Samenhang met signaalwoorden

Leerdoel
Aan het einde van de les:

1. Weet je waarom je komma's soms echt moet gebruiken.
2. Weet je of je woorden in het Nederlands nou aan elkaar of los schrijft. 
3. Kan je een tekst samenhangender maken door actief signaalwoorden te gebruiken. 
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1,2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Leerdoel
Aan het einde van de les:

1. Weet je waarom je komma's soms echt moet gebruiken.
2. Weet je of je woorden in het Nederlands nou aan elkaar of los schrijft. 
3. Kan je een tekst samenhangender maken door actief signaalwoorden te gebruiken. 

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zoek de fout

Waar ontbreekt de komma?
 

Wat doet dit met de betekenis van de zin? 

Slide 3 - Diapositive

De komma ontbreekt in de titel. Het zou moeten zijn: 'Schiet op, Griekenland!'

 In de huidige vorm (zonder komma) betekent de zin eigenlijk dat je 15 jaar lang beschikbaar zou moeten zijn.

Bron: http://www.upcoming.nl/rick/657/16-hilarische-zinnen-met-vergeten-leestekens

Zoek de fout 

Waar ontbreekt de komma?

Wat doet dit met de betekenis van de zin?

Slide 4 - Diapositive

De komma ontbreekt in de volgende zin:
'Ben je minimaal 15 jaar beschikbaar op twee avonden en op zaterdag.'
 
De komma moet achter '15 jaar'. Zo dus: Ben je minimaal 15 jaar, beschikbaar op twee avonden en op zaterdag?

 In de huidige vorm (zonder komma) betekent de zin eigenlijk dat je 15 jaar lang beschikbaar zou moeten zijn.


Wanneer gebruik je een komma?
Als je een korte pauze hoort in een zin.
Mieke, het zusje van Gaby, gaat volgende week voor het eerst naar school.

Tussen de delen van een opsomming in een zin en tussen meerdere bijvoeglijke naamwoorden. (Behalve bij en/of).
Wil je koffie, thee of iets anders? Ik heb nieuwe, mooie kopjes om het in te schenken.

Tussen twee persoonsvormen in een zin die niet bij elkaar horen.
Als het goed is, komt Lindsey zo.

Als iemand met zijn naam wordt aangesproken. Voor of na de naam komt dan een komma.
Jeroen, kom je zo? / Kom je zo, Jeroen?

Tussen een hoofdzin en een bijzin.                    
Ik sta morgen vroeg op, als ik goed slaap.
                                                                                Let op voegwoorden: hoewel, omdat, zodat, opdat, indien, maar, aangezien en terwijl

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions




Een caissière heeft ook verantwoordelijkheden maar minder dan een chirurg.


 
Het zou niet eerlijk zijn als iedereen hetzelfde uurloon zou verdienen, en dat terwijl er voor elk vak andere opleidingseisen gelden.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Extra: Leestekens
De cliënt vroeg zich af: "Welk medicijn moet ik wanneer nemen?"

De cliënt vroeg zich af welk medicijn hij wanneer moest nemen. 

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan elkaar of los? 

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

commissarissenaansprakelijkheidsverzekering
A
goed
B
fout

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

The ............. requested the latest report.
A
account manager
B
accountmanager

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De ............. vroeg het laatste rapport aan.
A
account manager
B
accountmanager

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Samenhang met signaalwoorden

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tijd


Opsomming


Tegenstelling

Vergelijking

Oorzaak-gevolg


Doel-middel


Voorwaarde

Samenvattend

als, daarna, eerst, later, nadat, nu, sinds, terwijl, tijdens, toen, totdat,
uiteindelijk, vervolgens, voordat, vroeger, zodra, zolang

bovendien, daarnaast, en, ook, ten eerste ... ten tweede, tevens, verder,
ten slotte

maar, hoewel, toch, echter, aan de ene kant ... aan de andere kant, daarentegen, en dus niet 

evenals, in vergelijking met, soortgelijk(e), zo

als dit/ dan dat, als gevolg daarvan, daardoor, door, doordat, dus, het gevolg is,
het komt door, hierdoor, waardoor, zodat, vanwege, te danken aan, en dus

daarvoor, door middel van, om, met de bedoeling, om dat te bereiken, zodat, opdat, waarvoor

als, indien, mits, tenzij, in (/voor) het geval dat

samengevat, kortom, dus, al met al, vandaar, dat

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions



Tegenstelling
Het lijkt alsof het gebruik van signaalwoorden niet zo nodig is, maar ze zijn noodzakelijk om binnen een tekst iets duidelijk te maken.

Vergelijking
Of naja, noodzakelijk? Zie het als een boek zonder inhoudsopgave. 

Voorwaarde
Je begrijpt wel waar het over gaat, maar alleen als je er meer tijd in steekt. 

Samenvattend
Kortom, het is voor de lezer een stuk makkelijker als je wel signaalwoorden gebruikt. 

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf een tekst over één van de volgende zorggerelateerde onderwerpen:
- Opstellen zorgplan
- Dementie en ouderenzorg
- Gehandicaptenzorg
- etc. 

Gebruik minstens één signaalwoord uit elk van de zes kolommen.


eerst
aanvankelijk
nadat
daarna
later(e)
wanneer 
tegelijkertijd

ten eerste, ten tweede, etc.
daarnaast
bovendien
vervolgens 
ten slotte
zowel ... als
een ander argument
maar
echter
toch
desalniettemin
desondanks
daarentegen
daardoor
waardoor
dat komt door
 als gevolg van
door (dit alles)
op grond van
concluderend
daardoor
hieruit volgt
vandaar dat
uit dit alles blijkt
als
indien
tenzij  
mits  
aangenomen dat
gesteld dat
timer
20:00

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wissel dit uit met een klasgenoot en benoem elkaars verband.
 Nog niet overleggen.
1. Voorwaarde
2. Opsomming
3. Tijd
4. Tegenstelling
5. Samenvattend
6. Oorzaak-gevolg

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3. Tijd
eerst
aanvankelijk
nadat
daarna
later(e)
wanneer 
tegelijkertijd

2. Opsomming 
ten eerste, ten tweede, etc.
daarnaast
bovendien
vervolgens 
ten slotte
zowel ... als
een ander argument
4. Tegenstelling
maar
echter
toch
desalniettemin
desondanks
daarentegen
6. Oorzaak-gevolg
daardoor
waardoor
dat komt door
 als gevolg van
door (dit alles)
op grond van
5. Samenvattend concluderend
daardoor
hieruit volgt
vandaar dat
uit dit alles blijkt
1. Voorwaarde
als
indien
tenzij  
mits  
aangenomen dat
gesteld dat
1. Voorwaarde
2. Opsomming
3. Tijd
4. Tegenstelling
5. Samenvattend
6. Oorzaak-gevolg
Kijk samen naar de antwoorden en wissel uit. 

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions