Slide 19 - Quiz

Gebruik de bron. Welk begrip moet op de puntjes staan?

De eerste boeren beïnvloedden het landschap ... om aan voedsel te komen.
A
wel
B
niet

Slide 20 - Quiz

Gebruik de bron. Welk begrip moet op de puntjes staan?

Tegenwoordig is de Veluwe een ...
A
ingericht landschap
B
natuurlandschap

Slide 21 - Quiz

Hoe noem je het uiteenvallen van hard gesteente onder invloed van het weer en de werking van planten?

A
erosie
B
klei
C
reliëf
D
verwering

Slide 22 - Quiz

Welk deel van Nederland werd het eerst bewoond?
A
Het deel boven NAP
B
Het deel onder NAP
C
Het deel op NAP

Slide 23 - Quiz

Kies het juiste woord

Rivieren legden op de laagvlakte ... neer.
A
grind, zand en klei
B
grote stenen, rotsen en veen

Slide 24 - Quiz

Kies het juiste woord

Tijdens de ijstijd lag het noorden / zuiden van Nederland onder een laag ijs.
A
noorden
B
zuiden

Slide 25 - Quiz

Kies het juiste woord

In die tijd zorgde ... voor het ontstaan van heuvels
A
het landijs
B
de rivier

Slide 26 - Quiz

Kies het juiste woord

Toen het ijs smolt bleven ook hunebedden / zwerfkeien achter.
A
hunebedden
B
zwerfkeien

Slide 27 - Quiz