examentraining

Examentraining
Welkom bij de examentraining Nederlands

1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Examentraining
Welkom bij de examentraining Nederlands

Slide 1 - Diapositive

Algemene aanwijzingen
Woordenboek:
-School regelt woordenboeken
-Je mag een woordenboek bij elk vak gebruiken!

Slide 2 - Diapositive

Advies
Zoek niet elk moeilijk woord op!
Doe dat alleen als je door een woord de vraag niet kunt beantwoorden of echt niet weet waar de tekst over gaat.

Slide 3 - Diapositive

2019 1e tijdvak
40 vragen
63 punten
4 teksten
overkoepelende vragen bij tekst 1 en 2

Slide 5 - Diapositive

Programma
Tekst 1 neem ik met jullie door
zelfstandig vraag 1 t/m 12 maken
Dan bespreek ik de antwoorden
Vervolgens geef ik tips bij de vragen van tekst 2
zelfstandig lezen en maken tekst 2
nakijken tekst 2
gezamenlijk maken de overkoepelende vragen

Slide 6 - Diapositive

Alinea 1
Voorbeeld van afleiding door telefoon: fenomeen dat in andere vorm al eeuwen bestaat
Het gevoel van niks willen missen oftewel FOMO

Slide 7 - Diapositive

Alinea 2
JWT: onderzoek naar het verschijnsel fomo, in verband met sociale netwerken
- een ongekend sterk besef van hoe anderen hun leven leiden leidt tot steeds meer mensen met fomo.
- Symptomen
- het meest bij jongeren

Slide 8 - Diapositive

alinea 3
Jaap van Ginneken
- De mens is een kuddedier, probeert op dezelfde lijn te blijven als de omgeving. Door internet is die omgeving veel groter geworden.
- Niet alleen kuddedier, maar ook nieuwsgierig. Je zoekt prikkels omdat je meer wilt weten, dat roept vragen op, je wilt nog meer weten, je raakt overprikkeld
-Stemmingsbesmetting

Slide 9 - Diapositive

Alinea 4
- Mensen laten zich van hun beste of leukste kant zien.
- JWT: imagebuilding
- Sherry Turkle: sociale media nodigen uit tot het creëren van een identiteit die niet helemaal echt is. Je presenteert jezelf in een aangepaste vorm. Redenen hiervoor zijn competitiedrang en na-ijver (jaloezie).

Slide 10 - Diapositive

Alinea 5
Robin Brouwer: kritisch
- Een fenomeen als fomo illustreert het relativistische en geïndividualiseerde bestaan dat we leiden.
-We willen van alles delen, maar we vergroten hiermee de leegte.
- Identiteit wordt bepaald door consumptie, van goederen, informatie en opinies

Slide 11 - Diapositive

Alinea 5
- Waarde, ontleent aan je smaak, duurt kort. We consumeren steeds sneller, want er komt steeds weer iets nieuws.
Voordeel: goed voor de economie
Nadeel: wie hier niet in meegaat, valt buiten de groep

Slide 12 - Diapositive

Alinea 6
-Wie last heeft van fomo, reageert sterker dan anderen op de overdaad aan informatie en tips die dagelijks over ons wordt uitgestort.
-Uit onderzoek van JWT blijkt dat veel deelnemers worstelen met het feit dat er geen tijd en energie is om je te verdiepen in een nieuw onderwerp
- Van Ginneken herkent dit probleem

Slide 13 - Diapositive

Alinea 6
Paradox: Er is steeds meer informatie beschikbaar, maar tegelijkertijd zijn we steeds slechter geïnformeerd. 
De reden hiervoor: we worden overspoeld, daardoor te weinig tijd om je te verdiepen.
Brouwer: devaluatie van de waarde van nieuws en meningen.
Meningen zijn iets om te consumeren. We komen niet aan zelf nadenken toe, ook hebben we geen concentratie meer om bijvoorbeeld een dik boek te lezen

Slide 14 - Diapositive

Alinea 7
- Paul Zak: Fomo heeft kenmerken van een verslaving.
Onze hersenen maken oxytocine aan bij het gebruik van sociale media en dat doet verlangen naar meer.
- Turkle vindt verslaving te ver gaan, vergelijkt het met eten. Je kunt niet zonder, dus moet je er op een gezonde manier mee leren omgaan --> digitaal dieet: je moet je leren beheersen.

Slide 15 - Diapositive

Alinea 7
Van Ginneken: Om je te leren beheersen, heb je attentie-discipline nodig. Je moet leren snoeien, je niet overal voor openstellen, anders verlies je de controle.

Slide 16 - Diapositive

Alinea 8
Slotalinea
Cirkel rond:  verwijzing naar de eerste zin van de tekst.
Belofte auteur: als hij het dikke boek Anna Karina uit heeft, zal hij dat nergens melden.

Slide 17 - Diapositive

1. Wat wordt bedoeld met 'het fenomeen'?

Slide 18 - Question ouverte

2. Bij welke alinea begint deel 2?
A
3
B
5
C
4
D
6

Slide 19 - Quiz

3. waar begint deel 3?
A
5
B
7
C
6
D
8

Slide 20 - Quiz

4. Waartoe leidt imagebuilding uiteindelijk volgens Sherry Turkle?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 21 - Quiz

7. Hoe komt het dat die waarde van korte duur is volgens Brouwer?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 22 - Quiz

9. Wat is volgens de tekst de belangrijkste oorzaak voor dit verschijnsel?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 23 - Quiz

11. Welke auteur? Geef een citaat.

Slide 24 - Question ouverte

12. Wat is de hoofdgedachte van tekst 1?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 25 - Quiz

Overkoepelende vragen
Tekst 1 en 2

Slide 26 - Diapositive

Vraag 22
Wat is het doel in tekst 1
Wat is het doel in tekst 2
Je moet dus 2 doelen opschrijven!!! Geef ook duidelijk aan welk doel bij welke tekst hoort

Slide 27 - Diapositive

vraag 22

Slide 28 - Question ouverte

vraag 23
Zoek eerst op wat de theorie is van Van Ginneken.
Kijk dan of de thuisblijftrend hierbij past.
Schrijf je antwoord eerst op. Tel het aantal woorden. Heb je er meer dan 30, dan moet je gaan kijken wat je kunt schrappen.
Het herhalen van de vraag telt niet mee bij de woorden!

Slide 29 - Diapositive

vraag 23

Slide 30 - Question ouverte

Vraag 24

Slide 31 - Diapositive

vraag 24
A
marketingbureau JWT in alinea 2
B
Jaap van Ginneken in alinea 3
C
Sherry Turkle in alinea 4
D
Robin Brouwer in alinea 5

Slide 32 - Quiz