2.1.4

1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
Doktersassistent Beroep specifiekMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

De longslagader vervoert zuurstofrijk bloed van de longen naar het hart:
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quiz

Vanuit de linker ventrikel stroomt het zuurstofrijke bloed de aorta in.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz

De tricuspidalisklep bevindt zich tussen de rechter atrium en rechter ventrikel
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

In de kleine bloedsomloop wordt bloed voorzien van O2, welke stelling is juist?
A
De klep tussen de li atrium en li ventrikel heet de aortaklep
B
De longader bevat O2-arm bloed
C
Bloed verlaat de rechter ventrikel via de pulmonaalklep
D
De bovenste en onderste holle ader komen uit in het linker atrium.

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Diapositive

Hypolipidemie, roken, hypertensie en DM zijn risicoverhogende factoren voor atherosclerose
A
Waar
B
niet waar

Slide 9 - Quiz

Dhr de Bak heeft pijnlijke benen tijdens het lopen, het zakt langzaam als hij even stilstaat. Welke aandoening past hier het beste bij?
A
Decompensatio cordis
B
Claudicatio intermittens
C
Acuut myocardinfarct
D
Angina pectoris

Slide 10 - Quiz

Wat is de medische term voor de afzetting tegen de slagaderwand bij atherosclerose?
A
Embolie
B
Plaque
C
Trombose
D
Trombocyten

Slide 11 - Quiz

Wat kan een gevolg zijn van het losschieten van een stukje plaque in een bloedvat?
A
ACS
B
Claudicatio intermittens
C
Decompensatio cordis
D
Trombose

Slide 12 - Quiz

Wat kan een ernstige complicatie zijn van een trombosebeen?
A
Acuut myocardinfarct
B
Longembolie
C
Herseninfarct
D
Angina pectoris

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Diapositive

Een ander woord voor Angina Pectoris is
A
hartfalen
B
beroerte
C
hartkramp
D
hartinfarct

Slide 15 - Quiz

Wat is de beste omschrijving van angina pectoris?
A
Klachten als gevolg van een volledige afsluiting in een coronairarterie
B
Klachten als gevolg van zuurstoftekort in de hartspier
C
Afsterven van hartspier door zuurstoftekort
D
Benauwdheid door vocht in de longen

Slide 16 - Quiz

Wat wordt er vaak voorgeschreven bij angina pectoris?
A
beta-blokker
B
diuretica
C
nitraat
D
ACE-remmers

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Diapositive

Hoe heet decompensatio cordis in de volksmond?
A
beroerte
B
hartaanval
C
trombosebeen
D
hartfalen

Slide 19 - Quiz

Welke klachten treden er doorgaans op bij decompensatio cordis?
(meerdere antwoorden goed)
A
Dyspnoe
B
Enkeloedeem
C
Nycturie
D
Astma cardiale

Slide 20 - Quiz

Er is onderscheid van klachten afhankelijk welke kant van het hart is aangedaan bij DC
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quiz

Behandeling van hartfalen= gericht op wegnemen oorzaken.
Adviezen over leefstijl, roken en overgewicht valt onder:
A
Medicatie
B
Behandeling
C
Preventie
D
Adviezen

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Diapositive

Wat valt er onder ACS?
(Meerdere antwoorden goed)
A
Stabiele angina pectoris
B
Instabiele angina pectoris
C
Acuut myocardinfarct
D
Claudicatio intermittens

Slide 24 - Quiz

Wat is myocard?
A
kransslagaderen
B
hartzakje
C
hartspierweefsel
D
hartklep

Slide 25 - Quiz

Wat is de juiste omschrijving van een infarct?
A
Bloed dat stolt en de bloedbaan afsluit.
B
Een vastgelopen bloedprop
C
Tekortschietende O2 toevoer zonder afsterven weefsel
D
Afsterven van weefsel door O2-tekort

Slide 26 - Quiz

PP in studiematerialenmap
advies om instructiefilmpjes nog eens goed te bekijken.

Slide 27 - Diapositive