P2_voorbereiden CE

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Nederlands

Voorbereiden CE le/lui

Lesdoel

Je weet de exameneisen voor lezen en luisteren 2F.

Je bent voorbereid op het centraal examen le/lui.

Je weet de leesstrategien.

Je hebt geoefend met Facet.

Je moet je identificeren bij het CE.
Op welke manieren kan dat? (meerdere antwoorden mogelijk)

1. 
2. 
3. 
4. 

NB OV-kaart iwordt niet geaccepteerd.

Hoe lang duurt het examen?
(zonder de evt. verlenging)

1. 30 min
2. 45 min
3. 60 min
4. 90 min

Je mag nog naar binnen als je te laat bent.

1. waar, mits een geldige reden
2. waar, mits van te voren aangegeven bij Rita
3. waar, mits minder dan 5 minuten te laat
4. niet waar

Zonder ID geen toegang!

Een woordenboek is toegestaan.

1. waar
2. niet waar

Je mag een
telefoon bij je hebben.

1. waar
2. niet waar

Telefoons en jassen in de kluisjes. 

Als een telefoon afgaat of je wordt betrapt, kan je geschorst worden van het examen.

NB Er is een kast die wordt afgesloten bij het examenlokaal, maar gaat pas open als de laatste student klaar is.

Je mag eten mee naar het examen.

1. 
2. 

Alleen een flesje water is toegestaan.

Inleiding

De inleiding heeft één of meer van de volgende functies:

• aandacht trekken van het publiek/de lezer
• het publiek/ de lezer motiveren om de tekst te lezen of te blijven luisteren
• informatie geven over wat komen gaat (introductie van het onderwerp)

Kern

De kern bestaat vaak uit meer dan één alinea. 

Kenmerken van de kern:

• Uitwerking van het onderwerp dat in inleiding genoemd is.
• Deelonderwerpen met elk een eigen alinea.
• In eerste zin vaak belangrijkste informatie.

Slot

Het laatste deel van een tekst heeft meestal één of meer van de volgende functies:

• een samenvatting geven
• een conclusie trekken
• naar de toekomst kijken
• een vraag meegeven aan de lezer of het publiek

Inleiding

Kern

Slot

aandacht trekken

conclusie

introductie

deelonderwerp

alinea's

samenvatting

Oefening signaalwoorden

Even vooraf:
Welke signaalwoorden ken jij?

Signaalwoord

Geen signaalwoord

 

   ook

   aan

  word

   zo

  door

  slecht

Tekstverband = uitleg

Tekstverband = opsomming

Tekstverband = tegenstelling

 

   ook

  bijvoorbeeld

    zo

    maar

 Opdracht 1

  Op welk tekstverband wijst

  het signaalwoord dus?

1. opsomming
2. oorzaak-gevolg
3. conclusie
4. tegenstelling