les van 18.03.18

1 / 49
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 49 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Logo.de opdracht
Je gaat zometeen een nieuwsuitzending van logo kijken. Je moet tijdens het kijken 10 vragen en 10 antwoorden bij de uitzending maken. De vragen en de antwoorden moeten in volledige zinnen geformuleerd zijn. (natuurlijk in het Duits) 

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Lien

Schrijf hier alle vragen op die je bij logo gemaakt hebt

Slide 4 - Question ouverte

Schrijf hier alle antwoorden op. Denk aan dat je met hele zinnen een antwoord moet geven

Slide 5 - Question ouverte

Even kijken hoe goed je de sterke werkwoorden geleerd hebt: 
Kies bij de onderstaande opdrachten A,B,C of D

Slide 6 - Diapositive

hij rijdt
timer
0:30
A
er fahrt
B
er fuhr
C
er fährt
D
er ist gefahren

Slide 7 - Quiz

heten; in de ovt en vvt tijd
timer
1:00
A
hieß - hat geheißen
B
heißt - hat geheißen
C
hießt- ist geheißen
D
hieß - hat geheißt

Slide 8 - Quiz

drinken - drinkt - heeft gedroknen
timer
1:00
A
trinken- trunk - hat getrunken
B
trinken - trank - hat getrunken

Slide 9 - Quiz

lopen; hardlopen
timer
1:00
A
laufen - er läuft- lief- ist gelaufen
B
läufen - er lauft- lief- hat gelaufen
C
laufen- er lauft- lief - ist gelaufen
D
laufen- er läuft- laufte- ist gelaufen

Slide 10 - Quiz

laten
timer
1:00
A
lassen- er lässt- er ließ- hat gelassen
B
lassen - er lasst - er ließt - er hat gelassen

Slide 11 - Quiz

gooien
timer
1:00
A
werfen - er wirft - er warf- er hat geworfen
B
werpen- er werft- er wärft- er hat geworfen
C
werfen- er wirft- er wärft- er hat geworfen

Slide 12 - Quiz

eten
timer
0:30
A
essen - er esst - er aß - er hat gegessen
B
essen- er isst - er aßt- er hat gegessen
C
essen - er ist - er aß - er hat gegessen
D
essen- er isst - er aß - er hat gegessen

Slide 13 - Quiz

gebeuren
timer
0:30
A
geschehen- es geschieht- es geschah - es hat geschehen
B
geschehen- es geschiet - es geschoh - es ist geschehen
C
geschehen- es geschieht- es geschah- es ist geschehen

Slide 14 - Quiz

nemen
timer
0:30
A
nehmen- er nehmt- er nahm - er hat genommen
B
nehmen- er nihmt- er nahm- er hat genommen
C
nehmen- er nimmt- er nahm - er ist genommen
D
nehmen - er nimmt - er nahm - er hat genonmen

Slide 15 - Quiz

Huiswerk opdrachten
4,4
10,2
17,5
Presse und Sprache

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Zoek woorden in de woordenlijst van H 13 die op elkaar lijken (min. 10)

Slide 23 - Question ouverte

Zoek woorden in de woordenlijst van H 13 die het tegenovergestelde betekenen. (min. 10)

Slide 24 - Question ouverte

Maak 10 zinnen met de woorden uit H13 en gebruik de grammatica die je tot nu toe geleerd hebt

Slide 25 - Question ouverte

verleden tijd - sterke werkwoorden:
vervoeg door personen werkwoord
" tun"

Slide 26 - Question ouverte

timer
1:00
Hoe herken je een sterk werkwoord?

Slide 27 - Carte mentale

timer
1:00
welke uitzonderingen bij de sterke werkwoorden ken je?

Slide 28 - Carte mentale

Ga nu je gesprekjes oefenen

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Noem 3 dingen die je tijdens deze les geleerd hebt.

Slide 33 - Question ouverte

Stel 1 vraag over deze les; Misschien wat je nog niet goed begrijpt?

Slide 34 - Question ouverte

Heb je goed gewerkt vandaag?

Slide 35 - Carte mentale

Huiswerk
1. Je leert nu alle sterke werkwoorden uit je tekstboek - blz. 65, 66
2. Je leert woordjes H13 - zorg dat je via ELO bij het boek kunt komen en maak daar de opdrachten met woordjes bij h13
3. Je leert gesprekken die je in deze les geoefend hebt; - neem ze op en stuur die naar mij toe per mail
4. Oefen grammatica via de onderstaande link (je kunt op deze site ook nog eens uitleg volgen) :
kijk onderstaande dia

Slide 36 - Diapositive

Slide 37 - Lien

Slide 38 - Diapositive

Slide 39 - Diapositive

Slide 40 - Diapositive

Slide 41 - Diapositive

Slide 42 - Diapositive

Slide 43 - Diapositive

Slide 44 - Diapositive

Slide 45 - Diapositive

Slide 46 - Diapositive

Slide 47 - Diapositive

Slide 48 - Diapositive

Slide 49 - Diapositive