2VWO_Werkwoorden SO periode 2

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Programme

Herhaling werkwoorden: 

être, avoir, faire, ER-ww

Présent + Passé composé

Bekijk alle filmpje en maak de opdrachten!

je
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles

Combineer de juiste vorm van 'être' met het onderwerp

être (zijn)

Combineer de juiste vorm van être met het goede persoonlijk voornaamwoord

suis

es

est

sommes

êtes

sont

Maak een Frans zin met een vorm van het werkwoord être.

Vertaling?

être

avoir

faire

hebben

zijn

maken, doen

j'
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles

Combineer de juiste vorm van 'avoir' 

Grammaire 'Avoir' 

ai

as

a

avons

avez

ont

Maak een Frans zin met een vorm van het werkwoord avoir.

faire (doen/maken)

Je

Tu

Elle

Nous

Vous

Ils

faisons

fait

font

fais

faites

fais

Maak een Frans zin met een vorm van het werkwoord faire.

Kies de juiste vorm:
Je (faire) du sport.

1. fais
2. fait
3. faire
4. faites

Kies de juiste vorm:
Nous (avoir) une grande maison.

1. avez
2. avons
3. ont
4. sommes

Kies de juiste vorm:
Les élèves (être) sympas.

1. sommes
2. ont
3. sont
4. êtes

Le présent -ER werkwoorden

Kies de juiste uitgang

je regard

tu regard

on regard

nous regard

vous regard

elles regard

e

es

ons

ez

ent

e

Zet het werkwoord in de passé composé:
Elle (regarder) la télé.

Zet het werkwoord in de passé composé:
Nous (aimer) la pizza.

Zet het werkwoord in de passé composé:
Ils (être) en France.

Zet het werkwoord in de passé composé:
Vous (faire) du shopping?

Zet het werkwoord in de passé composé:
Tu (avoir) le message?

Maak zinnen met de werkwoorden en de plaatjes.

Extra oefenen? www.verbuga.eu

Kies

Présent

Passé composé

Mini Boek

Maak je mini werkwoorden boekje.

Bekijk de uitleg  voor het vouwen op: 

https://www.forfrenchimmersion.com/french-verbs-mini-book/