Terminale zorg

Terminale fase
16 januari 2023
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Terminale fase
16 januari 2023

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
  • Studenten kunnen benoemen waaraan de terminale fase wordt herkent.
  • De studenten kunnen na de les benoemen welke symptomen zichtbaar zijn in de laatste terminale fase.

Slide 2 - Diapositive

Waar denk jij aan bij terminale zorg?

Slide 3 - Question ouverte

Herkennen van de stervensfase
Belang van tijdig herkennen voor patiënten:

  • Van symptoomcontrole naar optimaal comfort;
  • Voorbereiden op naderende dood – afscheid kunnen nemen;
  • Terugtrekken uit het leven vraagt om ‘met rust gelaten te worden’.

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Verpleegkundige zorg terminale fase

Slide 6 - Carte mentale

Slide 7 - Diapositive

Zorgpad stervensfase:
  • Draagt bij aan kwaliteit van zorg voor de palliatieve zorgvrager;
  • Vermindert de last van symptomen tijdens de terminale fase;
  • Verbetert de communicatie met de zorgvrager en zijn sociale netwerk;
  • Verbetert en stimuleert de multidisciplinaire samenwerking.



Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Belangrijke signalen van de naderende dood zijn: 
  • Niet of nauwelijks eten en drinken, slikreflex verdwijnt
  • Snelle, verzwakte pols
  • Verandering in ademhaling
  • Bewustzijnsdaling
  • Toenemende desoriëntatie, soms gepaard gaand met hallucinaties en terminale onrust 
  • Temperatuurschommelingen
  • Koud aanvoelende, soms cyanotische extremiteiten 
  • Circulatievlekken
  • Spitse neus, ingevallen wangen, bleke huid

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Het patroon wordt veroorzaakt doordat het ademhalingscentrum in de hersenen minder gevoelig wordt voor de partiële CO2-druk in het arteriële bloed. Gedurende de stijging van het CO2-gehalte dalen de diepte en de frequentie van de ademhaling, totdat het CO2-gehalte een bepaalde normwaarde overschrijdt. Dit is een aanzet tot snel en diep ademhalen om de gaswaarden in het bloed weer binnen normale proporties te brengen.

Slide 12 - Diapositive

Reutelende ademhaling
Tijdens de stokkende ademhaling kan er sprake zijn van een reutelend geluid. Dit geluid wordt veroorzaakt doordat de normale hoest- en slikprikkels verdwijnen en slijm zich ophoopt in de keelholte of de luchtpijp. 

Slide 13 - Diapositive

Circulatievlekken
Het bloed zal zich voornamelijk nog voortbewegen in de torso. Hierdoor krijgen onder meer de ledematen, de mond en de neus geen bloed meer. Als gevolg hiervan worden ze koud en ontstaan er paarsblauwe vlekken. Deze worden ook wel 'circulatievlekken' genoemd.

Slide 14 - Diapositive

Lijkvlekken
Lijkvlekken zijn in de regel blauwrode tot paarsrode markeringen op het lichaam. Ze vormen een van de verschijnselen die vlak na de dood ontstaan. Vaak worden circulatievlekken vóór het overlijden voor lijkvlekken aangezien. Hoewel de markeringen op elkaar kunnen lijken, ontstaan circulatievlekken in de terminale fase, doorgaans vlak vóórdat de dood een feit is.

Slide 15 - Diapositive

Na het overlijden
Wanneer de dood is vastgesteld, moet een arts de lijkschouwing doen. Het doel hiervan is een niet-natuurlijke dood uit te sluiten. De overledene moet binnen drie uur geschouwd worden.

Wanneer in verpleeg- of verzorgingshuis sprake is van ‘verwacht overlijden’ en dit overlijden vindt plaats tussen 23.00 uur en 07.00 uur, dan mag de dienstdoende arts wachten met schouwen tot de volgende ochtend. De schouw vindt uiterlijk om 08.00 uur plaats. Er moet wel direct geschouwd worden als de familie daarom vraagt of als er een vermoeden van een onnatuurlijke dood is.


Slide 16 - Diapositive

Welke vormen passen bij elkaar?
1. natuurlijk overlijden
2. niet natuurlijk overlijden
3. verwacht overlijden
4. niet verwacht overlijden

Slide 17 - Diapositive

De Wet op de lijkbezorging
De Wet op de lijkbezorging heeft twee doelen:
1. Ontdekken of iemand opzettelijk is gedood. Als een arts twijfelt of iemand door ziekte of ouderdom is gestorven, stelt hij geen verklaring van overlijden op. Hij waarschuwt dan een gemeentelijk lijkschouwer. Die schakelt de officier van justitie in.
2. Regels geven over de hygiënische bezorging van overledenen. Zo mag een overledene niet eerder dan 36 uur na overlijden begraven of gecremeerd worden. En niet later dan 6 werkdagen na het overlijden. Uitstel is mogelijk, als familie uit het buitenland bij de uitvaart wil zijn.

Slide 18 - Diapositive

Aandachtspunten na overlijden:
  • Werk volgens het protocol voor handelen na overlijden.
  • De laatste zorg geef je pas ná toestemming van de arts.
  • Draag tijdens de laatste zorg altijd een plastic schort en handschoenen. De bacteriën in het lichaam van de overledene verspreiden zich na het overlijden razendsnel over de buitenkant van het lichaam.
  • Verzorg de overledene zoals je met de nabestaanden hebt afgesproken (rekening houden met rituelen).
  • Na het overlijden ontspannen alle spieren zich. Wanneer je de overledene verplaatst, kan een arm ineens wegglijden of ontsnapt er lucht uit de longen. Het lijkt dan of de overledene zucht of kreunt. Wees hierop voorbereid en informeer ook familieleden hierover.










Slide 19 - Diapositive

Wat is rigor mortis
A
Bleek worden huid
B
lijkstijfheid
C
lijkvlekken na overlijden
D
veranderende ademhaling

Slide 20 - Quiz

Binnen hoeveel uur ontstaat rigor mortis?
A
1-2 uur
B
2-6 uur
C
6-10 uur
D
24 uur

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Vidéo

Slide 23 - Diapositive

Zorg voor naasten

Slide 24 - Carte mentale

Vragen?

Slide 25 - Diapositive