Les 3

P3-K3 Voert leidinggevende taken uit 
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
VoedingMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

P3-K3 Voert leidinggevende taken uit 

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Programma
  • Leerdoelen
  • Hoofdstuk 2
  • Opdrachten/huiswerk 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

P3-K3 Voert leidinggevende taken uit 
P3-K3-W1: Maakt een operationeel plan 
P3-K3-W2: Plant en verdeelt werkzaamheden 
P3-K3-W3: Beheert financiën
P3-K3-W4: Stuurt medewerkers aan
P3-K3-W5: Voert intern formele gesprekken 


Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
  • De student kan de verschillende onderdelen van de marketingmix benoemen.
  • De student kan uitleggen wanneer er sprake is van een breed en/of smal assortiment. 

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bedrijfsformule
"De invulling van de marketinginstrumenten gericht op de behoeften van de doelgroep en het onderscheid met de concurrentie"


Slide 5 - Diapositive

de behoeften en wensen van je doelgroep kennen en die als uitgangspunt nemen. 

marketinginstrumenten de 5 P's 
product - wat biedt je aan
Prijs - gehanteerde prijs 
Promotie - hoe maak je reclame 
Plaats - wat is de ligging, interieur/exterieur
Personeel - bedrijfskleding /opleiding e.d. 

Concurrentie - goede bedrijfsformule is geen imitatie van een ander bedrijf maar een onderneming met een eigen aanpak. 

Bedrijfsformule geeft onderneming een eigen imago (gezicht). Belangrijk is dat alle instrumenten op elkaar afgestemd zijn. 

Maken opdracht 2.01


Marketingmix

Slide 6 - Carte mentale

Welke onderwerpen vallen er onder de marketingmix? 

Product
Plaats
Promotie
Prijs
Personeel
Product 

Slide 7 - Diapositive

fysieke product - kern product/bouwstenen waaruit het product is opgebouwd. totaal aan producten is het assortiment

toegevoegde eigenschappen - onderdelen die een ondernemer aan het fysieke product toevoegt zoals merk, garantie en service

Afgeleide eigenschappen - geeft de consument aan het product. deze reviews, ideeën en gevoelens van de consument vormen het imago van het product. 

Je spreekt van breedte en diepte van het assortiment. Voorbeeld de bakker nemen met grootbrood, kleinbrood, taarten en gebak. 
Behoeften
  • Convenience Goods hebben een lage prijs en hoge aankoopfrequentie.
  • Shopping Goods zijn goederen die pas worden gekocht na een uitgebreid oriëntatieproces.
  • Specialty Goods zijn goederen die geschikt zijn voor speciale doelgroepen, veelal exclusieve producten. 


Slide 8 - Diapositive

1. koek, snoep, broodjes
2. auto's, kleding, elektronica 
3. jacht, cruise 
Prijs
Met prijs wordt de verkoopprijs of te wel opbrengst van een product of dienst bedoeld.


Slide 9 - Diapositive

Aandachtspunten m.b.t. de verkoopprijs:
Een marketinggerichte ondernemer dient zich altijd af te vragen welke prijs de afnemer (consument) bereid is te betalen.

Door de verkoopprijs te veranderen kan de consument bewerkt worden.

De prijs moet in overeenstemming zijn 

Geïntegreerde prijsstelling: de verkoopprijs wordt bepaald door zowel de kosten, de concurrentie als de afnemer.

Prijsrange: de ruimte waarbinnen de onderneming de prijs moet vaststellen.
met de geleverde prestaties en binnen herkenbare marges met de concurrentie bewegen.

Geïntegreerde prijsstelling: de verkoopprijs wordt bepaald door zowel de kosten, de concurrentie als de afnemer.

Prijsrange: de ruimte waarbinnen de onderneming de prijs moet vaststellen.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat verstaat men onder de prijsrange?
timer
1:00

Slide 11 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat bepaalt de ondergrens, het midden en de bovengrens van de prijsrange?
timer
1:00

Slide 12 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe kan je de prijs bepalen d.m.v. field research

Slide 13 - Carte mentale

Folders met tarieven van concurrenten aanvragen. Op bezoek gaan bij concurrenten.
Kwantumkorting
Actie korting / promotionele korting
Non-service korting

Slide 14 - Diapositive

Prijstactiek: de ondernemer gebruikt de prijs om de afzet tijdelijk extra te stimuleren.
Kwantumkorting: de afnemer krijgt korting indien hij een groot aantal afneemt, bijvoorbeeld groepskorting.
Actie- of promotionele korting: om de afzet te stimuleren kan men de prijs tijdelijk verlagen.
Korting door non-service: de afnemer krijgt een korting omdat hij niet die service/kwaliteit heeft gekregen die hem toegezegd was (klachtenafhandeling)

Slide 15 - Diapositive

a. Actiekorting
b. Actiekorting
c. Korting door non-service
d. Kwantumkorting

Leerdoelen
  • De student kan de verschillende onderdelen van de marketingmix benoemen.
  • De student kan uitleggen wanneer er sprake is van een breed en/of smal assortiment. 

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht/huiswerk
Ga op zoek naar een bakkerij met een: 
  • Breed  assortiment

  • Smal assortiment

Maak hier foto's en een kort verslag van. Je verslag bevat in ieder geval:
  • Korte toelichting soort bedrijf
  • Uitwerking assortiment
  • Is het assortiment diep of ondiep? 
  • Welke prijs hanteert het bedrijf? 
  • Foto's
Uploaden in canvas 

Slide 17 - Diapositive

Een breed assortiment is verdeeld over verschillende productgroepen. Een voorbeeld van een breed assortiment zien we in een warenhuis. Een warenhuis heeft heel veel verschillende producten. maar ze hebben van die verschillende producten weinig soorten van het zelfde producten en weinig merken van een product.
Een smal assortiment betekend dat ze in hun assortiment weinig verschillende producten hebben. Een smal assortiment zie je vooral bij speciaal zaken. Waar ze maar een paar producten verkopen.
De begrippen diep en ondiep moet je koppelen aan de begrippen smal en breed. Diepte in het assortiment betekent dat er veel keuze is in het product. Als je nou een broek zou verkopen dan zou het bij het begrip diep assortiment betekenen dat je veel keuze hebt in die broek zoals verschillende kleuren van die broek, verschillende merken en modellen. Ondiep is juist dat ze het product wel hebben maar dat er geen keuze is. Diep en ondiep betekent eigenlijk de volledigheid van een assortiment. Voorbeeld: in een warenhuis is het assortiment breed en opdiep: veel verschillende producten maar weinig keus.
Promotie (presentatie)
Het verstrekken van boodschappen met als doel, het gedrag van de voor de organisatie belangrijke personen gunstig te beïnvloeden.

Slide 18 - Diapositive

bv. het aanprijzen van een nieuw product.
bv. de doelgoep/afnemer, leveranciers, de bank, de gemeente.
bv. promotie/reclame m.b.v. de AIDA-formule.
A Attention: aandacht trekken met een ludieke opening.
I Interest: bouw interesse in de reclameboodschap.
D Desire: relateer de potentiële klant aan het onderwerp.
A Action: verleidt tot actie/koop.

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions