Zender boodschap ontvanger

Communicatie les 2
Zender, boodschap, ontvanger
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
CommunicatieMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Communicatie les 2
Zender, boodschap, ontvanger

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vorige week:
- Wat is communicatie?
- Soorten van communicatie


Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
Aan het eind van deze les weet je:
  • Wat de zender, boodschap en ontvanger is
  • Wat ruis is

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zender, boodschap en ontvanger
- De informatie die tijdens communicatie overgedragen wordt, noem je de boodschap
- De gene die communiceert is de zender
- De gene voor wie de boodschap is bedoeld is of de gene die de boodschap oppikt, is de ontvanger. (de ontvanger kan één persoon zijn, maar ook een groep). 
- De zender brengt zijn boodschap over met een medium.
bijvoorbeeld: gesprek, WhatsApp, brief, mail etc.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

actief luisteren
- zender/ontvanger  -> interactie (boodschap begrijpen)

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Klassikaal
Dirk zegt tegen collega Jamila: 'Ik ga zo meneer Driesen helpen. Help jij mevr. Reus?'


Wie is de zender? Wie is de ontvanger? Wat is de boodschap?

Slide 7 - Diapositive

Zender: Dirk
Ontvanger: Jamila
Boodschap: Help jij mevrouw Reus
Geef aan wie de zender, de ontvanger en wat de boodschap is. 
    De docent legt Marit een lastige vraag uit.
    Pieter stuurt een sms’je naar een klasgenoot.
    Je staat bij de bushalte en leest de reisinformatie van de 
    busmaatschappij.

   
Zender
Boodschap
Ontvanger

Slide 8 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Geef aan wie de zender, de ontvanger en wat de boodschap is.  
    De docent legt Marit een lastige vraag uit. 
    Pieter stuurt een sms’je naar een klasgenoot. 
    Je staat bij de bushalte en leest de reisinformatie van de  
    busmaatschappij.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Geef aan wie de zender, de ontvanger en wat de boodschap is. 
    De docent legt Marit een lastige vraag uit.
    Pieter stuurt een sms’je naar een klasgenoot.
    Je staat bij de bushalte en leest de reisinformatie van de 
    busmaatschappij.

   
Zender
Boodschap
Ontvanger
Marit
een lastige vraag
De docent
Pieter
een klasgenoot
een sms'je
Je
reisinformatie
busmaatschappij

Slide 10 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijfopdracht:
- Bedenk met z'n tweeën een situatie
 met een zender, boodschap en ontvanger.

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

    Ruis
Communicatie kan verstoord worden. Dan is er sprake van ruis. 
Er bestaan 2 soorten ruis;  
- interne ruis en externe ruis

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

  • Externe ruis : ruis waar een zender of ontvanger geen invloed op heeft. Denk aan lawaai, haperende telefoon. 

  • Interne ruis : ruis vanuit de zender of ontvanger. Denk aan accent, dialect of slissen. 

Slide 13 - Diapositive

Om zoveel mogelijk ruis te voorkomen is het van belang dat de zender goed communiceert en de ontvanger goed en onbevangen luistert. 
Groepsopdracht ruis
  • Schrijf zoveel mogelijk vormen van ruis op
  • Zet hierachter of dit interne of externe ruis is

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions