Herhaling
Hoe ontstaan seizoenen?
A
De zon draait in een jaar om de aarde
B
De aarde draait in een jaar om de zon
C
De aarde draait om zijn eigen as
D
De zon draait om zijn eigen as
1 / 21
Éléments de cette leçon
Hoe ontstaan seizoenen?
A
De zon draait in een jaar om de aarde
B
De aarde draait in een jaar om de zon
C
De aarde draait om zijn eigen as
D
De zon draait om zijn eigen as
Slide 1 - Quiz
hoe ontstaan seizoenen?
A
dat gaat vanzelf
B
doordat de zon zoveel licht geeft
C
doordat de aarde schuin staat en draait
D
dat weten we niet
Slide 2 - Quiz
Is het bij de evenaar door de loodrechte zonnestand warm of koud?
A
warm
B
koud
Slide 3 - Quiz
Wat doen zeestromen?
A
Voeren koude lucht aan
B
Transporteren warme lucht
C
Voeren koud en warm water aan
D
Transporteren koud water
Slide 4 - Quiz
De zeestroom bij pijl 1 komt uit het noorden. Het is dus een voorbeeld van een relatief warme zeestroom.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 5 - Quiz
Hoe-hoe regel Zeestromen
Hoe warmer de zeestroom, hoe
Hoe warmer de zeestroom, hoe
A
warmer de lucht
B
kouder de lucht
C
droger de lucht
D
vochtiger de lucht
Slide 6 - Quiz
Een zeeklimaat heeft:
A
Koele zomers en warme winters
B
Koele zomers en zachte winters
C
Koele zomers en koude winters
D
Warme zomers en zachte winters
Slide 7 - Quiz
Nederland heeft een zeeklimaat.
In een zeeklimaat...
In een zeeklimaat...
A
Regent het drie maanden per jaar
B
Regent het het hele jaar
C
Regent het 6 maanden per jaar
D
Regent het 11 maanden van het jaar
Slide 8 - Quiz
Wat is loefzijde ?
A
Dat is wind van zee
B
Dat is de kant van een berg in de wind
C
Dat is de kant van een berg uit de wind
D
Dat is de regenschaduw
Slide 9 - Quiz
Aan de loefzijde is ?
A
Regenschaduw
B
Stuwingsregen
Slide 10 - Quiz
Deze klimaatgrafiek is van...
A
Noordelijk halfrond
B
Zuidelijk halfrond
C
Evenaar
D
Polen
Slide 11 - Quiz
Wat is een klimaatgrafiek?
A
Gemiddelde neerslag en temperatuur
B
Gemiddelde neerslag
C
Gemiddelde temperatuur
D
Gemiddelde windsnelheid
Slide 12 - Quiz
De klimaatgrafiek hoort bij
A
landklimaat
B
Gematigd zeeklimaat
C
middellands zeeklimaat
D
toendraklimaat
Slide 13 - Quiz
In welke luchtstreek ligt Europa?
A
Tropische luchtstreek
B
Droge luchtstreek
C
Gematigde luchtstreek
D
Koude luchtstreek
Slide 14 - Quiz
Breedteligging en temperatuur hebben niks met elkaar te maken
A
Waar
B
Niet waar
Slide 15 - Quiz
Hoe lager de breedteligging van ee plaats, hoe kouder het is
A
Waar
B
Niet waar
Slide 16 - Quiz
De Golfstroom komt vanuit het
A
Noorden
B
Oosten
C
Zuiden
D
Westen
Slide 17 - Quiz
Wat is 'Taiga'?
A
Naaldbomen
B
Loofbomen
C
Mossen en struiken
D
Boven de boomgrens
Slide 18 - Quiz
Wat is "de toendra"?
A
Naaldbos in poolstreek
B
Loofbos in poolstreek
C
Boomloos gebied in poolstreek
D
Taiga in poolstreek
