Zebra 17

Taalles 17-3-2020
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Taalles 17-3-2020

Slide 1 - Diapositive

Wat ga je doen?
Grammatica: herhalen persoonsvorm en onderwerp
Grammatica: leren werken met voegwoorden (en, of, maar, want)
Luisteropdracht Najib Amhali
Leesopdracht met het uitleggen van moeilijke woorden
Zebra online oefenen: www.nt2plus.nl 

Slide 2 - Diapositive

Grammatica

Slide 3 - Diapositive

Uitleg persoonsvorm

Slide 4 - Diapositive

Uitleg onderwerp

Slide 5 - Diapositive

Instructie
Schrijf de antwoorden op een blaadje. 
Maak er een foto van en upload de foto op de volgende pagina.

Slide 6 - Diapositive

Maak een foto van je antwoorden van de vorige opdracht:)

Slide 7 - Question ouverte

Samengestelde zinnen 1.2.1. NIEUW
Je gaat samengestelde zinnen maken met de woorden en, of, maar en want. De eenvoudigste manier om zinnen samen te voegen is door het woord en te gebruiken. Voorbeeld = Suan gaat naar Engeland en Ameer blijft thuis.  

Je kunt twee zinnen samenvoegen met of als het om een keuze gaat.
Voorbeeld = Wil je pasta eten of toch liever pizza? 
Je kunt twee zinnen samenvoegen met maar als het om een tegenstelling gaat.
Voorbeeld = Shambu wil naar de film, maar alle bioscopen zijn dicht vanwege het coronavirus. 

Je kunt ook twee zinnen samenvoegen met want als het om een oorzaak/reden gaat.
Voorbeeld = Alle scholen zijn nu dicht, want het is gevaarlijk om nog langer naar school te gaan. 

In zinnen met en, of, maar en want staan de woorden allemaal op dezelfde plaats: ze staan allemaal tussen de twee zinnen in, na de komma. (Suan gaat naar Engeland. Ameer blijft thuis --> tussen de twee zinnen in komt dus een voegwoord (en/of/maar/want).

Slide 8 - Diapositive

Opdracht
Maak van twee zinnen 1 zin door een van deze voegwoorden te gebruiken: en/of/maar/want. 
1. Het regent. Het waait heel hard.
2. Ik loop door. Mijn trein vertrekt over vijf minuten.
3. Hier op de hoek ga je linksaf. Aan het eind van de straat ga je rechtsaf.
4. Amir zegt “ik ben zestien jaar”. De agent gelooft hem niet.
5. Aras heeft kort haar. Mine heeft lang haar.
6. Heb je honger? Wil je iets drinken?
7. Deze trein gaat naar Rotterdam. Hij stopt niet in Haarlem.
8. Ik heb geen tijd. Ik heb het erg druk.
9. Mijn zus is twaalf jaar. Mijn broer is zestien jaar.
10. Zullen we naar het park gaan? Heb je geen zin?

Instructie
Schrijf de zin helemaal op in je schrift.
Maak daarna een foto van de opdracht en upload deze bij de volgende opdracht.

Slide 9 - Diapositive

Maak een foto van de opdracht die je net hebt gemaakt.

Slide 10 - Question ouverte

Verwerkingsopdracht
Schrijf zelf een verhaal van 15 zinnen. Gebruik in je verhaal de voegwoorden en/of/maar/want zoveel mogelijk. Je gaat een verhaal schrijven over de hele situatie waar je nu in zit. Geef ook voorbeelden van wat je nu bijvoorbeeld allemaal gaat/wil gaan doen.
Je begint het verhaal met de volgende zin: 

Ik vind het goed/niet goed dat we thuis zitten, want…

Instructie
Schrijf het verhaal op en maak daarna een foto van het verhaal. 
Upload deze bij de volgende pagina.

Slide 11 - Diapositive

Maak een foto van de opdracht die je net hebt gemaakt.

Slide 12 - Question ouverte

Luisteren

Slide 13 - Diapositive

Luisteropdracht
Je gaat luisteren naar Najib Amhali. Hij is een bekende cabaretier in Nederland. Hij groeide op in een Marokkaans gastarbeidersgezin in Krommenie in Noord-Holland. Daar woonden vroeger weinig Marokkaanse gezinnen. “Ik trek overal volle zalen”, zegt hij. “Ik ben een beroemde Nederlander, maar de een ziet mij ook echt als Nederlander en de ander ziet mij als Marokkaan. Ach, ikzelf voel mij gewoon een Marokkaan die niet in Nederland geboren is, maar er wel is opgegroeid”.
Het fragment dat je gaat luisteren gaat over koningin Maxima. Tussendoor krijg je vragen.   

Slide 14 - Diapositive

4

Slide 15 - Vidéo

00:22
Waarom noemt Najib de inburgeringscursus van Maxima geslaagd?

Slide 16 - Question ouverte

00:46
Najib heeft een ander woord voor Nederland. Hoe noemt hij Nederland?

Slide 17 - Question ouverte

01:06
Wat is het verschil tussen de komst van Maxima en Najib in Nederland?

Slide 18 - Question ouverte

01:25
Wat vond je van de opdracht
(filmpje + vragen)?
A
Ik begreep de opdracht helemaal
B
Ik begreep de opdracht bijna helemaal
C
Ik begreep de opdracht bijna niet
D
Ik begreep de opdracht helemaal niet

Slide 19 - Quiz

Lezen

Slide 20 - Diapositive

Lees de tekst
Maak de opdracht

Slide 21 - Diapositive

Maak een foto van de opdracht die je net hebt gemaakt.

Slide 22 - Question ouverte

Online oefenen

Slide 23 - Diapositive

Online oefenen Zebra
Als het goed is kan iedereen inloggen (www.nt2plus.nl)
Boven in de hoek zie je jouw naam staan met een pijltje erbij.
Klik hierop – profiel.
Ga naar beneden. Daar staat “groep”.  
Hier moet je de volgende code invullen = FJ19N5CT

Online opdrachten maken: 
Online kun je alle opdrachten van hoofdstuk 17 les 1 maken.
Hoofdstuk 17 les 2 = Bouwsteen praten over nieuwe vrienden maken 


Slide 24 - Diapositive

Einde van de les.
Wat vond je van de les en wat zou je graag nog meer willen oefenen?

Slide 25 - Question ouverte