; 9-14 ÉCOUTER Exercice 9 - Mise en route
A être sportif / sportive / être acteur / actrice / avoir 20-24 ans / aimer les défis / être discipliné(e)
savoir travailler en équipe
B Vb: Je suis une fille sportive, je suis une actrice, j’aime les défis, je suis disciplinée et je sais travailler en équipe (malheureusement, je n’ai pas encore 20 ans).
Je suis un garçon sportif, je suis un acteur, j’aime les défis, je suis discipliné et je sais travailler en équipe (malheureusement, je n’ai pas encore 20 ans).
Ex10 - 1 A, het zwemmen /2 B, waarschijnlijk
3 B, het beroep/ 4 B, gevarieerd / 5 A, de wapens/6 B, vechtsporten / 7 A, daarentegen / 8 B, zich bezeren
Ex 12 - 1 A / 2 a enthousiast / b excellent en génial / c zoals een uitroep / 3 A / 4 C Gaël is (te veel) een waaghals, hij zou te veel risico nemen. En Fabienne zegt dat het niks voor haar is.
exercice 13
1 bowlen, lasergamen blijven over /2 a vrai / b vrai / c vrai
3 A
4 in goede vorm zijn, aan vechtsport doen,acrobatiek
5 A, C, D, G
6 Ze eindigen allemaal op -ment.
Exercice 14 - A Grote drukte verwacht in Franse pretparken 3
Canadese vlogger verongelukt 2
Nieuw attractiepark geopend in de Elzas -
Ongeluk in attractiepark 1
B 1 Mevrouw Carlier is een van de medewerkers.
2 Het ongeluk vond plaats bij een flat van 30 etages.
3 Mevrouw Laurent stelt een maximum aantal bezoekers in.