Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
H5 Is er werk voor jou? paragraaf 1+2
Paragraaf 5.1+5.2
Is de score boven de 25 dan hoef je de samenvattingsopdracht niet te maken.
1 / 32
suivant
Slide 1:
Diapositive
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Cette leçon contient
32 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
15 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Paragraaf 5.1+5.2
Is de score boven de 25 dan hoef je de samenvattingsopdracht niet te maken.
Slide 1 - Diapositive
Brutoloon is meer dan nettoloon
A
Juist
B
Onjuist
Slide 2 - Quiz
Wat is een CAO?
A
Centrale Arbeidsovereenkomst
B
Collectieve Arbeidsonderneming
C
Centrale Arbeidsonderneming
D
Collectieve Arbeidsovereenkomst
Slide 3 - Quiz
Wat is nettoloon
A
het zelfde als brutoloon
B
hoger als het brutoloon
C
het brutoloon min belastingen en premies
Slide 4 - Quiz
Voor wie geld een CAO?
A
iedereen binnen een bedrijfstak
B
alle werknemers van NL
C
iedereen van een bepaald bedrijf
Slide 5 - Quiz
Brutoloon -..............-.................= Nettoloon
A
Loonbelasting Sociale premies
B
Loonbelasting Premies werkgever
C
Wig Loonbelasting
D
Wig Premies
Slide 6 - Quiz
Bereken het nettoloon
Brutoloon €2.000,-
Loonbelasting €350,-
Sociale premies € 250,-
A
€2.000,-
B
€1.650,-
C
€1.400,-
D
€1.750,-
Slide 7 - Quiz
Roos werkt in haar zomervakantie een paar uurtjes op de paprikakwekerij. Elke zaterdag krijgt ze haar loon in een enveloppe. Dit is ...
A
Witwerk
B
Grijswerk
C
Zwartwerk
Slide 8 - Quiz
Vrijwilligerswerk is:
A
Zwart werk
B
Wit werk
C
Grijswerk
Slide 9 - Quiz
Werken, geld verdienen, maar geen belasting betalen is :
A
Zwart werk
B
Wit werk
C
Grijswerk
Slide 10 - Quiz
Welke uitspraak over het minimumloon is juist? Het minimumloon is:
A
het laagste loon in een bedrijf.
B
het loon dat je minimaal moet ontvangen als je werkt.
C
.het loon na belastingen en premies
D
een ander woord voor de bijstand.
Slide 11 - Quiz
Wat is geen productiesector
A
Primaire sector
B
Quartaire sector
C
Agrarische sector
D
Tertiaire sector
Slide 12 - Quiz
Arbeidsmotieven
A
Nuttig zijn, Geld verdienen, sociale contacten
B
Niet ontwikkelen
C
Geen leerbehoefte
D
Ongeschoold werk vinden.
Slide 13 - Quiz
De bakker behoord tot de productieSECTOR:
A
Primaire sector
B
Secundaire sector
C
Tertiaire sector
D
Quartaire sector
Slide 14 - Quiz
Wat zijn arbeidsmotieven
A
Geld verdienen
B
Ervaring opdoen
C
Samenwerken
D
Ontspanning
Slide 15 - Quiz
Wat is een productiesector?
A
Agrarische, Industriële en dienstverlenende bedrijven
B
Tuinbedrijf, een winkel en een fabriek
C
Agrarische en computerbedrijven
D
Agrarische bedrijven, winkels en dienstverlenende bedrijven
Slide 16 - Quiz
De aardappelboer behoord tot de productiesector:
A
Quartaire sector
B
Primaire sector
C
Tertiaire sector
D
Secundaire sector
Slide 17 - Quiz
Welke productiesector?
museum
A
primair
B
secundair
C
tertiair
D
quartair
Slide 18 - Quiz
Hoe kun je van ongeschoold naar geschoold werk gaan?
A
Solliciteren
B
Vacature
C
Werken
D
Scholing
Slide 19 - Quiz
Arbeidsmotieven zijn
A
dingen waar je kan werken.
B
taken waar je goed in bent.
C
redenen om te willen werken.
D
alle antwoorden zijn goed.
Slide 20 - Quiz
Wat is geen voorbeeld van geschoold werk?
A
Leraar
B
Kapper
C
Vuilnisman
D
Automonteur
Slide 21 - Quiz
Wat is een voorbeeld van ongeschoold werk?
A
Een aannemer zoekt een timmerman.
B
Een magazijn zoekt een vorkheftruckchauffeur.
C
Een museum zoekt een receptionist.
D
Een winkel zoekt een schoonmaker.
Slide 22 - Quiz
Bij ongeschoold werk ben je vaker ...
A
leidinggevend
B
uitvoerend
Slide 23 - Quiz
Wat is geschoold werk?
A
Opzegtermijn
B
Werk waarvoor geen opleiding nodig is.
C
Werk waarvoor een opleiding nodig is.
D
Proeftijd
Slide 24 - Quiz
Tot welke productiesector behoort de kapper?
A
Dienstverlenende sector
B
Agrarische sector
C
Industriele sector
Slide 25 - Quiz
Welke van de productiesectoren zie je op de achtergrond?
A
primaire sector
B
secundaire sector
C
tertiaire sector
D
quartaire sector
Slide 26 - Quiz
wat is een leidinggevende functie
A
Voert bepaalde speciale taken uit
B
Werkt in het bedrijf onder de baas
C
Geeft leiding binnen het bedrijf
Slide 27 - Quiz
Wie heeft er een uitvoerende functie?
A
Docent
B
Onderwijsmanager
C
Directeur
D
Voorzitter van de Raad van Bestuur
Slide 28 - Quiz
Wat is een uitvoerende functie
A
houd zich bezig met voeding van werknemers
B
voert taken uit
C
Geeft de leiding aan andere mensen
Slide 29 - Quiz
Wie heeft er een leidinggevende functie?
A
Cassière
B
Vakkenvuller
C
Teamleider
D
Medewerker broodafdeling
Slide 30 - Quiz
Wat is arbeidsverdeling?
A
iedereen doet veel verschillende taken
B
de taken worden verdeeld over de mensen
Slide 31 - Quiz
Wat nu?
Maak de samenvatting paragraaf 5.1 +5.2 blz. 146
&
Herhalingsopdrachten paragraaf 5.1 + 5.2 blz.
Slide 32 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
H5 Is er werk voor jou? paragraaf 1+2
Mars 2023
- Leçon avec
47 diapositives
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Leerjaar 3 Hst 4 les 1
Janvier 2020
- Leçon avec
14 diapositives
Economie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
5.1 en 5.2
Février 2023
- Leçon avec
26 diapositives
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
5.1 en 5.2
Février 2022
- Leçon avec
18 diapositives
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
5.1 en 5.2
Février 2023
- Leçon avec
33 diapositives
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
§5.1 Wat levert werken op?
Novembre 2024
- Leçon avec
13 diapositives
Economie
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 3
§5.1 Wat levert werken op?
il y a 12 jours
- Leçon avec
13 diapositives
Economie
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 3
5.2 Waar wil je werken
Décembre 2023
- Leçon avec
16 diapositives
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3