TGV: Het interview

Het interview
TGV Taalvaardigheid
Leerdoelen:
Aan het eind van deze les: 
- kun je gesloten vragen stellen
- kun je open vragen stellen
- kun je vervolgvragen stellen
Planning:
  • Soorten vragen
  • Kijkopdracht
  • Opdracht: interview
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Het interview
TGV Taalvaardigheid
Leerdoelen:
Aan het eind van deze les: 
- kun je gesloten vragen stellen
- kun je open vragen stellen
- kun je vervolgvragen stellen
Planning:
  • Soorten vragen
  • Kijkopdracht
  • Opdracht: interview

Slide 1 - Diapositive

Interview
Wat weet je er al over?
Wie?
Hoe?
Wat?
Waar?

Slide 2 - Diapositive

Interview
- beeld (YouTube, televisie, etc)
- geluid (Podcast, radio, etc)
- geschreven (krant, tijdschrift, etc)



Het verschilt per nieuwssoort welke mensen interessant zijn om te interviewen.
Interview

Slide 3 - Diapositive

Interview
Open en gesloten vragen
Pak je TGV schrift: 
- Neem de tabel over
- Vul de tabel in met kenmerken van open en gesloten vragen 
Open vragen 
Gesloten
vragen
...
...
...
...
...
...
timer
5:00

Slide 4 - Diapositive

Interview
Open en gesloten vragen
Deze vragen beginnen vaak met : wie, wat, waar, wanneer, hoe? 

Open vragen
Gesloten vragen
Het antwoord op deze vraag is: ja of nee.

Slide 5 - Diapositive

Interview
Controle- en vervolgvragen
Stel je om erachter te komen of je goed hebt begrepen wat de ander bedoelt.

Controlevragen
Vervolgvragen
Is een vervolg op je vorige vraag. 
Stel je om meer te weten te komen

Slide 6 - Diapositive

Interview
Controle- en vervolgvragen
Stel je om erachter te komen of je goed hebt begrepen wat de ander bedoelt.

Controlevragen
Vervolgvragen
Is een vervolg op je vorige vraag. 
Stel je om meer te weten te komen

Slide 7 - Diapositive

Interview
Er komen een aantal vragen aan.
 Sta op als je antwoord A kiest. 
Blijf zitten als je antwoord B kiest.
Soorten vragen.

Slide 8 - Diapositive

Wie is jouw held?
A
open vraag (opstaan)
B
gesloten vraag (zitten)

Slide 9 - Quiz

Heb jij wel eens pizza gegeten?
A
open vraag (opstaan)
B
gesloten vraag (zitten)

Slide 10 - Quiz

Waarom is hij je held?
A
open vraag (opstaan)
B
gesloten vraag (zitten)
C
vervolgvraag (hand opsteken)
D
controlevraag (twee handen opsteken)

Slide 11 - Quiz

Was je gisteren al om 12:00 uur vrij?
A
open vraag
B
gesloten vraag
C
vervolgvraag
D
controlevraag

Slide 12 - Quiz

Dus je bedoelt dat je zijn liedjes heel mooi vindt?
A
open vraag
B
gesloten vraag
C
vervolgvraag
D
controlevraag

Slide 13 - Quiz

Kijkopdracht

1. Maak een kolom met open vragen en gesloten vragen
2. Turf het aantal open vragen 
3. Turf het aantal gesloten vragen. 

Wat voor antwoorden leveren gesloten vragen vaak op?
Hoe verschilt dit van de antwoorden op de open vragen?




Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

Open maken
Je kunt van gesloten vragen ook open vragen maken, kijk maar:

Gesloten vraag: 
Gaat het goed met u? (Alles goed?)

Open vraag:
Hoe gaat het met u? (Hoe gaat het?)

Slide 16 - Diapositive

Waarom zouden journalisten vaker open vragen gebruiken dan gesloten vragen?

Slide 17 - Diapositive

Pak je schrift:
Maak van de volgende vragen open vragen.

1 Vind je de nieuwste iPhone mooi?
2 Heb je gezien wat er zojuist bij de rotonde is gebeurd?



Slide 18 - Diapositive

Opdracht: interviewen
Je gaat een klasgenoot interviewen over de komende zomervakantie.
Maak vijf vragen:
- 2 gesloten vragen
- 3 open vragen

Opdracht: interview
timer
5:00

Slide 19 - Diapositive

Ronde 1


Persoon A stelt alleen de vragen die hij/zij gemaakt heeft aan persoon B

Persoon A luistert goed naar de antwoorden
Persoon B geeft zo goed mogelijk antwoord op alle vragen. 




timer
2:00

Slide 20 - Diapositive

Ronde 2

Persoon B stelt nu de vragen aan persoon A

Persoon B stelt na ieder antwoord ook een doorvraag
Persoon B stelt één keer een controlevraag 
- dus je bedoelt dat..., 
- als je ik het goed begrijp zeg je...



timer
2:00

Slide 21 - Diapositive