Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 40 min
Éléments de cette leçon
Welkom bij Economie in Mavo 3
Les 7
Consumentenwetten en keurmerken
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Wat gaan we doen vandaag?
Start + Welkom
Consumentenorganisaties
Aan het werk
Afsluiten met grote quiz
Slide 3 - Diapositive
Lesdoelen
Aan het eind van deze les weet je:
welke grote consumentenorganisaties er zijn en wat zij voor consumenten doen.
wat een vergelijkend warenonderzoek is.
Slide 4 - Diapositive
Consumentenorganisaties
Slide 5 - Diapositive
Wat doen ze?
Voorlichting geven over de rechten die consumenten hebben
Informatie geven over producten die je koopt
Juridisch advies geven als er iets mis is
Slide 6 - Diapositive
Bezitters van een koophuis
Slide 7 - Diapositive
Advies over geld
Slide 8 - Diapositive
Reizigers met openbaar vervoer
Slide 9 - Diapositive
Vervoer, vakantie en vrije tijd
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Vidéo
Vragen?
VRAGEN?
Slide 12 - Diapositive
Aan de slag!
1.3C Consumentenorganisaties
Tab 1 t/m 6
KIJK JE WERK OOK KRITISCH NA!!!
timer
6:00
Slide 13 - Diapositive
Huiswerk
1.3C Consumentenorganisaties Tab 1 t/m 7
NAKIJKEN VAN HET GEMAAKTE WERK
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
'Prioriteiten stellen' betekent...
A
kiezen wat je het leukst vindt
B
kiezen wat je het belangrijkst vindt
C
kiezen wat je het lekkerst vindt
D
kiezen wat je het stomst vindt
Slide 16 - Quiz
Wat zijn secundaire behoeften?
A
alle overige behoeften
B
de behoefte aan luxe goederen
C
de middelen om in je behoefte te voorzien
D
de noodzakelijke levensbehoeften
Slide 17 - Quiz
Maartje bakt zelf een taart voor haar verjaardag dit is..
A
Consumeren
B
Zelfvoorziening
C
Primaire behoefte
D
Basisbehoefte
Slide 18 - Quiz
Wat zijn de 3 soorten primaire behoeften?
A
Kleren, fiets en jas
B
Voeding, woonruimte en kleren
C
Telefoon, voeding en woonruimte
D
Fiets, huis en schoenen
Slide 19 - Quiz
Ellen gaat in de pauze naar de supermarkt om een frikandelbroodje te kopen, dit is...
A
Consumeren
B
Zelfvoorziening
C
Produceren
D
Welvaart
Slide 20 - Quiz
Wat zijn primaire behoeften?
A
alle overige behoeften
B
de behoefte aan luxe goederen
C
de middelen om in je behoefte te voorzien
D
de noodzakelijke levensbehoeften
Slide 21 - Quiz
Juist of onjuist: Consumenten moeten prioriteiten stellen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 22 - Quiz
Een ander woord voor keuzes maken noemen we?
A
Schaarste
B
Prioriteiten stellen
C
Bezuinigen
D
Investeren
Slide 23 - Quiz
In de economie gaat het vaak over welvaart, als Thijs door een verhoging van zijn loon nu vaker uit eten kan, wordt zijn welvaart , dit betekent dat je in meer kunt voorzien. Je kunt je welvaart ook vergroten door
Kies uit:
behoeften
zelfvoorziening
groter
kleiner
schaarste
goederen
Slide 24 - Question de remorquage
Het kopen van goederen en diensten voor eigen gebruik noemen we....
A
Produceren
B
Welvaart
C
Consumeren
D
Diensten
Slide 25 - Quiz
Wat is zelfvoorziening?
A
Dat je jezelf voor je ziet
B
Wanneer je zelf in jouw behoeften voorziet door producten te kopen
C
Zelf groenten verbouwen, zelf je huis schilderen, zelf jam maken.
D
Wanneer je producten verkoopt in je winkel
Slide 26 - Quiz
De winkelier is verplicht om een deugdelijk product te verkopen. Dat staat in de ..........
A
Warenwet
B
Wet product-aansprakelijkheid
C
Wet koop op afstand
Slide 27 - Quiz
Juist of onjuist? Alle keurmerken zijn betrouwbaar.