OB spreekwoorden/letterlijk_figuurlijk



letterlijk en figuurlijk
taalgebruik
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
TaalMiddelbare schoolvmbo lwoo, b, kLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon



letterlijk en figuurlijk
taalgebruik

Slide 1 - Diapositive

Heb je wel eens gehoord van spreekwoorden?
A
ja
B
nee

Slide 2 - Quiz

Wat is volgens jou een spreekwoord?

Slide 3 - Question ouverte

letterlijk taalgebruik



Ik lijk veel op mijn vader en moeder.
figuurlijk taalgebruik



De appel valt niet ver van de boom. 

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Welke spreekwoorden /gezegdes ken je?

Slide 6 - Question ouverte

Te veel hooi op je vork nemen

Slide 7 - Question ouverte

Haastige spoed is zelden goed

Slide 8 - Question ouverte

De kop is er af

Slide 9 - Question ouverte

Geen blad voor de mond nemen

Slide 10 - Question ouverte

De laatste loodjes wegen het zwaarst.

Slide 11 - Question ouverte

Ik werk veel te hard.
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 12 - Quiz

Ik neem geen blad voor de mond.
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 13 - Quiz

Het begin is gemaakt.
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 14 - Quiz

Wat betekent dit spreekwoord?
De kat uit de boom kijken.
A
lang naar boven kijken
B
hopen dat je kat uit de boom komt
C
even afwachten als iets nieuw is
D
lachen als de kat naar beneden valt

Slide 15 - Quiz

Aan het werk
1. open Word 
2. Zoek 2 grappige gezegdes/spreekwoorden en de betekenis ervan
3. Zoek 2 gezegdes/spreekwoorden waar je niks van snapt en de betekenis
4. Zoek 1 Rotterdams gezegde/spreekwoord en de betekenis
5. Schrijf 1 gezegde/spreekwoord die je al kent

Slide 16 - Diapositive