thema 2 planten basisstof 5 bladeren

Thema 2 planten basisstof 5
1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Thema 2 planten basisstof 5

Slide 1 - Diapositive

Wat leer je allemaal 
  • Je kunt in een afbeelding van een blad de delen benoemen. 
  • Je kunt de functies van de bladeren van planten noemen.
  • Je kunt uitleggen hoe fotosynthese werkt. 

Slide 2 - Diapositive

Wat weet je allemaal van bladeren

Slide 3 - Carte mentale

Slide 4 - Vidéo

Slide 5 - Diapositive

Blad
Een blad bestaat uit een bladsteel en een bladschaijf. Met de bladsteel zit het blad aan de stengel vast. 
De vaatbundels van de stengel lopen via de bladsteel door tot in de bladschijf. In de bladschijf liggen de hoofdnerf en de vertakkingen daarvan zijn de zijnerf. 
De nerven zorgen voor het transport van water
en voedingsstoffen. 
Alles wat tussen de nerven ligt dat is bladmoes.

Slide 6 - Diapositive

Huidmondjes
bladgroenkorrels

Slide 7 - Diapositive

Fotosynthese

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Fotosynthese

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Voedingsstoffen
Wat heeft een plant nodig om te groeien?


  • water (voor fotosynthese, stevigheid en groei)
  • mest (mineralen voor groei)

Slide 12 - Diapositive

Voedingsstoffen
Wat heeft een plant nodig om te groeien?


  • water (voor fotosynthese, stevigheid en groei)
  • mest (mineralen voor groei)

Slide 13 - Diapositive

Licht en Koolstofdioxide neemt de plant op uit de omgeving

Slide 14 - Diapositive

Koolstofdioxide zit in de lucht: het ontstaat bij ver-branding. Het komt vrij uit auto's maar ook adem je het uit

Slide 15 - Diapositive

Dit licht, koolstofdioxide en water zet de plant om in glucose (om te groeien) en zuurstof
Koolstofdioxide + 
licht + water ---> 
Glucose + zuurstof

Slide 16 - Diapositive

Opslag glucose
Als de plant te veel glucose maakt wordt dit opgeslagen in de wortels stengels of vruchten

De plant zet deze glucose om in andere stoffen:
Eiwitten om te groeien
Zetmeel en vetten als reserve

Slide 17 - Diapositive

En die glucose eten wij weer
Aardappelen en worteltjes zijn voorbeelden van reservevoedsel van de plant.

Slide 18 - Diapositive

Nieuwe zuurstof

Slide 19 - Diapositive

Fotosynthese
Fotosynthese vindt plaats:
* In planten
* In de bladgroenkorrel
* In de groene delen van de plant
* Als er licht is

Water + Koolstofdioxide + Zonlicht --> Zuurstof + Glucose

Slide 20 - Diapositive

Fotosynthese
Er ontstaat bij fotosynthese:
* glucose (= druivensuiker)
* zuurstof



Water + Koolstofdioxide + Zonlicht --> Zuurstof + Glucose

Slide 21 - Diapositive

Fotosynthese

Slide 22 - Diapositive

Fotosynthese

Slide 23 - Diapositive

0

Slide 24 - Vidéo

Voor fotosynthese is water nodig.
voor fotosynthese heeft een plant water, koolstofdioxide en licht nodig
A
juist
B
onjuist

Slide 25 - Quiz

Wat is ook nodig voor fotosynthese?
voor fotosynthese heeft een plant water, koolstofdioxide en licht nodig
A
lucht
B
warmte
C
licht
D
glucose

Slide 26 - Quiz

Fotosynthese kan plaatsvinden in
Fotosynthese kan alleen in de bladgroenkorrel plaatsvinden. Bladgroenkorrels komen alleen in het blad voor, dus in de plant
A
Planten
B
Dieren
C
Bacteriën
D
Schimmels

Slide 27 - Quiz

Wat is het doel van de fotosynthese?
Met fotosynthese kan de plant zijn eigen voedsel maken. Dit doet hij door van koolstofioxide en water (en licht) stoffen te maken: glucose en zuurstof

Slide 28 - Question ouverte

Voor fotosynthese zijn er 2 stoffen nodig: water en ......
voor fotosynthese heeft een plant water, koolstofdioxide en licht nodig

Slide 29 - Question ouverte

's nachts vindt er in planten fotosynthese plaats
Fotosynthese kan alleen in de bladgroenkorrel plaatsvinden, als het licht is. 's Nachts is het donker..
(behalve als je een lamp aanzet, dan is er licht en dus fotosynthese, maar dat wordt hier niet gevraagd)
A
Waar
B
Niet waar

Slide 30 - Quiz

Bij fotosynthese ontstaat er
A
koolstofdioxide
B
glucose
C
zuurstof
D
water

Slide 31 - Quiz

Welke stof ontstaat of welke stoffen ontstaan bij de fotosynthese?
A
Bij de fotosynthese ontstaat alleen glucose.
B
Bij de fotosynthese ontstaan glucose en koolstofdioxide.
C
Bij de fotosynthese ontstaan glucose en zuurstof.
D
Bij de fotosynthese ontstaan water, koolstofdioxide en glucose.

Slide 32 - Quiz

Fotosynthese vindt plaats in...
Fotosynthese kan alleen in de bladgroenkorrel plaatsvinden.
A
de bladgroenkorrels
B
cytoplasma
C
celkern
D
celmembraan

Slide 33 - Quiz

Vindt in gras fotosynthese plaats?
Fotosynthese kan alleen in de bladgroenkorrel plaatsvinden.
De bladgroenkorrel zit in het blad van een plant.
Gras is een plant (hij is groen). Dus vindt er fotosynthese plaats
A
Ja
B
Nee

Slide 34 - Quiz

Wat heb je niet nodig voor fotosynthese?
fotosynthese:
koolstofdioxide + water + licht => glucose + zuurstof

Mineralen zijn nodig om van glucose eiwitten en vetten te maken, maar dat is geen fotosynthese
A
mineralen
B
zonlicht
C
water
D
koolstofdioxide

Slide 35 - Quiz

Vul de formule voor fotosynthese in!
Water
Koolstofdioxide
Glucose
Zuurstof

Slide 36 - Question de remorquage

Wat heb je geleerd

Slide 37 - Carte mentale