Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Welkom
Mobiel uit en in de tas
Ga rustig op je eigen plek zitten
Zorg dat schrift en etui op tafel liggen
IPad nog even in je tas laten
Slide 1 - Diapositive
2.3. Vermogen
Slide 2 - Diapositive
Wat hebben we laatste keer geleerd?
Slide 3 - Diapositive
Leerdoelen
Je kunt uitleggen wat het vermogen van een apparaat is.
je kent de eenheid van vermogen.
Je kunt het vermogen van een apparaat berekenen.
Je kunt uitleggen waarom een apparaat met een groter vermoggen meer elektrische energie verbruikt.
Slide 4 - Diapositive
Welke verbruikt meer energie?
of
Slide 5 - Diapositive
Omzetten energie
Elektrische energie kun je omzetten in licht, warmte of beweging en omgekeerd.
Slide 6 - Diapositive
Vermogen
Elektriciteit is het stromen van elektronen. De energie van de stroom van elektronen kun je gebruiken om apparaten te laten werken net zoals je een waterrad kunt laten werken op de stroming van de rivier.
Wat het water van de rivier kan, hangt af van de hoeveelheid water en het hoogteverschil in de rivier.
Wat je met elektriciteit kan, hangt af van de stroomsterkte en de spanning. Deze bepalen het vermogen van de elektriciteit.
Slide 7 - Diapositive
Vermogen
Hoeveel elektrische energie een apparaat per seconde verbruikt, noem je het vermogen.
Een eenheid van vermogen is joule per seconde (J/s).
Een andere eenheid is de watt
(W).
Hierbij geldt dat 1 W evenveel is als 1 J/s.
Slide 8 - Diapositive
Vermogen - typeplaatje
Een boormachine van 300 watt zal niet zo makkelijk een gat boren als een boormachine van 800 watt.
Apparaten met een hoger vermogen kunnen meer.
Meer vermogen meer gebruik van elektrische energie.
Hoe groter het vermogen van een apparaat, hoe meer het apparaat kost om het te gebruiken.
Een typeplaatje vind je vaak achterop of onderop een elektrisch apparaat.Op het typeplaatje vind je het vermogen van een apparaat.
Slide 9 - Diapositive
Vermogen berekenen
Slide 10 - Diapositive
Typeplaatje
Slide 11 - Diapositive
Wat is elektrisch vermogen?
De hoeveelheid energie die per seconde wordt omgezet
Symbool: P
Eenheid: watt (w)
Slide 12 - Diapositive
Omrekenen
Slide 13 - Diapositive
Methode
1. Gegeven
2. Gevraagd
3. Formule (Binas)
4. Berekening
5. Antwoord + eenheid
Opdracht 1
timer
0:05
Slide 14 - Diapositive
1. Gegeven
Spannning = U = 230 V
Stroomsterkte = I = 0,35 A
2. Gevraagd
Vermogen = P
3. Formule
4. Berekening
5. Antwoord
P=U⋅I
Slide 15 - Diapositive
1. Gegeven
Spannning = U = 230 V
Stroomsterkte = I = 0,35 A
P=U⋅I
P=80,5W
P=230⋅0,35=80,5
Slide 16 - Diapositive
Zelf aan slag
Nova boek 2.3 Vermogen en energie doorlezen b.l.z 38 t/m 40