3.3A, B, C levenscyclus van een plant

3.3A De levenscyclus van een plant
Leerdoelen:

- Je kunt de levenscyclus van een plant uitleggen middels een tekening
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

3.3A De levenscyclus van een plant
Leerdoelen:

- Je kunt de levenscyclus van een plant uitleggen middels een tekening

Slide 1 - Diapositive

Levenscyclus van een plant
De ontwikkeling van een zaadje tot een vrucht noemen we ook wel de levenscyclus van een plant.
De verspreiding van deze zaadjes wordt op verschillende manieren gedaan. Enerzijds worden vruchten gegeten door dieren, die vervolgens de zaadjes uit de vruchten weer verspreiden door de ontlasting. Naast verspreiding door dieren kunnen zaadjes ook verspreid worden door de wind.
Als de omstandigheden voor het zaadje goed zijn, dan ontstaan wortels. Op deze manier kan de plant voedingsstoffen uit de bodem opnemen. Als de wortels sterk genoeg zijn, dan kunnen de stengels en uiteindelijk de bladeren ontstaan.

Slide 2 - Diapositive

Levenslijn van een bruine boon

Slide 3 - Diapositive

Hierboven is niet de levenscyclus, maar (het begin van) de ‘levenslijn’ van een plant getekend.
Maak een tekening van de levenscyclus van een plant. Voeg dus enkele stappen toe aan de ‘levenslijn’ en laat met een cirkelvorm zien hoe deze stappen zich telkens weer herhalen.
Upload een foto van je tekening hieronder.

Slide 4 - Question ouverte

antwoorden

Slide 5 - Diapositive

3.3B Fotosynthese

Leerdoelen:
- Je kunt uitleggen wat fotosynthese is middels een tekening en een reactieschema
- Je kunt uitleggen waarom fotosynthese belangrijk is voor mensen en dieren
- Je kunt uitleggen waarom water belangrijk is voor planten

Slide 6 - Diapositive

Planten maken voedingsstoffen
In het vorige hoofdstuk heb je geleerd dat je elke dag via je voeding voedingsstoffen binnenkrijgt. Mensen en dieren eten andere organismen of delen van andere organismen om voedingsstoffen binnen te krijgen. Planten voeden zich niet met andere organismen. Zij maken zelf de stoffen waaruit ze bestaan.
   

Een belangrijke stof voor planten is glucose. Glucose is een koolstofverbinding die veel energie bevat. Van glucose maakt de plant allerlei energierijke stoffen, zoals koolhydraten, vetten en eiwitten. Zo kan de plant groeien en nieuwe delen maken, zoals bladeren, stengels, vruchten en zaden. 

Slide 7 - Diapositive

Planten slaan energie op
Dat planten glucose kunnen maken is een bijzondere eigenschap die van levensbelang is voor onze aarde. Planten kunnen de energie uit de zon opslaan en gebruiken om te groeien. Dit doen ze door stoffen om te zetten in andere stoffen. Dit proces heet fotosynthese (foto = licht, synthese = vorming).

Planten gebruiken water (H2O) uit de grond, koolstofdioxide (CO2) uit de lucht en de energie uit het zonlicht. Daarvan maken ze zuurstof (O2) en glucose.

Deze omzetting van stoffen wordt ook wel een reactie genoemd. Een reactie is een proces waarbij stoffen (op atomair niveau) veranderen. In dit geval worden het gas koolstofdioxide en de vloeistof water omgezet in het gas zuurstof en de vaste stof glucose. Dit kan in een reactieschema in woorden of in een reactievergelijking worden weergegeven:

Koolstofdioxide + water → glucose + zuurstof
6 CO2 + 6 H2O → C6H12O6 + 6 O2



Slide 8 - Diapositive

Fotosynthese

Slide 9 - Diapositive

Het belang van fotosynthese
Ook voor mensen en dieren is fotosynthese erg belangrijk. Vrijwel alles wat mensen eten, komt uiteindelijk van planten. Groenten, fruit en graanproducten komen natuurlijk direct van planten. Dierlijke producten, zoals een stuk vlees, kan van een koe komen. Die koe is zijn hele leven gevoerd met gras. Omdat dieren zich ook voeden met planten, kun je zeggen dat alles wat mensen eten uiteindelijk van planten komt.

Daarnaast wordt er bij fotosynthese zuurstof geproduceerd. Mensen en dieren halen zuurstof uit de lucht als ze ademhalen. Doordat bij de fotosynthese zuurstof ontstaat, blijft er steeds voldoende zuurstof in de lucht aanwezig. 

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Geef twee redenen waarom fotosynthese belangrijk is voor mensen

Slide 12 - Question ouverte

Hoe ziet het reactieschema in woorden van fotosynthese eruit?

Slide 13 - Question ouverte

Planten hebben licht nodig voor de fotosynthese.
Vindt er bij planten op een bewolkte dag fotosynthese plaats? Leg je antwoord uit.

Slide 14 - Question ouverte

Vindt er bij kamerplanten ’s avonds in een verlichte woning fotosynthese plaats? Leg je antwoord uit.

Slide 15 - Question ouverte

Als in de zomer droogte heerst, besproeien de boeren de hele dag hun land. Hoewel dit logisch is als je bedenkt hoe fotosynthese werkt, zitten er toch ook nadelen aan.
Zoek informatie op over grondwaterstanden, prismatische werking en verdamping en gebruik deze woorden in je uitleg waarom boeren beter niet overdag kunnen sproeien.

Slide 16 - Question ouverte

Welke atomen zitten er in een molecuul koolstofdioxide? Hoeveel van elk atoom?

Slide 17 - Question ouverte

Hoeveel H’s en O’s heb je als je 6 H2O hebt?

Slide 18 - Question ouverte


Koolstofdioxide + water → glucose + zuurstof

6 CO2 + 6 H2O → C6H12O6 + 6 O2
Vergelijk alle C’s, H’s en O’s vóór de reactiepijl en alle C’s, H’s en O’s ná de reactiepijl. Wat valt je op?

Slide 19 - Question ouverte

3.3C Bladgroenkorrels
Leerdoelen:

- Je kunt uitleggen wat bladgroenkorrels zijn en wat hun functie is.
- Je kunt uitleggen waarom plantenkwekers vooral rood en blauw licht nabootsen in kassen (en minder groen licht)
- Je kunt een klein natuurwetenschappelijk onderzoek ontwerpen.


Slide 20 - Diapositive

Fotosynthese in bladgroenkorrels
Fotosynthese vindt vooral plaats in de bladeren, maar ook in andere groene delen van de plant. Dat komt doordat fotosynthese plaatsvindt in de bladgroenkorrels, die zorgen voor de groene kleur van de plant. Dat komt omdat bladgroenkorrels groene kleurstoffen bevatten.


Licht is een zeer belangrijke factor om als plant goed te kunnen groeien. In de winter is er veel minder licht, waardoor planten niet de kans krijgen om goed door te groeien. Om deze reden zijn er kassen gebouwd om bijvoorbeeld tomatenplanten zo goed mogelijk te laten groeien.
 

Slide 21 - Diapositive

Lichtspectrum
 Hier staat het lichtspectrum afgebeeld, oftewel alle kleuren waaruit licht bestaat. In dit lichtspectrum is te zien dat slechts een heel klein deel groen licht bevat. Met name het blauw en rode licht wordt geabsorbeerd door de plant en het groene deel wordt weerkaatst door de bladgroenkorrels. Door dat weerkaatsen van groen licht nemen wij een plant als groen waar. Maar het is dus niet zo dat een plant beter groeit bij groen licht: sterker nog, dan groeit hij het slechtst! Door kwekers wordt in kassen het rode en blauwe licht nagebootst. Hierdoor kunnen kwekers de groei van een plant beïnvloeden.

Slide 22 - Diapositive

Lichtspectrum

Slide 23 - Diapositive

Waarom groeit een plant slecht wanneer er alleen groen licht op de plant wordt geschenen?

Slide 24 - Question ouverte

Slide 25 - Lien

Lees het artikel en bekijk het filmpje in het artikel.
Leg uit wat de voordelen zijn van ledverlichting in de kassen

Slide 26 - Question ouverte

Opdracht
Wat heeft een plant nodig om te groeien? Kan een plant zonder bladeren bijvoorbeeld aan fotosynthese doen? Welke omstandigheden zijn belangrijk bij de groei van een plant? (Denk aan temperatuur, lichtkleur, vochtige omgeving, veel/weinig aanrakingen van andere organismen, weer, etc.)
Bedenk (alleen of in een tweetal) een practicum om (een deel van) deze vragen te beantwoorden (zorg dat niet iedereen in de klas dezelfde vraag beantwoordt, dat is saai). Stel een benodigdhedenlijst op en bedenk hoe je het practicum uit gaat voeren. Bedenk welke waarnemingen je gaat doen en hoe de conclusie bij deze onderzoeksvraag eruitziet.
Maak een stop-motion-filmpje van je complete practicum waarin de onderzoekstappen van een meetrapport nadrukkelijk weer terugkomen. Upload het filmpje hieronder. 
Presenteer dit filmpje aan de klas.



Slide 27 - Diapositive

KLAAR

Slide 28 - Diapositive