1L les 1 KERN 26_Persoonsvorm tegenwoordige tijd

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Welkom

Mobiel in de bak
Laptop opstarten ga naar: LessonUp.app

Voorstellen

Aileen Derksen

[e-mail]

motorrijden

saxofoon

huisdieren

Apeldoorn

Nieuwsgierig naar jullie!

Kennismaken

lievelingskleur?

Mooiste wat je hebt gekregen/gekocht in de vakantie?

Afspraken

Mobiel in bak 

Boek Kern en schrift

respectvol (luisteren en spreken op de juiste momenten).
Ik leg zo kort mogelijk uit (wanneer dat kan), daarna opdrachten maken. 
Vandaag, meer informatie dus iets meer luisteren naar mij. 

Biebpasjes en afspraken boeken lenen.

Krijg je geen pasje: dan heb ik deze al aangevraagd. Wanneer hij binnen is zal ik hem geven.

En weer door.....

VANDAAG

SPELLING!

Lesdoelen

Je leert vandaag de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd correct spellen. (KERN 26) 

Het haardvuur (branden) erg goed en geeft veel warmte af.

Het groepje leerlingen (studeren) hard voor PTO 2.

Ik (wedden) dat je het wachtwoord niet (raden)

Mijn oma (benijden) haar kennissen die elk puzzelwoord onthouden.

Hoe je het ook (wenden) of keert, de toekomst (worden) steeds digitaler.

Samenvatting: 

Regels persoonvorm in tegenwoordige tijd

De stam = de ik-vorm. 

Hoe vind je de stam? Je haalt -en van het hele werkwoord af. 

Bijvoorbeeld: ik loop, ik vind, ik word). 

Hij, zij, het, men: voor of achter de PV = Stam + t. 

( Hij wordt, zij loopt, men vindt, het vindt, ...) 

Let op: Jij vindt /////  vind jij?

Tip: spreek de persoonsvorm uit en luister of je de 't' hoort. Hoor je de 't'? Dan schrijf je hem achter de stam. 

De vogel (zweven) hoog boven het grasveld.

(Vinden) je trainer dat geen goed idee?

Uitleg

Vindt // je trainer // dat // geen goed idee?

Stappenplan

1. Onderwerp van de zin: wie vindt? => Je trainer.
2. Je trainer: dat is een man of een vrouw. Dus: hij of zij.
3. Hij of zij voor of achter PV = Stam + T. 

Wat is het hele werkwoord van: 'verschuift'.

Zelfstandig werken

Wat?	KERN 26: vraag 1, 2, 4, 7, 8,
Hoe lang?	Tot einde van de les.
Klaar? Les 27	Lezen pagina 58 (blauwe gedeelte). Les 27 Maken 1,3, 6