Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Vuistregels en referentiematen
Slide 1 - Diapositive
Schattend rekenen
Slide 2 - Diapositive
Voor schattend rekenen gebruik je referentiematen. Dat zijn handige maten die we als vuistregel ongeveer weten
Slide 3 - Diapositive
Welke referentiematen ken je al?
Slide 4 - Carte mentale
Nederland telt ongeveer ... miljoen inwoners.
A
2 miljoen
B
10 miljoen
C
17 miljoen
D
25 miljoen
Slide 5 - Quiz
Je wandelt ongeveer ... km/h.
A
2 km
B
5 km
C
8 km
D
10 km
Slide 6 - Quiz
Een verdieping van een gebouw in ongeveer .... hoog.
A
3 m
B
30 m
C
30 cm
D
3 cm
Slide 7 - Quiz
Een volwassen man is ongeveer .... lang.
A
15 cm
B
2000 cm
C
1,80 m
D
1,87 m
Slide 8 - Quiz
De hoogte van een deur is ongeveer ....
A
2 dm
B
2 cm
C
2 m
Slide 9 - Quiz
Je fietst ongeveer ... km/h.
A
10 km
B
12 km
C
15 km
D
20 km
Slide 10 - Quiz
Overige referentiematen
Slide 11 - Diapositive
Vuistregel
Een vuistregel is een gemakkelijke manier om een veelvoorkomende berekening te kunnen uitvoeren.
Bijvoorbeeld:
Gezond gewicht in kg = lichaamslengte in cm - 100
Slide 12 - Diapositive
gezond gewicht = lengte in cm-100
Isha is 174 cm lang. Wat is een gezond gewicht voor Isha?
A
54 kg
B
64 kg
C
74 kg
Slide 13 - Quiz
Hoeveel kost het om met tien personen te gaan ontbijten volgens deze vuistregel? kosten = aantal personen x € 7,50 + € 20,00
timer
1:00
A
€75
B
€95
C
€195
D
€275
Slide 14 - Quiz
Waterplanten in een aquarium hebben ruimte nodig.
Als je de afmetingen van een aquarium weet, kun je met vuistregel hiernaast het aantal waterplanten berekenen. Je hebt een aquarium van 50 x 75 cm. Hoeveel waterplanten passen hierin?
Slide 15 - Question ouverte
Hoe hoog is dit gebouw ongeveer?
A
4 meter
B
6 meter
C
9 meter
D
12 meter
Slide 16 - Quiz
Wat is de ongeveer de oppervlakte van de
slaapkamer in m²?
Slide 17 - Diapositive
Jasper gaat op fietsvakantie. Hij fiets gemiddeld 60 km per dag Hoe lang fietst Jasper ongeveer per dag?
A
4 uur
B
5 uur
C
6 uur
D
7 uur
Slide 18 - Quiz
Vuistregel in de horeca is dat een gast ongeveer twee drankjes per uur drinkt. Farah organiseert een feest van 21:00-02:00. Er komen waarschijnlijk 45 gasten. Hoeveel drankjes zullen er ongeveer geserveerd worden?
A
180 drankjes
B
225 drankjes
C
360 drankjes
D
450 drankjes
Slide 19 - Quiz
In Amerika gebruiken ze Fahrenheit bij temperatuur. Bereken met de formule het aantal graden Fahrenheit bij 20 graden Celsius.