Donderdag 31 augustus 2023

Donderdag 31 augustus 2023
Lezen
- alinea
- kernzinnen
- onbekende woorden
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

Donderdag 31 augustus 2023
Lezen
- alinea
- kernzinnen
- onbekende woorden

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Slide 3 - Vidéo

Leg uit wat een synoniem is. Geef ook een voorbeeld van een synoniem.

Slide 4 - Question ouverte

SYNONIEM

Een synoniem is een woord dat wat betreft betekenis (ongeveer) gelijk is aan een of meer andere woorden.

Synoniemen zijn twee of meer verschillende woorden met (ongeveer) dezelfde betekenis.


Soms staat er een synoniem van een onbekend woord in de tekst, je kunt de betekenis van het onbekend woord dan raden.

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Synoniemen. (sleep een oranje naar een groene)
Sleep de juiste synoniemen naar elkaar
afrekenen
Er knaagt iets
zich realiseren
Toepassen
betalen
een vervelend gevoel hebben
beseffen
Gebruiken

Slide 7 - Question de remorquage

OMSCHRIJVING

Een omschrijving is een woord of zijn woorden waarmee verteld wordt wat iets is.


Wanneer er in een tekst een omschrijving van een onbekend woord staat, kan de betekenis hieruit afgeleid worden.



Slide 8 - Diapositive

OMSCHRIJVING - voorbeelden


journalist = iemand die informatie verzamelt en openbaar maakt op internet, tv of krant


actualiteit -=alles wat op dit moment belangrijk is

Slide 9 - Diapositive

VOORBEELD

Voorbeelden worden in teksten soms gebruikt om onbekende woorden uit te leggen.

Door een voorbeeld in een tekst weet je meteen wat de schrijver bedoeld.


Voorbeelden kunnen voor of na de onbekende woorden worden gebruikt.



Slide 10 - Diapositive

VOORBEELD

Voorbeelden zijn te herkennen aan woorden als:

bijvoorbeeld, zo is er...., zoals, denk maar aan, neem, zo.


Vandalisme, zoals het vernielen van bushokjes, is een groot probleem in de stad.



Slide 11 - Diapositive

BEKEND WOORDDEEL

Soms kun je de betekenis van een onbekend woord begrijpen doordat je al een deel van het woord kent.


- samenstellingen

- woorden met voorvoegsel

- woorden met achtervoegsel


Slide 12 - Diapositive

Een ander woord met dezelfde betekenis.
Legt in meer dan 1 woord de betekenis van een onbekend woord uit.
Legt soms de betekenis van een onbekend woord uit.
Kan helpen om de betekenis van een woord te achterhalen.
Omschrijving
Tegenstelling
Synoniem
Voorbeeld

Slide 13 - Question de remorquage

Kernzinnen
  • In een kernzin zet een schrijver vaak het belangrijkste van de alinea: de hoofdzaak.

  • Andere zinnen bevatten bijzaken, minder belangrijke dingen.
    Uitleg, toelichting of voorbeeld.

  • Een kernzin is vaak de eerste, tweede of de laatste zin van de alinea. Soms is het ook een andere zin.

Slide 14 - Diapositive

Kernzinnen vinden
  1. Bedenk wat is het (deel)onderwerp van de alinea / het tekstgedeelte.

  2. Bedenk wat de schrijver eigenlijk wil vertellen over het (deel)onderwerp.

  3. Lees de eerste, tweede en laatste zin van de alinea.

  4. Bedenk welke zin het beste past bij je antwoorden op vraag 1 en 2.

Slide 15 - Diapositive


Wat zijn alinea's?
A
Een alinea is een schuingedrukt stukje van de tekst.
B
Een alinea is een titel van een stukje tekst.
C
Een alinea is een plaatje dat bij een deel van een tekst hoort.
D
Een alinea is een deel van een tekst.

Slide 16 - Quiz

Wat zijn kernzinnen?
A
Belangrijkste wat er gezegd wordt over een deelonderwerp
B
Belangrijkste uit de tekst
C
De middelste zin van elke alinea
D
Een leuke inleiding

Slide 17 - Quiz

Wat is GEEN kenmerk van een alinea?

A
Een alinea begint op een nieuwe regel
B
Een alinea heeft een titel
C
Een alinea vertelt iets over een deelonderwerp van de tekst
D
Een alinea laat de regel inspringen

Slide 18 - Quiz

De kernzin van een alinea is altijd de eerste zin van die alinea.
A
waar
B
niet waar

Slide 19 - Quiz

Wat zijn hoofdzaken?
A
De hoofdgedachte en de kernzin samen
B
Wat in een tekst belangrijk is
C
De inleiding
D
De alinea's

Slide 20 - Quiz